Ruzie tussen Zuid-Korea en Japan escaleert

In Azië lopen de wrijvingen tussen de technologische grootmachten Japan en Zuid-Korea verder op. Reden voor de onenigheid zijn de beperkingen die Japan aan de export van een aantal hoogtechnologische materialen naar Zuid-Korea heeft opgelegd. Zuid-Korea heeft verontwaardigd de afschaffing van de heffingen geëist. Japan zegt echter met de maatregel zijn nationale veiligheid te willen beschermen. Zuid-Korea zou volgens de Japanse overheid immers de controle op deze gevoelige producten onvoldoende ernstig nemen. Maar achter de maatregel lijken echter ook oude wonden en vetes schuil te gaan.

Waarnemers vrezen dat het Japanse exportverbod de wereldwijde productie van halfgeleiders en chips in het gedrang zou kunnen brengen.

Internationaal

Japan had eerder aangegeven beperkingen op te leggen aan de export van een aantal gesofisticeerde componenten voor hoogtechnologische producten naar Zuid-Korea. Onder meer grondstoffen voor halfgeleiders vielen onder dat Japanse handelsembargo. Gesprekken om tot een vergelijk te komen, bleken de situatie echter ook niet te kunnen oplossen.

Daardoor blijven de Japanse sancties voorlopig van kracht. Hierdoor zouden onder meer de leveringen aan Koreaanse bedrijven zoals Samsung Electronics en SK Hynix in het gedrang kunnen komen. Dat kan volgens waarnemers wereldwijde gevolgen hebben. Deze twee ondernemingen zijn immers leidinggevende internationale leveranciers.

Het Japanse optreden is ook niet goed voor wereldwijde technologiesector. De industrie was eerder al het slachtoffer van de Amerikaanse sancties tegen het Chinese telecomconcern Huawei. Indien ook andere actoren met problemen worden geconfronteerd, dreigt een onzekerheid die het vertrouwen in de sector zou kunnen aantasten.

Wereldoorlog

Achter het Japans-Koreaanse conflict lijken volgens een aantal waarnemers echter vooral historische wrijvingen schuil te gaan. Er is immers nog altijd een onverwerkt oorlogsverleden. Net zoals vele andere Aziatische landen ging ook Korea in het tweede kwart van de voorbije eeuw gebukt onder een Japanse bezetting.

Een aanzienlijk deel van de Koreaanse bevolking moest daarbij dwangarbeid verrichten, terwijl vele Koreaanse vrouwen door Japanse soldaten als seksslaven werden misbruikt. Nog steeds probeert Zuid-Korea voor dat onrecht van Japan een schadevergoeding af te dwingen.

Groepen voormalige Zuid-Koreaanse dwangarbeiders zijn daarbij naar de rechtbanken van hun land gestapt om schadeclaims neer te leggen. Dat leidde onder meer tot een veroordeling van de Japanse concerns Mitsubishi en Nippon Steel, die volgens de Zuid-Koreaanse rechtbank compensaties moeten betalen.

Die eisen hebben in Japan tot grote verontwaardiging geleid. Het land ontkent een groot deel van de aantijgingen. Ook wijst Japan naar een bilateraal akkoord dat beide landen terzake in de jaren zestig van de voorbije eeuw hebben gesloten. Die overeenkomst heeft de kwestie volgens Japan destijds al definitief geregeld.

Bemiddeling

Eerder dit jaar heeft Zuid-Korea de Japanse keizer Akihito officieel opgeroepen om zich voor de oorlogsmisdaden te verontschuldigen. Daarop heeft Japan echter bijzonder boos gereageerd. Uiteindelijk zou de Japanse overheid daarop tot economische sancties hebben besloten.

Japan zegt echter dit gesuggereerde verband met klem te ontkennen. Daarentegen zegt men te vrezen dat Zuid-Korea de gevoelige Japanse technologie naar het communistische Noord-Korea zou laten doorstromen. In Zuid-Korea worden de Japanse veronderstellingen op hun beurt op een bijzonder besliste manier afgewezen.

Een woordvoerder van de Verenigde Staten heeft beide landen opgeroepen om een vreedzame oplossing te vinden voor hun onenigheid en het dispuut te beëindigen. Tegelijkertijd maakte hij duidelijk dat de Verenigde Staten geen enkele intentie hebben om als bemiddelaar op te treden.