De fabrikant van elektrische auto’s Tesla heeft het eerste kwartaal van dit jaar 184.800 auto’s afgeleverd. Dat waren er meer dan in het slotkwartaal van 2020, toen 180.570 auto’s naar de klanten werden verscheept. De stijging komt op het moment dat tekorten aan chips de productie van auto’s wereldwijd in de weg zitten.
Dat Tesla meer auto’s afleverde, kwam onder meer door de “sterke ontvangst” van de Model Y in China, waar de productie nog niet op volle toeren draait, aldus de automaker, die nadrukkelijk sprak over voorlopige cijfers. Verder konden ook de nieuwe Model S en Model X op een goede ontvangst rekenen. De automaker maakt deze auto’s nu nog alleen in zijn fabriek in Californië. De kleinere Model 3 en Y worden zowel in de VS als in China gemaakt. Tesla maakte niet bekend waar het zijn auto’s heeft afgezet. Bekend is dat China en de VS de grootste markten zijn voor het bedrijf. Daarbij zijn de meeste auto’s die worden afgeleverd ofwel een Model 3 ofwel een Model Y. Financieel directeur Zachary Kirkhorn waarschuwde begin dit jaar nog dat de productie lager zou zijn door de overgang naar de vernieuwde modellen. Zo werden de Model S sedan en de Model X vernieuwd.
De chipproblematiek veroorzaakte bij Tesla wel vertragingen. Verschillende andere autofabrikanten zagen zich door chiptekorten genoodzaakt productielijnen stil te leggen. Automakers als Ford, Toyota, General Motors, Daimler en Volkswagen kampen daardoor met problemen in het productieproces. Het chiptekort is ontstaan omdat er tijdens de pandemie veel meer vraag is naar zaken als laptops, computers en mobiele telefoons voor mensen die thuiswerken. Tegelijkertijd zoeken mensen ook naar vertier, waardoor bijvoorbeeld spelcomputers gretig aftrek vinden. De auto-industrie schaalde op zijn beurt ten tijde van de eerste coronadip de productie af en verlaagde zijn chipbestellingen. Toen de markt weer aantrok, hadden chipfabrikanten inmiddels zoveel andere orders gekregen dat er lange levertijden waren ontstaan voor de chips van de autofabrikanten.