De prijzen voor voedingsmiddelen waren al de hoogte in geschoten door onder meer de pandemie. Maar als een gevolg van de Russische invasie in Oekraïne zijn de prijzen voor levensmiddelen – net zoals die voor energie – explosief gestegen. De situatie heeft olie op het vuur gegooid in landen waar spanning al te snijden was. De dreiging van revoluties in de wereld is zelden zo groot geweest.
De wereld is niet immuun tegen een golf van politieke instabiliteit. Terwijl de wereldbevolking probeert te bekomen van een twee jaar durende pandemie, wordt men nu geconfronteerd met stijgende energie- en voedselprijzen. Dat is voldoende om mensen, die al gefrustreerd zijn in hun politieke leiders, volledig te doen doorslaan.
Een nieuwe Arabische Lente?
“Ik denk niet dat de mensen de werkelijke impact van de stijgende prijzen al hebben gevoeld”, waarschuwde Hamish Kinnear, analist voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika bij Verisk Maplecroft, een wereldwijd risicoadviesbureau, aan CNN. Maar daar zou snel verandering in kunnen komen, wat tot echte revoluties kan leiden.
De publieke onrust is al voelbaar in sommige hoeken van de wereld. In Sri Lanka zorgen stijgende gasprijzen voor protesten, in Pakistan, heeft de toenemende inflatie de parlementaire steun voor premier Imran Khan uitgehold, en in Peru kwamen zes mensen om het leven in protesten tegen de hoge brandstofprijzen.
“Dit is uiterst zorgwekkend”, zegt Rabah Arezki, hoofdonderzoeker aan de Kennedy School of Government van Harvard en voormalig hoofdeconoom van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank.
De huidige omstandigheden doen terugdenken aan die vlak voor de Arabische Lente. Toen vonden in Tunesië tegen het einde van 2010 antiregeringsprotesten plaats, die zich vervolgens over heel Noord-Afrika en in het Midden-Oosten verspreidde in de loop van 2011. Destijds waren, naast de politieke eisen van de verschillende bevolkingsgroepen, de voedselprijzen ook een belangrijke oorzaak van de publieke onrust.
Tussen 2010 en 2011 was de FAO-index (de maandelijkse verandering van internationale voedselprijzen) gestegen van 106,7 tot 131,9. Een recordhoogte op dat moment.
Situatie ziet er nog erger uit
De huidige FAO-index is echter nog hoger dan toen. In maart bedroeg de index 159,3, dat is 13 procent meer dan in februari. De oorlog in Oekraïne is de voornaamste oorzaak van die recordindex. Het land is namelijk een belangrijke exporteur is van tarwe, maïs en plantaardige oliën, de grondstoffen die nodig zijn voor veel voedingsproducten. De internationale sancties tegen Rusland – die een belangrijke tarwe- en kunstmestproducent is – hebben ook een invloed op de voedselprijzen. De kans zit er bovendien in dat de prijzen nog verder zullen stijgen.
“Veertig procent van de tarwe- en maïsexport van Oekraïne is bestemd voor het Midden-Oosten en Afrika. Die regio’s kampen al met voedseltekorten, en verdere tekorten of prijsstijgingen kunnen sociale onrust aanwakkeren”, zegt Gilbert Houngbo, directeur van het Internationaal Fonds voor Agrarische Ontwikkeling (IFAD), in maart.
Spanningen in Azië en het Midden-Oosten, maar ook in Europa
Daarbovenop komen ook nog eens de stijgende brandstofprijzen als een gevolg van de oorlog in Oekraïne. Rusland is namelijk een belangrijke producent van energiebronnen, en sinds de invasie in Oekraïne hielden de prijzen niet op met groeien.
- Sri Lanka lijkt in vuur en vlam te staan door de stijgende brandstofprijzen. Die prijsstijgingen komen namelijk bovenop de economische en politieke crisis waar het land al onder gebukt ging. De eilandstaat heeft een torenhoge schuldenberg, waardoor de overheid niet meer in staat is voor de energieleveringen te betalen. Daarbovenop heeft de regering de munt ook gedevalueerd.
- In Pakistan is de eerste minister uit zijn functie gezet en de regering omvergeworpen na een motie van wantrouwen door het parlement. Het land wordt geteisterd door stijgende voedsel- en brandstofprijzen.
- Libanon en Egypte worden het hardst getroffen door de oorlog in Oekraïne. Vooral gezien een groot deel van hun tarwe uit dat land geïmporteerd wordt.
In landen met een meer ontwikkelde economie, vooral in Europa, richten de stijgende voedsel- en brandstofkosten ook gevoelige schade aan. Er wordt gevreesd dat de speelruimte van de beleidsmakers niet zal volstaan om de klap op te vangen. De situatie zou in de komende weken dus kunnen verslechteren, wat zou kunnen leiden tot grote protesten over de hele wereld.
(lp, am)