Socialisme én rechtse partijen zijn in terwijl socialistische partijen én het rechtse discours uit zijn

De mededeling van Joe Biden dat hij 1.900 miljard dollar via fiscale weg in de Amerikaanse economie zal pompen is toch een verbazende nieuwe stap in de richting van een staatsgeleide economie in het Westen. Voor vele fiscaal conservatieve stemmen is dit het zoveelste bewijs dat het socialisme het pleit heeft gewonnen.

De socialistische partijen zien af in de grote democratieën. Bijna overal staan ze ver van de macht.  Dit is eigenaardig want Karl Marx en de sociale mantras zijn nog nooit zo populair geweest, zeker bij millennials. Nog opvallender is dat Joe Biden uit het ultrakapitalistische Amerika eigenlijk de enige prominente leider is van een linkse partij die aan de knoppen zit. In alle andere grote democratieën doen centrum-rechtse of rechtse partijen nu het werk van de socialisten.

Het gaat niet goed met de socialistische partijen

De sociaaldemocraten zijn eigenlijk in de laatste jaren naar de marginaliteit verhuisd. In Duitsland is de leidende linkse partij ‘Die Grünen’ geworden, In Italië vertalen rechtse populisten de grieven van de arbeiders en de lagere sociale klassen. Hetzelfde fenomeen zie je in Vlaanderen. In Wallonië is er dan weer een terugkeer van extreem links die één van de enige socialistische bastions in Europa dreigt omver te werpen. In Frankrijk is het een combinatie van populisten en de nieuwe partij van Macron die de linkse partijen de loef hebben afgestoken.

Partijen zoals de Republikeinen in de VS en de CDU en CSU in Duitsland verloochenen almaar meer hun eigen roots. De Tory’s in Engeland spannen de kroon en zijn de kameleons van de politiek. Zij zijn zo machtsgeil dat zij alles zullen doen om aan de macht te blijven, zelfs de meest linkse doctrines uitvoeren. Uberpopulist Boris Johnson heeft niet voor niets bij de laatste regionale verkiezingen de Red Wall gebroken en partijleider Keir Starmer van Labour -een gematigde sociaaldemocraat in de traditie van Tony Blair- gekraakt.

Het gaat zeer goed met het socialistische gedachtegoed (deel 1)

Als we naar de VS kijken, – toch niet onmiddellijk de bakermat van het socialisme – merken we dat de millennials in het economisch debat geleidelijk aan belangrijker worden dan de boomers (geboren vanaf 1946) en generatie X (geboren vanaf 1966). Millennials kijken op een heel andere manier naar rijkdom. In een recente enquête door het conservatieve Cato Institute bleek dat 11 procent van de Amerikanen woedend wordt wanneer ze over de superrijken lezen. Bij millennials echter was dit gemiddeld 44 procent. Meer dan 53 procent van de millennials is een grote voorstander van de herverdeling van rijkdom tegenover 20 procent van de gehele bevolking. Bovendien stelde 35 procent dat zij een gewelddadige revolutie aanvaardbaar vindt, tegen een gemiddelde van 10 procent voor de hele bevolking, toch nog altijd een heel hoog cijfer.

De redenen hiervoor zijn legio, maar zijn te herleiden tot het gebrek aan kansen voor jongeren en het feit dat de economie hen niet zo gunstig gezind is. Meer dan ooit worden de rijken rijker en is het alsmaar moeilijker om een eigendom – vandaag de grootste bron van rijkdom – te kopen als je jong bent. Rutger Bregman, succesauteur van het boek De meeste mensen deugen bevestigt in een interview met Humo dat links alle kansen heeft voor een een nieuw discours, en dat de nieuwe generatie daar zeer receptief voor is. 

Het gaat verbazend goed met het socialistische gedachtegoed (deel 2)

Hoewel de socialisten dus niet aan de macht zijn, is heel veel van hun ideeëngoed nu al toegepast.  Er is immers een wit konijn uit de gouden hoed getoverd om met al de problemen waarmee de maatschappij worstelt om te gaan. Centrale banken zijn de beste bondgenoten geworden van de partijen aan de macht en zijn de lender of last resort voor alle mogelijke geldvragen. De centrale bankiers kunnen immers uit niets iets maken: geld dat zonder veel voorwaarden de economie wordt ingepompt. De meeste conservatieve partijen – die eigenlijk hier normaal ideologisch afkerig horen te zijn – hebben dit het snelst opgemerkt en laven zich aan deze geldfontein.

Om nog even Rutger Bregman te citeren. ‘Mensen hebben het vaak niet door, maar tien jaar geleden was het alles besparen dat de klok sloeg. Toen ik in 2013 voor de eerste keer over het universeel basisinkomen schreef, was dit vrijwel een vergeten idee. Nu heb ik mijn Google alert over basic income uitgezet, want ik werd er gek van.’

Joe Biden meesterstrateeg

Superstrateeg Joe Biden is eigenlijk de uitzondering die de regel bevestigt. De democraten en haar kiespubliek zijn in de laatste tien jaar opvallend naar links opgeschoven.

Partij-iconen zoals de onweerstaanbare Elizabeth Warren en de altijd polemische Bernie Sanders hebben een grote aanhang binnen de partij en hebben de beleidsprincipes, waarvoor de Democratische Partij vandaag staat, sterk verlinkst. De 1.900 miljard dollar aan subsidies hebben ze dan ook bij hun president uit de wacht gesleept voor de meest radicale transformatie van de Amerikaanse economie, sinds FDR. Trump had wel al het pad geëffend en was zelf ook al heel gul geweest. 

Bart De Wever als lone wolf

Misschien is Bart De Wever wel de laatste ‘conservatief’ die we kennen in onze omgeving. Zijn gedachtegoed is sterk geïnspireerd, zoals genoegzaam bekend, door Theodore Dalrymple, een Engelse dokter en psychiater die jaren heeft doorgebracht in Afrika en vervolgens in het gevangeniswezen en de nationale gezondheidsdienst NHS actief was. Zijn conclusie is dat er een grote onderklasse is ontstaan die geen enkele verantwoordelijkheid meer neemt en door het sociale net niet meer in staat is om voor zichzelf te zorgen. Met als gevolg een schrijnend gebrek aan opvoeding bij een grote groep jongeren, partnergeweld en grote sociale achterstand. Dit staat allemaal in fel contrast met de dynamiek die hij observeerde bij de veel armere Afrikanen. Er is zeer veel kritiek op zijn analyse maar wat vaststaat, is dat het tenminste voor ‘iets ‘staat. 

Geen ruimte meer voor een klassieke rechtse partij

Het kan dan ook alleen maar zijn dat er op dit moment geen ruimte meer is voor een conservatieve partij in de grote democratieën als Italië, Duitsland, Frankrijk of de VS, die inzet op waarden als zelfredzaamheid, minimale staatsinterventie en traditionele opvoeding in de traditie van de vroegere Amerikaanse Republikeinen, waarvan er sinds Trump bijna geen meer zijn. Dit is jammer want het ideeëngoed dat vandaag het politieke debat beheerst, is zeer monotoon. Het enige verschil tussen de verschillende partijen is de hoeveelheid geld die in de economie wordt gepompt, van extreem-links tot extreemrechts. ‘It is the economy stupid’ riep Bill Clinton eens op een onbezonnen moment. Een les die iedereen ter harte heeft genomen.

Er zijn echter twee mogelijke problemen met deze gulle creatie van vers geld. De eerste is dat we ons in de westerse wereld al een tijdje op onbekend terrein hebben begeven, daar waar het om het drukken van geld gaat. Met uitzondering van de periodes tijdens de twee wereldoorlogen waar het in eerste instantie ging om wapenmateriaal te financieren. Het tweede probleem is deze van moral hazard waar het niet meer duidelijk is of er ooit nog schulden moeten worden terugbetaald

Probleem 1: Hope for the best, prepare for the worst

De nieuwe lichting economen, waaronder Mariana Mazzucato en de voorstanders van de MMT (Modern Monetary Theory), is alvast overtuigd dat er niets aan de hand is met de creatie van de duizenden miljarden. De klimaatverandering rechtvaardigt ook extreme maatregelen- en vergt ook absoluut meer geld omdat ze zo existentieel is – maar de vraag stelt zich of meer geld de deus ex machina is om alle onrechtvaardigheden uit de wereld te helpen. En dat zijn er heel wat, gaande van inkomensongelijkheid en migratie tot obesitas en de mentale epidemie. Die lijken niet makkelijk met veel geld opgelost te kunnen worden.  

Laten we hopen dat MMT- cynici noemen het de Magic Money Tree – finaal de reële economie niet zal nekken door een galopperende inflatie en verkeerde, niet-productieve investeringen. ‘The jury is still out.’

Probleem 2: Wie zal dat betalen?

Voorlopig gedragen heel wat politici – en daar is zeker begrip voor op te brengen tijdens de pandemie – zich toch wat als Sinterklaas. De overheidsschuld in België is bijvoorbeeld toegenomen naar 114.1 procent van het bbp, 16 procent hoger dan één jaar geleden. In 1993 bedroeg deze wel nog 130% van het bbp. Zolang de rentevoeten zo laag blijven is er waarschijnlijk niet zoveel aan de hand en moet die terugbetaling haalbaar zijn. Maar dit geld zal toch binnenkort ergens moeten gevonden worden. Het is niet duidelijk wie deze bittere boodschap wenst te brengen aan de bevolking en de bedrijven. Natuurlijk zullen MMT’ers hierop antwoorden dat dit niet nodig is en dat er geen vuiltje aan de lucht is als deze overheidsschuld verder doorschiet.

De foute conclusie

De conclusie die sommigen trekken is dan ook niet altijd de juiste. Nee, er is geen gebrek aan socialisme en nee het is niet zo dat de wereld te rechts is geworden. Het is juist omgekeerd. Er is in de grote democratieën van de westerse wereld een gebrek aan een klassieke rechtse partij die de de traditionele conservatieve waarden vertegenwoordigde an de basis vormde van de Amerikaanse groei na de Tweede Wereldoorlog. 

Of men zich al dan niet kan vinden in deze politieke standpunten, is het in een democratie toch gezond dat alle strekkingen aan het woord komen. Die kans is sinds corona en MMT danig geslonken. 

Meer