De meerwaardebelasting is één van de meest besproken maatregelen uit het regeerakkoord. De liberalen zijn niet te spreken over die taks, terwijl die volgens onder meer de PVDA niet ver genoeg gaat. Raoul Hedebouw, voorzitter van PVDA, zei onlangs dat de vennootschappen aan de “solidariteitsbijdrage” ontsnappen. Maar klopt dat?
Key takeaways
- Volgens de PVDA moeten vennootschappen geen meerwaardebelasting betalen.
- “Dat klopt”, zegt een fiscalist. “Dat is ook logisch, aangezien het om een maatregel in de personenbelasting gaat en vennootschappen hier evident niet onder vallen.”
- Hij voegt er wel aan toe dat een vennootschap die aandelen aanhoudt en verkoopt een vennootschapsbelasting van 25 procent betaalt op de gerealiseerde meerwaarden.
In het nieuws: Verschillende partijen trokken afgelopen week van leer tegen de meerwaardebelasting.
- Jan Jambon (N-VA), minister van Financiën, moest tijdens het debat over het regeerakkoord uiteindelijk toegeven dat nog niet alle details zijn uitgewerkt.
- Het blijft dus onduidelijkheid troef over het toepassingsgebied van de meerwaardebelasting. Intussen schieten de oppositiepartijen met scherp op de solidariteitsbijdrage. Hedebouw schreef onlangs op X, het vroegere Twitter, dat “de superrijken die hun aandelen beheren via een vennootschap ontsnappen aan de meerwaardebelasting.” Volgens hem blijft er zo fiscaal achterpoortje openstaan voor hen. “De Arizona-partijen sparen de superrijken”, aldus de voorzitter.
Vennootschappen ontsnappen aan de meerwaardebelasting, maar…
Duiding: Klopt de stelling van Hedebouw? We legden zijn tweet voor aan Pieter Willems, partner en fiscaal advocaat bij Tuerlinckx Tax Lawyers.
- “Het klopt dat vennootschappen niet onder het toepassingsgebied van de solidariteitsbijdrage vallen. Dat is ook logisch, aangezien het om een maatregel in de personenbelasting gaat en vennootschappen hier evident niet onder vallen”, verduidelijkt hij.
- Willems voegt eraan toe dat een vennootschap die aandelen aanhoudt en verkoopt een vennootschapsbelasting van 25 procent betaalt op de gerealiseerde meerwaarden. Enkel indien de voorwaarden voor de DBI-vrijstelling vervuld zijn, kan de meerwaarde worden vrijgesteld. Daarbij gelden wel drie voorwaarden:
- het moet gaan om een minimumparticipatie van 10 procent of 2.500.000 euro (volgens de huidige wetgeving;
- de vennootschap moet de aandelen aanhouden voor minimaal één jaar;
- en het dient te gaan over aandelen in een vennootschap die aan normale taxatieregels onderworpen is.
- “Het is evenwel goed in deze context aan te stippen waarom de meerwaarde op aandelen in de vennootschapsbelasting onder deze voorwaarden zijn vrijgesteld”, gaat hij verder. “De regering wil op die manier voorkomen dat dezelfde winst economisch dubbel belast zou worden in de vennootschapsbelasting. Daarnaast is het natuurlijk zo dat de opbrengst van de verkoop van aandelen nog in de vennootschap aanwezig is. Bij de uitkering ervan aan de aandeelhouders – die natuurlijke personen zijn – is er uiteraard opnieuw belasting verschuldigd in de vorm van een roerende voorheffing van 15 à 30 procent.”
Tien jaar aandelen vasthouden
Ook dit: Afgelopen weekend werd nogmaals pijnlijk duidelijk dat er zelfs binnen de regering nog geen consensus is over de details van de meerwaardebelasting. Zo laaide de discussie over een vrijstelling voor wie zijn aandelen minstens tien jaar vasthoudt opnieuw op.
- Kort nadat de Arizona-partijen een regeerakkoord hadden gesloten, opperde premier Bart De Wever (N-VA) dat beleggers die hun aandelen tien jaar vasthouden geen meerwaardebelasting moeten betalen.
- MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez herhaalde afgelopen weekend die boodschap. Meer zelfs, hij zei dat hij daarover een deal heeft gesloten met De Wever op een “apart briefje.”
- De Wever weigert te bevestigen of dat “briefje” bestaat en benadrukt dat er geen documenten zijn die moeten worden vrijgegeven aan het parlement. Jambon zei zondag in een gesprek met VTM Nieuws dat hij geen weet heeft van een briefje. Volgens hem is er dus geen vrijstelling voor beleggers die hun effecten minstens een decennium in hun portefeuille houden.
