Bij een oorlog vallen sowieso doden, maar dat wil niet zeggen dat alles ongestraft blijft. Voor marteling en opsluiting volgt meestal nog internationale veroordeling en 24 wetenschappers hebben nu een open brief geschreven om een toevoeging te doen aan het lijstje oorlogsmisdaden. Het milieu beschadigen heeft namelijk een niet te onderschatten impact.
We zijn het misschien allemaal wat teveel gewend geraakt: de beelden van bommen die gedropt worden op desolate woestijnlandschappen. Maar naast de overduidelijke en soms bedoelde menselijke tol is er ook nog een andere impact. Want bommen, oorlogsmachines en legers brengen ook heel wat schade aan het milieu toe en die langetermijneffecten (denk bijvoorbeeld aan een kernbom) kunnen niet ongestraft blijven.
Vervuiling in de oorlog
Dat is de mening van 24 prominente wetenschappers die een open brief gepubliceerd hebben in het wetenschappelijke tijdschrift Nature. Zij willen een nieuwe conventie van Genève, waarin overheden de verantwoordelijkheid krijgen voor de schade die ze toebrengen aan de omgeving van landen waar ze oorlog voeren.
“We roepen overheden op om expliciete veiligheidsmaatregelen te voorzien voor biodiversiteit”, staat in de brief te lezen. “De militaire industrie moet verantwoordelijk gehouden worden voor de impact van haar activiteiten.”
Er is natuurlijk een goede reden waarom de brief nu verschijnt. De VN komt op 8 en 9 augustus samen om het over de conventie te hebben. De VN zal het op dat moment ook expliciet over de reeds bestaande principes hebben. Maar volgens de wetenschappers is een volledig nieuwe conventie nodig.
Biodiversiteit in crisis
Daarnaast wordt het steeds duidelijker dat onze biodiversiteit in crisis is. In een in mei gepubliceerd rapport staat dat 1 miljoen soorten intussen bedreigd worden. Planten en dieren, van vogels tot zoogdieren, verdwijnen aan een tempo dat nog veel hoger ligt dan de laatste tien miljoen jaar. De reden is eenvoudig: de mens. En oorlogen helpen ons niet vooruit.
Staten in oorlog zijn druk bezig met militaire strategie en (begrijpelijk) de menselijke dodentol. Maar er blijft geen seconde over om na te denken over het milieu en de soms onherroepelijke schade die eraan wordt toegebracht.
De oorlog in Irak is daar een uitstekend voorbeeld van. Jaren nadat het Amerikaanse leger binnenviel in het Midden-Oosten, onderzochten wetenschappers de gevolgen van die militaire interventie op de omgeving. Wat blijkt? Meer kanker, meer geboortedefecten en over het algemeen meer problemen die gelinkt worden aan luchtvervuiling, zegt de universiteit van Brown in hun Cost of War-project.
Natuurparken en vuilnis
Het gaat ‘m ook niet alleen over de bommen en raketten zelf, ook het leger zelf. Het verbranden van vuilnis dat militaire basissen achterlaten bijvoorbeeld, stelt mensen in de omgeving bloot aan veel vervuiling.
Verschillende andere onderzoeken tonen ook aan dat, omdat er nu eenmaal meer wapens te vinden zijn in een land dat oorlog voert, men meer dieren neerschiet in een oorlogsland. Het gaat om immense hoeveelheden: onzekerheid over voedsel drijft mensen opnieuw naar de jacht.
Nieuwe conventie van Genève?
Om ervoor te zorgen dat die vervuiling daalt en dat er een betere bescherming komt van dieren in natuurparken, moet er dus een nieuwe conventie van Genève komen, volgens de wetenschappers. De kans dat die er komt, is vrijwel nihil. Maar dat er een extra bepaling komt bij de vier reeds bestaande beschermende conventies, hopen de 24 wetenschappers wel.