Voor de emancipatie van de vrouw kan de westerse wereld alvast een aantal belangrijke lessen leren van de communistische regimes die tijdens de tweede helft van de voorbije eeuw in Oost-Europa aan de macht waren.
Dat zegt Kristen Ghodsee, professor Russische en Oost-Europese studies aan de University of Pennsylvania, in een column voor de Amerikaanse krant The New York Times. Ghodsee verwijst daarbij naar een opmerkelijk verschil in levenstevredenheid tussen vrouwen die leefden onder de collectivistische Oost-Europese regimes en hun dochters, die na het verdwijnen van het IJzeren Gordijn met de vrijheden, maar ook met de druk van de westerse democratie moesten leren omgaan. “Vrouwen die in het communistische Oost-Europa zijn opgegroeid, erkennen dat over de vroegere politieke regimes van hun land weinig positieve dingen kunnen worden gezegd, maar getuigen in ieder geval een beter liefdesleven te hebben gehad dan hun dochters, die met de eisen van een kapitalistische maatschappij werden geconfronteerd,” betoogt Kristen Ghodsee. “Vrouwen die in het Oost-Europese communistische regime hebben geleefd, merken op dat hun kinderen in de kapitalistische wereld keihard moeten werken en de avond alleen als zombies voor de televisie kunnen doorbrengen. Onder het communisme was er volgens hen weliswaar minder materiële welvaart, maar wel meer tijd om andere dingen te doen.”
Socialistisch ideaal
Ghodsee voegt eraan toe dat een aantal Oost-Europese landen ook bewust een beleid voerden om de emancipatie van de vrouw te bevorderen. “In verscheidene landen werd aan vrouwen een gewaarborgd inkomen verstrekt, zodat ze geen huwelijk nodig hadden om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien,” voert professor Ghodsee aan. “Bovendien stonden crèches en kleuterscholen ter beschikking, terwijl men bij de geboorte van kinderen verzekerd kon zijn dat na het moederschapsverlof de vroegere tewerkstelling opnieuw kon worden opgenomen. Vrouwenemancipatie was voor deze regimes vaak een cruciaal onderdeel van de ideale socialistische maatschappij.” Onder meer de Russische revolutionaire Aleksandra Kollontai – die later de eerste vrouwelijke ambassadeur ter wereld zou worden – heeft volgens Ghodsee een belangrijke rol gehad in de seksuele revolutie tijdens de beginperiode van de Sovjet-Unie. “Kollontai wierp ook op dat de liefde niet onder economische beslommeringen zou mogen lijden,” merkt de wetenschapster op. “Tsjechoslowaakse psychologen zouden in het midden van de voorbije eeuw ook benadrukken dat de gelijkheid van man en vrouw een cruciale voorwaarde was voor een bevredigend seksleven. Zij voerden dan ook aan dat mannen een gedeelte van de huishoudelijke taken en de opvoeding van de kinderen voor hun rekening moesten nemen.” “Men ging ervan uit dat goede seks onmogelijk was indien vrouwen gestresseerd of overwerkt waren of zich bezorgd maakten over hun toekomst of financiële stabiliteit,” werpt Kristen Ghodsee op. Na de val van de Berlijnse Muur bleek dat vrouwen afkomstig uit de communistische Deutsche Demokratische Republik (DDR) twee keer zoveel orgasmes hadden dan hun seksegenotes uit de westerse Bundesrepublik Deutschland (BRD). (mah)