Seksueel zelfbeschikkingsrecht verlagen naar 14 jaar? De zoveelste onrechtmatige staatsbemoeienis…

In het nieuwe regeerakkoord wil men ‘de leeftijd van seksuele meerderjarigheid harmoniseren’, of juister gezegd, verlagen van zestien tot veertien jaar. Een oud CD&V-idee (2009) dat nu opnieuw op tafel komt en als bedoeling heeft de wet te harmoniseren die penetratie vanaf veertien jaar niet toelaat maar kussen en aanrakingen wel.

Schandalig, deze destructieve manier waarop elites in ons land met de natuurlijke rechten en de integriteit van kinderen omgaan. Dat gaat ook lijnrecht in tegen het advies van de meeste ouders die hiervoor vele goede redenen hebben, onder meer om hun kinderen voor uitspattingen te behoeden. Wie de wet wil harmoniseren en kindermisbruik wil bestrijden moet de algemene leeftijd van seksuele meerderjarigheid optrekken naar zestien, zoals in de meeste landen van Europa, en niet verlagen.    

Seksueel zelfbeschikkingsrecht verlagen?

Volgens de wet betekent ouderlijk gezag dat ouders belangrijke beslissingen maken voor hun kinderen tot ze zelfbeschikkingsrecht hebben. Op het gebied van seksuele meerderjarigheid betekent ouderlijk gezag dat jongeren onder de zestien geen toestemming kunnen geven voor seks want ze hebben hiervoor geen  zelfbeschikkingsrecht. Een volwassen man die een relatie heeft met mijn minderjarige dochter, of zoon, moet daar mijn toestemming voor krijgen, anders is hij strafbaar. Voor een seksuele relatie is hij per definitie strafbaar: ‘aanranding bij gelijkstelling’ als het kind jonger dan zestien is, ‘verkrachting bij gelijkstelling’ indien jonger dan veertien.

Deze wetsverandering uit het nieuwe regeerakkoord staat voor een ingrijpende verschuiving want ze zegt namelijk: jullie hebben niets te zeggen over de seksuele integriteit van jullie kinderen. Mag seks op veertien niet van jullie, de ouders? Welnu, het mag wel van ons, de staat. Een meerderjarige die aan mijn veertienjarige dochter (of zoon) zit, heeft de wet achter zich, maar ik als ouder niet. Deze wetswijziging is de zoveelste ondermijning van de beschermingsmogelijkheden van het kind en komt neer op een poging tot verdere denaturalisatie van het gezin.

Tevens is het een nieuwe onrechtmatige staatsbemoeienis: ‘wij’, het systeem van de staat (belangengroepen, ambtenaren, politici) beslissen over het (seks)leven van ‘jullie’ kinderen, en niet jullie de ouders. Jullie mogen palaveren maar wij geven toch de toestemming voor iets waar jullie eigenlijk een natuurlijk recht op hebben. 

Seks geen technische kwestie

Men doet voor alsof het een louter juridische, technische kwestie is, maar het gaat in feite om het aantasten van normen en rechten. Zowel de strijd tegen kindermisbruik als de ouderlijke macht worden hier zwaar ondergraven.

De reacties van een columnist van De Morgen kenmerken het progressieve dwangsfeertje waarin deze vooropgezette wetswijziging baadt: we moeten ‘de maatschappelijke realiteit: tienerseks’ aanvaarden, en elke tegenstand betekent ‘morele paniek’, ‘angstreflex’, ‘conservatieve schijnheiligheid’ of ‘regels die op een samenleving van honderd jaar geleden van toepassing waren’. ‘Nuance en intellectuele eerlijkheid’ noemen ze dat dan bij De Morgen.

Alles van honderd jaar oud of elke beperking wordt zo vanzelfsprekend verdacht. Het vermanende vingertje bestaat nog steeds, alleen werkt het nu naar beneden in plaats van stichtend. De meeste ouders willen deze leeftijdsverlaging niet, zelfs veel progressieve ouders staan hier afkerig tegen. Ondanks dit initiële verzet op dergelijke wetten volgt men uiteindelijk wel de richting van deze progressieve vinger.  De ouders moeten wel. Dit leidt tot een normvervaging: steeds meer normen  moeten eraan geloven terwijl de ouders met de handen in het haar achterblijven. 

De beperkingen van honderd (of langer) jaar geleden die op dit gebied van kracht waren zijn trouwens nog steeds actueel en zouden in de huidige context moeten leiden naar een verhoging in plaats van een verlaging van de seksuele meerderjarigheid. Honderd jaar geleden bestond er immers geen internet en pornografische film. Er bestond geen wijdverspreide pornoficatie (die hoofdzakelijk jongeren treft, 30% van hen zijn 13/14 jaar) en bijhorende fenomenen zoalsjunk sexsexting en sextos (één jongere op vijf heeft dit al meegemaakt). De gewijzigde situatie is inderdaad een reden om jongeren en hun natuurlijke seksuele beleving beter te beschermen.

Daarom kan men de leeftijd van seksuele meerderjarigheid beter verhogen naar wat in heel Europa de aanvaarde norm is of hoger. Dit is overigens geen pleidooi om de overheid dan maar jacht te laten maken op onschuldig kussende 14 à 15-jarigen, maar wel om duidelijk perverse situaties te beteugelen.

Geen alcohol, wel seks

De wetswijziging creëert ook een nieuwe absurditeit in plaats van er één op te heffen. Nu kan een minderjarige geen alcohol of tabak kopen, maar wel zelf beslissen om zichzelf te laten penetreren, al dan niet door een volwassene. Het wetsvoorstel spreekt natuurlijk niet in deze termen, maar dat komt er wel op neer. Het zegt iets over de gedemoraliseerde en arbitraire manier waarop men met vrijheden en rechten omgaat. 

Naast het bestrijden van kindermisbruik heeft het belangrijkste tegenargument echter niets met seks te maken maar alles met de bescherming van voorpolitieke fundamenten als het gezin. Een staat neigt naar totalitarisme als ze op deze manier inbreekt in het gezin.

Het is de logica van het natuurrecht, van Aristoteles tot in de twintigste eeuw, om een leven na te streven binnen de grenzen van onze menselijke conditie en waar deze voor bedoeld is.

Tevens is het een natuurlijk recht van ouders om hun kinderen te beschermen en hun opvoeding te bepalen. Veel moderne politieke strekkingen hebben de neiging dit te zien niet als voorpolitieke vrijheden maar als een recht dat de overheid geeft en kan intrekken naar goeddunken. Het feit dat ook de huidige toch eerder rechtse regering een dergelijk ‘progressief’ voorstel doet is een teken aan de wand.

 Het oude christelijke conservatisme zorgde vroeger nog voor een indamming van deze tendens – nieuwe christelijke politici eisen vandaag blijkbaar dat alle normen op dit vlak worden opgegeven. Dat conservatisme stond dan ook voor vrijheid en een universeel fundament om op verder te bouwen. Het moderne, antichristelijke denken van de traditionele politieke families staat steeds meer voor verdrukking en vervreemding. Volgens mij is deze wetswijziging één van de vele voorbeelden hiervan.

De auteur Katrien Spruyt is arabiste.

Deze opinie verscheen eerst op De Bron