De strategische oliereserves van de Verenigde Staten (VS) hebben een laagtepunt bereikt sinds het jaar 1985, nadat de regering van president Joe Biden grote hoeveelheden vrijmaakte. Dat werd gedaan om de torenhoge olieprijzen te beteugelen, alsook om de inflatie tegen te werken.
Het land heeft nu nog 453,1 miljoen vaten in de reserve. Dat blijkt uit data van het Amerikaanse ministerie van Energie. Aan het begin van het jaar bevatte de reserve nog meer dan 600 miljoen vaten.
Biden lijkt zo zijn belofte uit maart waar te maken, toen hij aankondigde dat de VS de komende zes maanden elke dag een miljoen vaten zou vrijgeven. Dat deed hij door de toen al stijgende olieprijzen, nadat Rusland buurland Oekraïne binnenviel. Daar deed de Amerikaanse president in juli nog een schepje bovenop. Het land zou nog eens 20 miljoen vaten vrijgeven, wat het totaal zou doen toenemen tot 200 miljoen.
Dalende olieprijzen
Volgens analisten heeft de zet bijgedragen tot de dalende olieprijzen van de voorbije maanden. Zowel de prijs van een vat Brentolie, de referentieprijs voor olie in onze contreien, als van een vat WTI, de Amerikaanse referentieprijs, zijn in de voorbije twee maanden serieus gezakt. Waar ze juni nog allebei rond de 120 dollar schommelden, flirten de prijzen nu al enkele weken met de grens van 90 dollar.
De vrijgave van de vaten in reserve is echter niet de enige en zelfs niet de hoofdreden dat de prijs van olie is gezakt. De angst voor het recessiespook is in grote delen van de wereld immers fors toegenomen, waardoor de vraag naar olie daalt.
Ook andere landen moeten meer olie vrijmaken, vindt de Amerikaanse regering. In maart kondigde het Internationale Energieagentschap (IEA) al aan dat niet-Amerikaanse landen zo’n 60 miljoen vaten zouden vrijgeven. Het wereldwijde totaal komt dan op 260 miljoen vaten, wat de druk op de markt aanzienlijk moet laten afnemen.
Wereldwijde olieproductie
Maar het vrijgeven van vaten is niet de enige tactiek die landen hanteren. Zo beloofde oliekartel OPEC, samen met de bondgenoten, in juli om de productie van olie op te schalen met zo’n 648.000 vaten per dag. Die doelstellingen haalde het echter niet: het kartel produceerde vorige maand zelfs bijna 3 miljoen vaten per dag minder dan beoogd.
Op dinsdag volgde nog een klap voor de wereldwijde oliemarkt: Abdulaziz bin Salman, de Saoedi-Arabische minister van Energie, zei dat het kartel zich misschien genoodzaakt zal zien om de productie terug te schroeven. Dat zou komen door de fluctuerende vraag op de markt, die investeerders zou afschrikken. “OPEC+ kan daardoor gedwongen worden om de olieproductie terug te schroeven”, zei bin Salman.
(ns)