Nu de federale regering een deontologische code heeft afgesproken, rijst de vraag hoe effectief die wel is. Opiniemaker en oud-politicus Rik Torfs is duidelijk tegen dergelijke afspraken, zo vertelde hij aan Business AM.
In het nieuws: De federale regering heeft een deontologische code afgesproken. Het meest opvallende punt is dat ministers hun ongenoegen niet meer openlijk mogen laten blijken als de regering een gezamenlijke beslissing heeft genomen.
- Torfs: “Ik geloof niet in deontologische codes waarin dan in abstracte bewoordingen allerlei dingen worden beweerd die vervolgens in de praktijk met de voeten worden getreden. Eens een deontologische code is afgewerkt, moet je je er helemaal niet meer aan houden. De ethiek moet eerder van binnenuit komen. Mensen moeten zich bewust zijn van bepaalde gedragingen en gedragsregels en ze zullen nooit hun houding wijzigen aan de hand van een lijst zeer abstract geformuleerde beginselen.”
- “Mensen hebben het recht hebben om zichzelf te profileren en eigen accenten te leggen. En zo’n deontologische code kan ook een instrument worden voor sommigen om te zeggen dat ze moreel helemaal in orde zijn, maar dan wel zeggen dat een ander faalt. Ik heb het gevoel dat deze deontologische code ook werd opgesteld om iemand als Georges-Louis Bouchez (MR) braaf te houden. Terwijl die natuurlijk helemaal niet aan dit document gebonden is. Hij is partijvoorzitter en zit zelf niet in de regering”
- “De partijvoorzitters hebben ongeveer alle macht. Partijvoorzitters duiden ministers en staatssecretarissen aan, bijna naar eigen goeddunken. Gewone parlementairen zijn enorm afhankelijk van de plaats op de lijst die ze krijgen wanneer ze herkozen willen worden. Zij vertonen ook dikwijls een braafheid en onderdanigheid tegenover de partijtop, een soort slaafsheid. Terwijl ze in de coulissen vaak heel strijdlustig waren. Free speech zou voor een politicus juist een goed punt moeten zijn. Zolang dat op een beleefde en correcte manier kan gebeuren”, concludeert Torfs.