In Singapore bedraagt het overheidsbeslag 16%, bij ons 52%

Een duidelijke afspraak tussen de politieke leiding en bevolking, waarbij zelfdiscipline geëist wordt in ruil voor welvaart en kansen voor iedereen. Dat heeft van de Aziatische stadstaat Singapore een economisch succes gemaakt.

Dat is de boodschap van het boek ‘Ochtendrood in Avondland. Kan Vlaanderen leren van Singapore?’ van de Vlaamse econoom Rik Ghesquière. Singapore kent volgens de auteur een dynamisme worden opgetekend dat het behoudsgezinde Vlaanderen ontbeert. Indien Vlaanderen ommekeer wil realiseren, moet de regio volgens Ghesquière dan ook durf, weerbaarheid en samenwerkingsbereidheid tonen. Ghesquière wijst erop dat Singapore op enkele decennia tijd een gigantische economische groei heeft laten optekenen. De laatste vier decennia van de voorbije eeuw was het land de snelst groeiende economie van wereld. Er werd tijdens die periode een gemiddelde jaarlijkse economische groei van 8 procent opgetekend. Bij het begin van dat tijdperk was Singapore nochtans een achtergebleven ontwikkelingsland. Amper veertig jaar later had de Aziatische stadstaat zich daarentegen ontwikkeld tot een absolute technologische grootmacht. Ook nu nog is er trouwens nog altijd sprake van een jaarlijkse groei van ongeveer 4 procent.

Zelfdiscipline

Die opmerkelijke transformatie was hoofdzakelijk het werk van Lee Kuan Yew, een jurist die aan de Cambridge University werd opgeleid. Hij stelde in het midden van de jaren zestig een beleidsprogramma voor waarin welvaart werd beloofd in ruil voor zelfdiscipline. Op basis daarvan werd een bijzonder succesvol economisch model gebouwd. Die zelfdiscipline vertaalde zich onder meer in zuinigheid, die tot een spaarquote van 53 procent – één van de hoogste niveaus van de hele wereld – zou leiden. Diezelfde filosofie beperkten echter ook de overheidsuitgaven. De eerste helft van dit decennium omvatten de overheidsuitgaven in Singapore slechts 16 procent van het bruto binnenlands product. Tijdens diezelfde periode moest in België een niveau van 52 procent worden gemeld. In Singapore wordt onder meer ook het sociale vangnet op een strikte manier gebruikt. Enkel de allerarmsten, die niet kunnen werken en niet op hun onmiddellijke omgeving kunnen terugvallen, kunnen voor een bestaansminimum verkrijgen. Singapore heeft ook een bijzonder soepele arbeidsmarkt, die geen minimumloon of werkloosheidsvergoeding kent. De omvang van het ambtenarenbestand wordt beperkt gehouden. Tegelijkertijd behoort de levensverwachting van de lokale bevolking bij de hoogste niveaus in de hele wereld. Door zijn zuinig gedrag kon de stadstaat de voorbije decennia belangrijke financiële reserves aanleggen. Het land heeft netto ook geen staatsschuld. Begrotingsoverschotten konden in de hele wereld worden belegd. Daardoor ontvangt Singapore elk jaar ook belangrijke dividenden, die kunnen worden belegd in onder meer gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur. België ziet zich daarentegen verplicht rentelasten te betalen. Andere belangrijke troeven van Singapore zijn volgens Ghesquière verder een streven naar sociaal overleg en consensus, gebouwd op dialoog en langetermijndenken. De dialoog ondergraaft ook de voedingsbodem voor voor ideologisch dogmatisme, eng groepsbelang en polarisatie. (mah)