Het cijfer: Het verschil tussen de gerapporteerde CO2-uitstoot door de fabrikanten en de daadwerkelijke uitstoot zou in 2022 14 procent geweest zijn.

• Dat moet blijken uit een rapport van de International Council for Clean Transportation (ICCT). Die organisatie meet sinds begin de jaren 2010 het verschil.
• Voor de cijfers van 2022 analyseerde men gegevens van Duitse personenwagens. Daarbij werd gebruikgemaakt van data gerapporteerd door de European Environment Agency, alsook de uitstootgegevens die meer dan 160.000 consumenten voor hun auto invulden op de website spritmotor.de.
• In 2018 merkte de ICCT nog een verschil van 8 procent tussen wat de fabrikanten aangaven en de werkelijke uitstoot. Het feit dat het verschil groter wordt, baart de onderzoekers zorgen.
• “Zonder tegenmaatregelen zullen officiële CO2-uitstootwaarden steeds minder representatief worden voor waarden in het echt”, aldus Jan Dornoff, co-auteur van het rapport.
• “Dit zal de inspanningen van de EU om transportgerelateerde CO2-uitstoot te verminderen ondermijnen en leiden tot hogere brandstofkosten voor consumenten dan verwacht”, concludeert hij.

“Actie van VN hielp niet”

De details: De testen werden aangescherpt na Dieselgate, maar nog niet genoeg?

• Mede dankzij de ICCT kwam in 2015 ‘Dieselgate‘ aan het licht, toen bleek dat voornamelijk Volkswagen sjoemelsoftware liet installeren om de gemeten uitstoot bij testen naar beneden bij te stellen.
• De Verenigde Naties riep daardoor in 2017 de Worldwide Harmonized Light Vehicles Test Procedure (WLTP) in het leven. Dit is een rigoureuzere testmethode om het verschil tussen de laboratoriumresultaten en de eigenlijke uitstoot te verkleinen.
• Dat heeft niet geholpen, concludeert het ICCT-rapport. Volgens de WLTP zou de uitstoot van CO2 tussen 2018 en 2022 met 7,3 procent gedaald zijn. De ICCT berekende de werkelijke daling op 2,3 procent.

“Niet helemaal representatief”

Het counterargument: Volgens ACEA, een federatie van autohandelaren, is het onderzoek niet representatief.

• ACEA voert aan dat de enige officieel gemeten uitstootresultaten binnen de EU van de On Board Fuel Consumption Monitoring komen. Die organisatie is pas begonnen met gegevens te verzamelen in 2021 en heeft dus te weinig data om te vergelijken, vindt ACEA.
• Om met data die door consumenten zelf is ingegeven grote conclusies op lange termijn te trekken, is dan ook geen goede methode, is de redenering.
• Voorts is men van mening dat de testen van de WLTP nooit bedoeld zijn om naast de daadwerkelijke uitstoot te leggen. Met die laboratoriumtesten kunnen consumenten vergelijkingen maken tussen brandstofverbruik en uitstoot, klinkt het.
• “Men begrijpt volledig dat rijden onder laboratoriumtestomstandigheden anders kan zijn dan rijden onder echte rijomstandigheden”, laat ACEA in een reactie aan Euractiv weten.