In de Spaanse stad Tordesillas heeft een gedeelte van de bevolking van de feestdag Toro de la Vega gebruik gemaakt om actie te voeren tegen een nieuwe wet die het stierenvechten verbiedt.
Steeds meer Spaanse steden verbieden festiviteiten die gepaard gaan met geweld op dieren, maar Tordesillas is het speerpunt van het nationale debat rond de dierenrechten geworden. Door de nieuwe wetgeving mocht in de stad voor de eerste keer in verscheidene eeuwen Рmet een korte onderbreking tijdens de jaren zestig van de voorbije eeuw Рgeen stier meer worden gedood. Het dier mag nog wel worden opgejaagd, maar daarbij niet meer worden verwond of gedood. Uiteindelijk wordt de stier in het slachthuis afgemaakt. De gebeurtenissen in Tordesillas staan symbool voor de gewijzigde houding bij het Spaanse publiek tegenover het stierenvechten. Uit een enqu̻te is gebleken dat vorig jaar nog slechts 19 procent van de Spanjaarden voorstander is van het georganiseerde stierenvechten. Dat betekende een daling met 10 procentpunt tegenover drie jaar voordien.
Politiek
Spaanse traditionele politieke groeperingen zoals de Partido Popular (PP) of de Partido Sociastista (PSOE) hebben controverses rond het stierenvechten in het verleden zoveel mogelijk vermeden, maar de nieuwe linkse partij Podemos heeft de problematiek in de politieke arena gebracht. Podemos, twee jaar geleden opgericht en inmiddels uitgegroeid tot de derde grootste partij van het land, wil de gewelddadige stierenfeesten definitief laten bannen en heeft onder meer de lokale besturen opgeroepen een referendum te houden om de activiteiten te laten verbieden. Podemos richt zich vooral op de jonge stedelijke en digitaal onderlegde kiezer, die met het stierenvechten meestal geen enkele affectie meer voelt. Daarentegen hebben de Partido Popular en de Partido Socialista vooral een sterk electoraat in landelijke regio’s, gekenmerkt door een oudere demografie met sterke tradities en daarmee ook een sterkere neiging om het stierenvechten te blijven steunen. (mah)