De olieprijs veerde op na hints dat de OPEC+-alliantie overweegt de productie met meer dan 1 miljoen vaten per dag te verlagen.
Voor het eerst in tweeënhalf jaar komt de OPEC+ (het kartel van olie-exporterende landen, aangevuld met Rusland) fysiek bijeen. Dat gebeurt op woensdag in de Oostenrijkse hoofdstad Wenen. Verwacht wordt dat de organisatie gaat beslissen om een productieknip van 1 miljoen vaten door te voeren. Dat zou de grootste productieverlaging zijn sinds de zomer van 2020, toen de pandemie van het coronavirus voor een wereldwijde economische impasse had gezorgd.
Op de Aziatische markten schoot de prijs van ruwe Brent-Noordzeeolie in een reactie op het nieuws alvast 3 procent hoger, tot 87,65 dollar per vat. Vrijdag was het olieproduct nog met 0,6 procent gedaald. De Amerikaanse benchmark West Texas Intermediate (WTI) steeg ook met 3 procent, naar 81,88 dollar per vat, na een verlies van 2,1 procent tijdens de vorige sessie.
Afgevaardigden van OPEC+ meldden echter dat een definitieve beslissing over de omvang van de verlaging niet zal worden genomen tot de energieministers woensdag in Wenen bijeenkomen.
Rusland
Als tot de productieknip wordt beslist, zal dit de tweede opeenvolgende maandelijkse verlaging van de groep zijn, na de productie vorige maand met 100.000 vaten per dag (barrels per day; bpd) te hebben teruggeschroefd.
Analisten menen dat de twee grootste olie-exporteurs, Saoedi-Arabië en Rusland, het best varen bij een verminderde productie. Zo zouden de Russen bijvoorbeeld nog het meeste uit hun productie willen halen voor de westerse sancties naar aanleiding van de Oekraïne-oorlog op hun olieproducten worden aangescherpt, schrijft De Tijd.
Volgens twee bronnen van Reuters heeft het kartel zijn productiedoelstellingen in juli overigens al – met bijna 3 miljoen bpd – niet gehaald, omdat strafmaatregelen tegen sommige leden en lage investeringen door anderen het vermogen om de productie te verhogen in de weg stonden.
“Daling olieprijs voorbij”
De olieprijs zakte in de drie maanden tot september met een kwart doordat een vertragende wereldeconomie de vraag deed afnemen. Zakenbanken als UBS en JPMorgan stelden dat de OPEC en haar bondgenoten (Rusland) de productie met minstens 500.000 vaten per dag moesten verlagen om de prijzen te stabiliseren.
“De daling van de olieprijzen is waarschijnlijk voorbij”, zei Ed Moya, senior marktanalist bij Oanda Group, tegen Bloomberg. “Energiehandelaren werden pessimistisch tijdens de zomer, gezien de vrees voor een wereldwijde vertraging, maar nu lijkt het erop dat de risico’s voor olie opwaarts zijn.”
Een vermindering van meer dan 1 miljoen vaten per dag “zal genoeg zijn om een bodem onder de prijzen te leggen”, aldus Phil Flynn, senior marktanalist bij Price Futures.
China
In Azië heeft China vorige week nieuwe quota voor de export van brandstoffen en de import van ruwe olie vastgesteld in een poging om zijn economie nieuw leven in te blazen. De grootste importeur van ruwe olie ter wereld heeft de vraag naar energie zien teruglopen als gevolg van de hardvochtige COVID-lockdowns en een ineenstorting van de vastgoedsector dit jaar.
“Het zal slechts een kwestie van tijd zijn voordat olie terugkeert naar 100 dollar per vat, vooral omdat de voorraden tegen het einde van het jaar krap zullen worden”, opperde Suvro Sarkar, een energieanalist bij DBS in Singapore.
(mah)