Het fors bewaakte Saudische olieverwerkingscomplex Abqaiq vermocht afgelopen weekeinde niets tegen een gecoördineerde aanval met bewapende drones. De Saudische olieproductie halveerde op slag. Was deze aanval een voorproefje van wat ons te wachten staat op vlak van oorlogsvoering? En zijn bewapende drones de Kalasjnikovs van deze eeuw?
Op 24 februari 2006 pleegden twee moslimterroristen een aanval op het olieverwerkingscomplex Abqaiq in Saudi-Arabië. Ze slaagden er in de site binnen te rijden met 2 trucks vol explosieven, maar de aanslag leverde slechts geringe schade op. De twee aanvallers kwamen om het leven, net als twee Saoedische veiligheidsagenten om het leven.
Dertien jaar later leven we in een gans ander tijdperk. Op 14 september laatstleden vond op dezelfde plek een militaire aanval met drones plaats. Die veroorzaakte grote branden in de installaties. De Saudi’s kregen de brand pas uren later onder controle. Tot nog toe is er geen uitsluitsel over eventuele menselijke slachtoffers. Feit is dat de dagelijkse olieproductie van Saoedi-Arabië – ongeveer 5% van de olieproductie over de ganse wereld – na de aanslag op slag halveerde.
Oorlogsvoering in 2019: je tegenstander maximaal treffen en de gevolgen voor jezelf minimaliseren
Regimes in het Midden-Oosten staan bekend om hun vaak weinig bedekte steun aan paramilitaire groepen, rebellen, terroristen en andere vrijheidsstrijders. De oorlog in Syrië is daarvan de exponent. Doel van deze terreursponsoring is uiteraard het doordrukken van een eigen agenda. De strategie bestaat er in je tegenstander maximaal te treffen en de gevolgen voor jezelf te minimaliseren. Dit laatste dan vooral met betrekking tot de kosten van de operatie en menselijke slachtoffers.
Nieuwe technologieën laten toe voormelde strategie tot in perfectie uit te voeren. Dat heeft kolossale gevolgen op vlak van oorlogsvoering. Zogenaamde ‘non-state actors’ worden straks de evenknie van machtige legers. Volgens Moisés Naím, een voormalig Venezolaans minister van Handel en Industrie in het pré-Chavez tijdperk, en nu een gerenommeerd internationaal columnist voor o.a. de Spaanse krant El País, doen moderne technologieën vandaag voor deze ‘non-state actors’ wat de Kalasjnikov vorige eeuw voor vrijheidsstrijders wereldwijd deden.
Kalasjnikov was bedoeld om snel en goedkoop te worden geproduceerd
In 1959 startte de Sovjet-Unie met de productie van de originele Kalasjnikov, vaak de AK-47 genoemd. Het wapen was bedoeld om snel en goedkoop te worden geproduceerd. Het wapen werd een succes en werd al snel in productie genomen door bondgenoten van de Sovjet-Unie, zoals China, Polen en Joegoslavië. Gedurende de Koude Oorlog werd het geweer op grote schaal in Afrika verspreid, waar verzetsbewegingen streden tegen koloniale mogendheden. Schattingen van het aantal geproduceerde AK-47’s en varianten lopen uiteen, maar een totaal van 30 tot 50 miljoen is een vaak genoemd aantal. Ten minste 82 landen hebben AK-47-geweren in hun staatsarsenaal.
Is de drone de Kalasjnikov van deze tijd?
Gelijkenissen met drones zijn opmerkelijk: ze zijn goedkoop (vanaf 10.000 dollar heb je al een exemplaar dat dodelijk schade kan aanrichten) en vrij eenvoudig te produceren. Nieuwe technologie maakt het nu zelfs mogelijk om met zo’n drone een doelwit te treffen dat zich op duizenden kilometers afstand bevindt.
Toch zijn deze drones in the grand scheme of things weinig meer dan kinderspeelgoed. Het echte gevaar komt vandaag van cyberaanvallen. Landen als Rusland en Noord-Korea beschikken over door de staat gesponsorde cyberlegers die jaarlijks voor miljarden schade aanrichten in de wereld.
Cyberlegers
Volgens de Zuid-Koreaanse inlichtingenconsulent Simon Choi zou het Noord-Koreaanse cyberleger tussen drieduizend en zesduizend hackers omvatten. Bij de aanvallen zouden door die eenheid in 2018 wereldwijd meer dan honderd financiële instellingen zijn aangevallen. Naast wisselplatformen voor cryptomunten zouden ook verschillende centrale banken zijn aangevallen. In totaal zouden deze aanvallen ongeveer 650 miljoen dollar hebben opgeleverd.
Dan zijn er de onafhankelijke cybercriminelen, die [de computer- en elektricteitsnetwerken van] ganse steden platleggen en losgeld eisen om de boel weer op te starten. Dat lot trof onlangs nog de Amerikaanse steden Atlanta en Baltimore. Stel je voor wat ons te wachten staat wanneer 5G en het ‘Internet-of-Things’ (IoT) er straks voor zorgen dat onze watervoorziening aan onze koelkast gekoppeld is en onze zelfrijdende wagens aan onze pacemakers.
Genmodificatie
Maar het kan nog erger. Al in 2016 meldden de Amerikaanse inlichtingendiensten dat morbide wetenschappers nieuwe technieken ontwikkelen, waardoor genen in die mate kunnen worden gemodificeerd dat nieuwe ziektes of microben ontstaan die schade kunnen toebrengen aan ganse populaties en ecosystemen. Op die manier kan men bijvoorbeeld de genetische code van anthrax wijzigen om het veel krachtiger te maken.
Al deze zaken maken het voor natiestaten steeds moeilijker om zichzelf te verdedigen. Conventionele oorlogsvoering is een begrip uit vorige eeuwen. De kaarten liggen nu gans anders. Schurken kunnen daarenboven steeds meer schade aanrichten zonder eigen mensen in gevaar te brengen. Hoe natiestaten met dit nieuwe gegeven omgaan en hoe het de globale machtsbalans uit evenwicht zal brengen valt af te wachten.