Rousseau brengt Gennez langs de grote poort weer binnen, terwijl Kitir stilletjes wordt weggeleid: beide huidige Vooruit-ministers zijn zo comeback-kids

Rousseau brengt Gennez langs de grote poort weer binnen, terwijl Kitir stilletjes wordt weggeleid: beide huidige Vooruit-ministers zijn zo comeback-kids
Premier Alexander De Croo (Open Vld), Koning Filip en de nieuwe minister voor Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez (Vooruit) – NICOLAS MAETERLINCK/BELGA MAG/AFP via Getty Images

Caroline Gennez (Vooruit) maakt een opmerkelijke comeback, als federaal minister van Ontwikkelingssamenwerking en Grootstedenbeleid. Nadat ze als ex-voorzitter tussen 2007 en 2011 naar de achtergrond was verdwenen als backbencher in het Vlaamse Parlement, brengt Conner Rousseau haar nu opnieuw als kopstuk. En nog wel naast Frank Vandenbroucke, de federale vicepremier van Vooruit: een opvallende speling van hun politieke lot. Vandenbroucke werd in 2009 opzijgezet als kopstuk in de Vlaamse regering, waarna hij de politiek vaarwel zegde, tot diezelfde Rousseau hem in 2020 al zijn comeback bezorgde. Vandaag is de cirkel rond, de ‘verzoening’ dus compleet. Voor Meryame Kitir (Vooruit) wel geen kerstsprookje: zij zet omwille van haar eigen mentaal welzijn “en dat van haar medewerkers”, dixit de partij, een stap opzij. Ze keert terug naar de fractie: haar ministerschap was geen succes. Maar zo verloopt die switch in elk geval veel rustiger dan de exit van Eva De Bleeker, die tot vandaag nazindert bij Open Vld, en Alexander De Croo.

In het nieuws: Opnieuw stuurt Rousseau een uiterst ervaren rode soldaat naar het Vivaldi-front.

De details: Rousseau kon “de werkrelatie tussen Kitir en haar kabinet niet herstellen”, en dus moest de Limburgse uiteindelijk opzij.

De flashback: “Wat heb ik toch de partij misdaan, om dit lot te verdienen?”

  • Aan de lift van het partijgebouw van Vooruit aan de Grasmarkt, treft Conner Rousseau zijn partijgenote Caroline Gennez, na afloop van het partijbureau. Zij is in tranen, en stelt hem die retorisch vraag. Het is begin oktober 2020, de regering De Croo I is amper enkele uren oud, en de ministers worden bij elke partij aangeduid.
  • Een speciaal partijbureau van Vooruit is net afgelopen, waarop Rousseau zijn ‘surprise van de chef’ heeft voorgesteld: de comeback van Frank Vandenbroucke, zowaar op de loodzware portefeuille van Volksgezondheid, die Rousseau midden in de corona-crisis heeft binnengerijfd voor zijn partij, is een feit.
  • Vandebroucke z’n terugkomst wordt als een meesterzet van Rousseau gezien: hij heeft tonnen ervaring, en is de geschikte man om na de warrige periode van het stuurloze kabinet Wilmès II met strakke hand het corona-beleid te gaan uitzetten. Plus, ook als vicepremier is de Leuvenaar een uitstekende keuze: met z’n ervaring en ook legendarische koppigheid zal hij mee de toon zetten in Vivaldi, en Vooruit boven haar gewicht laten boksen, zo is de verwachting.  
  • Diezelfde Vandenbroucke heeft ondertussen een haast legendarische reputatie in de Wetstraat en vooral bij de opiniemakers en journalisten: als professor en expert in onder meer pensioenen heeft hij zichzelf heruitgevonden. Iedereen is vergeten dat, toen hij in 2009 verdween uit de Wetstraat, er extern, maar zeker ook binnen zijn partij een zucht van opluchting ging: Vandenbroucke trad steeds meer eigengereid op, was al eerder met Steve Stevaert als partijleider zwaar in botsing gekomen, had federaal de deur achter zich dichtgetrokken, en voerde daarop als Vlaams viceminister-president helemaal op zichzelf een koers.
  • En zo eindigde in 2009 voor Vandenbroucke de rit. De jonge partijleider Caroline Gennez, die na een rampzalige periode van Johan Vande Lanotte als kopman de partij overnam in 2007, had de moed om toen Vandenbroucke buiten te zetten. Die had zelf niets door, en vergaderde op de cruciale laatste meeting voor de vorming van de Vlaamse regering toen enkel met zichzelf: niemand had de moeite gedaan Vandenbroucke te informeren dat elders de knopen doorgehakt werden. Gennez deed het vuile werk, ook voor anderen, en zette hem aan de kant.
  • Maar al vrij snel keerde dat tegen haar: had de sp.a net niet haar beste man opgeofferd? Was het slachtofferen van ‘vakman’ Vandenbroucke geen symbool des tijds dat ‘moedige politici’ moesten verdwijnen, op het offerblok van de mediacratie, die systematisch populaire vogels boven inhoudelijke werkers prefereert? Waar of niet, Vandenbroucke werd zo wel het vleesgeworden tegendeel van de ‘dagjespolitici’, de incarnatie van de man die op lange termijn bestuurde.
  • En zo kende de verhaallijn een opvallende wending, met Vandenbroucke die in 2020 langs de grote poort terugkeerde. Rousseau, die veel aan oud-voorzitter Gennez en haar advies als ervaren onderhandelaar had gehad in die woelige periode, moest daarop bittere tranen blussen: want met de comeback van Vandenbroucke werd Gennez haar historisch ongelijk pijnlijk onderstreept, zo leek.

Tussen de lijnen lezen: Kitir kon niet aanblijven.

  • In het kielzog van Vandenbroucke benoemde Rousseau in 2020 de enige logische naam die op het blad van de Vooruit-voorzitter kon staan: Meryame Kitir, fractieleider van Vooruit en kopvrouw uit Limburg, waar Vooruit nog min of meer electoraal behoorlijk scoorde in 2019.
  • Maar het parcours van Kitir eindigt met een bijzonder bleek bilan. De voormalige arbeidster van Ford Genk kon in die ruim twee jaar nooit haar draai vinden op haar zwaarste departement, Ontwikkelingssamenwerking. Internationale politiek blijkt allerminst haar ding: het feit dat ze als Belgische minister, met veelal Franstalige partnerlanden, geen woord in de tweede landstaal kan, maakt het ten eerste op praktisch niveau al lasting.
  • Met de diplomatie, toch een cruciale medespeler in haar job, ontstaat een moeilijke werkrelatie, die nooit vlot getrokken raakt. Zo zijn er bij internationale ontmoetingen, waarbij Kitir volgens diplomatieke bronnen zich vaak onhebbelijk opstelt over het protocol, systematisch spanningen.
  • Als voorbeeld geldt een ellenlange discussie, die dagen aansleept, over wie waar mag zitten aan tafel bij een werklunch met de Congolese president Etienne Tshisekedi in New York, waar ook premier De Croo, de Waalse minister-president Elio Di Rupo (PS) en minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib (MR) aan deelnemen. Ter nauwernood wordt een akkoord gevonden, over waar oud-premier Di Rupo een plekje krijgt aan tafel: Kitir weigert opzij te gaan voor haar rode familiegenoot. Het is bovendien echt geen eenmalig incident over ‘sterren en strepen’.
  • In de ministerraden blinkt ze niet uit, ook al omdat Vivaldi in het eerste jaar nauwelijks samenkomt omwille van corona: zonder ervaring is van doorzetten in dergelijk setting, via zoomvergaderingen, geen sprake. Op het departement van het Grootstedenbeleid, toch een tool om mee te scoren voor een socialist, blijft het ijzig stil. En als minister van Ontwikkelingssamenwerking kan ze door de pandemie niet reizen en niet “op het terrein zijn”, wat wordt aangegrepen als reden waarom ze niet of nauwelijks uit de verf komt.
  • Maar onderliggend is er meer aan de hand. Als voormalig Kamerlid weet Kitir nooit de werking van haar eigen kabinet juist te zetten. Integendeel: werkrelaties verlopen lastig. Onzekerheid overheerst in het optreden van de minister, met al te vaak overtrokken reacties op negatieve pers, of erger, negatieve reacties op sociale media.
  • Dat vreet aan heel haar equipe: het verloop op haar communicatiecel is zo bijzonder groot. Wanneer een journalist van het weekblad Knack vervolgens komt solliciteren voor die cel, gooit Kitir heel haar interne frustratie zomaar open en bloot op tafel, niet beseffend dat ze zichzelf zo de das omdoet. Het blad zal later die bevindingen publiceren in een dodelijk portret van de Limburgse.
  • Want parallel loopt ook voorzitter Rousseau ongelukkig met haar optreden, wanneer ook hij net iets te veel negatieve signalen over de werking van haar kabinet ontvangt. Hij stelt midden oktober een arbeidspsycholoog aan, die het psychosociaal welzijn op het kabinet gaat doorlichten. Kitir zelf trekt overspannen haar conclusies. Een pauze dringt zich op, ze gaat op ziekteverlof met een doktersbriefje in de hand, wat initieel lof oogst: ook ministers hebben recht op een mentale ‘break’, als het even niet meer gaat.
  • Maar al gauw sijpelen de verhalen over de malgoverno op het kabinet door naar de pers. Die worden door de partij ook niet onder de mat geveegd, al blijft men behoedzaam over de details. In een mededeling van de partij klonk gisteren dat het vertrek van Kitir “nodig is in het belang van het mentale welzijn van haar medewerkers en haarzelf”. Dat liegt er niet om.
  • “Een onderzoek naar het psychosociaal welzijn op het kabinet toonde aan dat het in de huidige omstandigheden niet mogelijk is de werkrelaties te herstellen. Over dit psychosociaal onderzoek zal verder niet gecommuniceerd worden, om evidente privacyredenen en in het belang van het mentaal welzijn van alle betrokkenen”, zo schermen Rousseau en co verder de zaak af. Kitir keert terug naar de fractie, “eens ze volledig hersteld is”.

Fast forward: Gennez maakt nu eind 2022 haar eigen comeback, een prudente keuze van Rousseau bij een gevoelige vervanging.

  • Met Gennez brengt Rousseau in elk geval de nodige ervaring: toch een beetje schaars binnen de huidige Kamerfractie en ook die van het Vlaams Parlement van Vooruit. Niemand twijfelt eraan dat zij wel in staat zal zijn een kabinet ordentelijk te runnen: ze leidde de partij in één van de meest woelige periodes, toen na de nederlaag van 2007 een saneringsoperatie moest gebeuren. En ze onderhandelde zelf al regeerakkoorden, zowel Vlaams in 2009, als federaal in 2010, met toen zelfs de zesde staatshervorming.
  • En uiteraard is er, net zoals voor Vandenbroucke, voor Gennez nu eerherstel. Want niet alleen werd zij over de jaren de ‘killer’ van diezelfde Vandenbroucke, in 2011 toen ze de fakkel doorgaf aan Bruno Tobback, maakte die haar geen minister, wat toch ook fors tegen de verwachting inging. Teleurgesteld bleef Gennez, die naar eigen zeggen hoopte op een “toffe ministerpost”, toen achter met lege handen.
  • Door het nu Gennez alsnog te gunnen is de cirkel ook daar rond. “Mooi hé”, zo liet men zich toch enigszins trots ontvallen in de entourage rond Rousseau. Een solide keuze, met een emotioneel randje voor de partij zelf dus, want federaal zit nu voortaan het duo Vandenbroucke-Gennez.
  • Die twee hebben zich overigens al jaren verzoend. En tussen Vandenbroucke en Rousseau draait de samenwerking tot nu toe wonderwel: veel telefoons en korte opvolging tussen beiden leveren duidelijk een winnende combinatie.
  • Met Gennez verzekert Rousseau zich ook van een kopstuk in Antwerpen, toch een belangrijke kiesprovincie. In die optiek kwam overigens ook Antwerps schepen Jinnih Beels (Vooruit) in aanmerking, maar zij bedankte hoe dan ook om haar job in de Koekenstad achter zich te laten.
  • De een z’n dood is de andere z’n brood, overigens. In het Vlaams Parlement komt Mechelaar Thijs Verbeurgt als opvolger van Gennez in het haflrond. Hij is een expert onderwijs vanop de studiedienst, die al een paar jaar de fractiesecretaris was. De kleurloze Bert Moyaers verdwijnt in de Kamer voor Vooruit, hij moet plaatsmaken voor Kitir, die terugkeert.

The Big Picture: Explosieve materie voor een partij, zo’n wissel van de wacht.

  • Hoe gevoelig politieke wissels liggen, ondervindt Open Vld op dit moment aan den lijve. Daar betalen de partijtop en met name premier De Croo tot vandaag een bijzonder stevige prijs voor de heftige vervanging van staatssecretaris Eva De Bleeker, op Begroting.
  • Niet alleen verloor De Croo veel pluimen, over de ‘onmenselijke manier’ waarom De Bleeker aan de kant moest. Het vermoeden dat hij minstens deels mee verantwoordelijkheid draagt voor de “materiële fouten” die hij De Bleeker aanwreef, krijgt hij maar niet weggepoetst. “Loog de premier of niet?”, was de kop van Het Laatste Nieuws deze week, een headline die er keihard moet ingehakt hebben bij De Croo, die altijd een goede relatie met de krant onderhield. Want het beeld van ‘leugenaar’ blijft hangen.
  • Ook vrijdag nog bleek andermaal daarbij de toorn van de voormalige kabinetsmedewerkers van De Bleeker: opnieuw lekten, meer dan vermoedelijk via die ex-blauwe medewerkers, confidentiële mails tussen het kabinet De Bleeker en de Zestien, over de totstandkoming van de meest recente begroting.
  • Mails die, net als de gelekte WhatsAppjes, niet werden vrijgegeven door de premier, ondanks herhaaldelijk aandringen van de oppositie. De premier had immers in de Kamer in alle toonaarden ontkent dat de WhatsAppjes het bewijs waren dat zijn kabinet een “okay” gaf. “Zo’n begroting wordt niet op die manier afgeklopt, dat gaat via de ‘geijkte kanalen’, dat weet iedereen”, zo had de premier gezegd.
  • Blufte de premier zo andermaal, nadat hij eerst ook op z’n minst liet uitschijnen dat de WhatsAppjes niet bestonden? Knack bracht vrijdag dan heel het mailverkeer, die bewuste ‘geijkte kanalen’ dus, om aan te duiden dat ook daarin de discussies over de begroting tussen beide kabinetten was afgeklopt.
  • Daarop reageerde de oppositie vlijmscherp: “Zwart op wit. De premier heeft gelogen”, zo sneerde Sander Loones (N-VA), die onderstreepte dat hij “al weken aan de premier vraagt om de e-mails openbaar te maken. Al weken weigert hij die aan het Parlement te geven”.
  • Maar die mails blijken hetzelfde lot te ondergaan als de WhatsAppjes: eens gelekt, kunnen ze geen definitief uitsluitsel te geven. Men gaf vanop de Zestien wel degelijk opmerkingen over de bewuste kost van de btw-verlaging op gas en elektriciteit. Maar tegelijk ging men niet in op het geheel: het feit dat het begrotingstekort plots naar omhoog schoot.
  • Wat ze wel doen, net zoals de WhatsAppjes, is een beeld schetsen van een regering die in zeven haasten, met rommelige communicatie tussen kabinetten, zoiets cruciaal als de begroting regelt. En de eindverantwoordelijke van dat rommeltje is overduidelijk niet De Bleeker, maar de premier.
  • Die weigerde bovendien inderdaad krampachtig om helderheid te scheppen rond de communicatie, en de communicatie gewoon vrij te geven, waardoor de onthullingen in de pers plots ook die extra gravitas kregen, om hem ernstig in de problemen te brengen rond z’n eigen geloofwaardigheid.

Gevolgd: Vrijdag nog ontplofte het dossier van de pensioenen, alweer.

  • Een vertrouwensbreuk”, zowel over de methode als de voorstellen ten gronde, zo liet de PS verstaan, over wat premier De Croo rond de pensioenen gedaan had. De federale overheid staat immers onder druk van de Europese Commissie, over die pensioenen en de nodige hervormingen daarvan. De EU koppelt de uitbetaling van Europees relancegeld aan de nodige structurele hervormingen, en die blijken rond pensioenen niet gebeurt: integendeel, wat Vivaldi besliste in de zomer, blijkt zelfs nog meer geld te gaan kosten in de toekomst.
  • Wil men geen schijf van 900 miljoen euro verliezen, dan moet de Commissie een deftig antwoord krijgen van Vivaldi. De coalitiepartners hadden gedacht dat De Croo een ‘perimeter’ zou vastleggen, een som die bespaard zou worden, die nu gecommuniceerd zou kunnen worden aan de Commissie. Pas later, pakweg bij de begrotingscontrole in maart, zou het dan concreet moeten worden. De PS deed al erg stoer over dat Europees geld: “Als het moet doen we het zonder”, zo had Paul Magnette (PS) daarover verklaard, om toch maar “niet te worden gechanteerd”, door de Commissie.
  • Maar De Croo verraste zijn kabinet stevig, en legde een hele lijst mogelijke hervormingen met een plof op tafel. De PS, maar ook de groenen, heel de linkervleugel, verslikten zich danig in hun koffie, bij zoveel ‘blauwe’ plannen. Ook al, het moet gezegd, gaat het eigenlijk om een reeks kleinere maatregelen, niet een gigantische hervorming.
  • Zo kwam opnieuw de ‘perequatie’ op tafel: het feit dat de pensioenen meestijgen met de reële lonen van de ambtenaren. Zeker voor de Vlaamse leraars is dat relevant: zij kregen de afgelopen jaren forse opslag. De gepensioneerde leraars zouden dus ook flink meestijgen, dat willen de liberalen niet. In oktober nog veegde de PS dat net van tafel.
  • Maar ook het aanvullend pensioen wil De Croo steviger gaan belasten: de tweede pijler zou niet langer 3 procent solidariteitsbijdrages moeten betalen, maar 6 procent. Plus, de pensioenbonus voor mensen die langer blijven werken na hun pensioen, zou worden afgetopt, tot enkel mensen die tot 4.000 euro bruto verdienen, de lagere inkomens dus.
  • Daarnaast was er een hele batterij voorstellen, waarbij uitzonderingen worden aangepakt. Opnieuw kwam de erg lage pensioenleeftijd voor NMBS-personeel en militairen op tafel, maar evengoed voor de magistratuur of het academisch personeel: al die gunstregimes wil de premier eruit.
  • Dat het bij de PS bijzonder slecht onthaald werd, hoeft niet te verbazen. Hun minister van Pensioenen, Karine Lalieux (PS) was niet betrokken bij de voorstellen: zij wil gewoon de hervormingen van Vivaldi van in de zomer een beetje bijschaven, zodat ze niet meer netto gaan kosten, maar gewoon “budgetneutraal” worden. Niet dat dat de Europese Commissie gelukkig zal maken, maar dan is het argument wel weg om de 900 miljoen euro relancegeld niet uit te betalen.
  • “Dit kan geen basis zijn om onderhandelingen over op te starten”, zo duidden verschillende bronnen langs links, aan Le Soir. “De premier gedroeg zich niet als eerste minister, maar de leider van rechts”, zo liet men zich ontvallen.
  • De patstelling brengt in elk geval bijzonder slecht nieuws voor Vivaldi. De PS, gewond door corruptieschandalen, wil geen millimeter wijken op een dossier dat nochtans cruciaal is om de overheidsfinanciën op orde te krijgen, en ook het geloof in de duurzaamheid van de pensioen op lange termijn te behouden. Zonder bijkomende hervormingen lijkt Vivaldi uit te gaan doven als een kaarsje. Maar een premier die uit de zevende partij komt, kan niet op tegen de kracht van de PS. Zeker niet als hij zelf op dit moment zelf aangeschoten wild is, in de zaak rond De Bleeker.
Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.