Vele Europese leden van de Noordatlantische Verdragsorganisatie (Navo) worden met een budgettair dilemma geconfronteerd. De militaire verdragsorganisatie vraagt immers dat zijn leden 2 procent van hun bruto binnenlandse product aan defensie zouden besteden, maar slechts vier landen voldoen aan die norm.
Tegelijkertijd worden verscheidene landen door de Europese Unie aangezet om hun begrotingstekort op te lossen en hun uitgaven te beperken. Toekomstig Amerikaans president Donald Trump heeft echter al aangegeven de militaire samenwerking afhankelijk te maken van de financiële inspanningen die de partners doen. Bij de Europese leden van de Navo besteden alleen Griekenland, Groot-Brittannië, Estland en Polen 2 procent van hun bruto binnenlands product aan defensie. De Verenigde Staten geven 3,61 procent van hun bruto binnenlands product uit aan landsverdediging. Landen die niet aan de voorwaarden voldoen, kunnen officieel niet worden gesanctioneerd, maar volgens een aantal bronnen zou Donald Trump de druk kunnen verhogen door een grotere militaire samenwerking aan te bieden aan de landen die de vooropgesteld normen wel halen.
Samenwerking
Wanneer iedere lidstaat van de Navo aan de gestelde voorwaarden zou voldoen, zou de militaire capaciteit van het verbond volgens sommige bronnen met 100 miljard dollar per jaar stijgen. Spanje, Portugal, België, Italië, Slovenië en Litouwen behoren tot de landen die onder de grens van 2 procent blijven. Tegelijkertijd eist de Europese Commissie echter dat deze landen hun begrotingstekorten aanpakken. Daardoor wordt het moeilijk om extra uitgaven voor militaire projecten te voorzien. Vooral Spanje staat onder zware druk om zijn tekort af te bouwen. “Er is nochtans voldoende geld beschikbaar,” zegt Bruno Lété, defensie-expert bij het German Marshall Fund of the United States in Brussel. “Het probleem ligt bij de bestedingen, die een bijzonder gebrek aan efficiëntie vertonen. Elke Europese lidstaat van de Navo heeft een eigen luchtmacht, zeemacht en landmacht. Er is een grotere nood aan eenheid en samenwerking.” (mah) [media-credit name=”WSJ” align=”alignleft” width=”1024″]
[/media-credit]