In Servië zijn duizenden demonstraten op straat gekomen om te betogen tegen de plannen om een nieuwe lithiummijn te bouwen. Mijnbouwbedrijf Rio Tinto bereikte eerder een akkoord met de Servische regering om een mijn te exploiteren, maar ziet die plannen nu begraven worden. Met de deal was 2,12 miljard euro betrokken.
De Brits-Australische mijnexploitant kocht de afgelopen jaren al heel wat grond op in de buurt van Loznica, een Servisch dorpje in het westen van het land, tegen de grens met Bosnië-Herzegovina. Rond het dorp werden aanzienlijke voorraden lithium gevonden, wat gebruikt wordt in onder meer batterijen.
Het bedrijf ontdekte de lithium-voorraden al in 2006, maar wachtte tot deze week op goedkeuring van de Servische overheid om te beginnen met de exploitatie.
Verkiezingen
Nu wordt die goedkeuring echter niet gegeven. In verschillende steden verzamelden demonstranten om te protesteren tegen de mijnvergunningen. In de hoofdstad Belgrado marcheerden ze zelfs over een van de drukste snelwegen, met in de hand borden tegen de mijnbouw, maar in de mond woorden tegen de regering.
Velen richtten hun woorden aan de Servische president Aleksandar Vučić, die ze beschuldigen van het verkopen van het land aan buitenlandse multinationals. Hij zou bezorgdheden over het milieu negeren en het illegaal toekennen van land. De protesten komen enkele maanden voor de nieuwe presidentsverkiezingen in april, waardoor enkelen de protesten zien als pogingen om de macht van Vučić te ondermijnen.
Het protest tegen de nieuwe mijn werd onder meer ondersteund door tennisser Novak Djokovic, de nummer één op de tennis-ranglijst ATP. Hij deelde een foto van het protest op Instagram, en vertelde er bij dat “propere lucht, water en voedsel belangrijk zijn voor de gezondheid. Zonder die dingen is het woord ‘gezondheid’ zelfs overbodig”.
(mah)