Het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, beter bekend als het RIZIV, kampt met enorme boekhoudkundige achterstanden. Dat blijkt uit een doorlichting door het Rekenhof. Zo zijn de rekeningen voor de jaren 2012 tot en met 2016 nog altijd niet voorgelegd aan dat controle-orgaan.
Het Rekenhof moet in principe zijn zegen geven over de rekeningen die de beheerorganen van openbare instellingen, zoals het RIZIV, opmaken. Maar bij verscheidene instellingen in de sociale zekerheid gaat dat met jaren vertraging gepaard.
Bij het RIZIV zijn de vertragingen het meest schrijnend. “De rekeningen 2012 tot en met 2016 van het RIZIV kunnen nog niet worden voorgelegd aan het Rekenhof omdat het verslag van de bedrijfsrevisor nog ontbreekt”, zo staat te lezen in het Boek 2022 over de Sociale Zekerheid. Dat betekent dus dat eind 2022 de rekeningen van 2012 nog steeds niet volledig afgesloten kunnen worden.
Enorme vertraging
De RIZIV-rekeningen voor de jaren 2017 tot en met 2020 zijn volgens het Rekenhof zelfs nog niet eens opgemaakt, hoewel dat volgens de regels al had moeten gebeuren. De boekhouding 2017 moest bijvoorbeeld uiterlijk eigenlijk al op 31 december 2018, dus bijna vier jaar geleden, opgemaakt zijn.
“De rekeningen 2017 zijn klaar, maar het Algemeen Beheerscomité heeft ze nog niet goedgekeurd. Het RIZIV wijst voor de vertraging op de bijkomende werklast door de COVID-19-crisis”, schrijft het Rekenhof.
Het controleorgaan toont een beetje begrip en erkent dat de opmaak van de rekeningen bij het RIZIV “een complex proces is, waarbij verschillende diensten betrokken zijn”. Al in 2018 oordeelde een interne audit van de overheidsinstelling dat het proces dringend gestroomlijnd moest worden. “Niettemin moet het RIZIV zijn inspanningen voor een tijdige afsluiting van rekeningen voortzetten”, oordeelt het Rekenhof.
(lb)