Hoewel de inflatie afzwakt, neemt de koopkracht van ons spaargeld af door de renteverlagingen van de Europese Centrale Bank (ECB). “Wie zijn koopkracht wil beschermen zal verder moeten kijken dan vastrentende activa”, merken Thomas Meier en Christos Sitounis, portfoliomanagers bij de investeringsbank Mainfirst op.
Key takeaways
- Door de renteverlagingen van de ECB zetten meer en meer banken het mes in de spaarvergoedingen.
- Hoewel de inflatie afzwakt, moeten spaarders (en mensen die beleggen in andere vastrentende activa) door die renteverlagingen alsnog aan koopkracht inboeten.
- “Vroeg of laat zal het voor beleggers steeds duidelijker worden dat, ondanks intensievere spaarinspanningen, een andere allocatie noodzakelijk is om het enige doel van sparen te bereiken, namelijk het behoud van de koopkracht”, aldus Meier en Sitounis.
Context: De ECB heeft de voorbije jaren een verstrakkend geldbeleid gevoerd om de inflatie te temperen. Nu die beetje bij beetje zakt tot de doelstelling (2%) heeft de monetaire instelling het geweer van schouder veranderd.
- De centrale bank heeft dit jaar de rente al met 75 basispunten verlaagd. De depositorente – de vergoeding die de banken krijgen op de overtollige spaardeposito’s die ze bij de ECB parkeren – bedraagt vandaag 3,25 procent.
- Het is zo goed als zeker dat de monetaire instelling in 2025 verder het mes zal zetten in de rente. “De futuremarkten verwachten dat de ECB in december de rente nog verder zal verlagen tot 2,75 procent. Verwacht wordt dat die in 2025 uiteindelijk zal stranden op 1,75 procent”, laat Christofer Govaerts, hoofdeconoom bij Nagelmackers, weten in een gesprek met onze site.
- Hij voegt er wel aan toe dat er enkele onzekere factoren zijn. Hij denkt onder meer aan de impact die president-elect Donald Trump zal hebben op de wereldeconomie. Zo bestaat de kans dat hij met zijn beleid, waarbij hij de importtarieven wil optrekken en belastingen voor de Amerikanen wil verlagen, de inflatie een boost zal geven. In zo’n situatie kan de Fed gedwongen worden om de rente nog even op een hoog niveau te houden.
- Aangezien de Fed de centrale bank van de grootste economie van de wereld is, kan het Amerikaanse rentebeleid ook een impact hebben op de monetaire beslissingen die andere centrale banken nemen. De ECB zal bijvoorbeeld minder geneigd zijn om haar eigen geldbeleid (fors) te versoepelen als de Fed even de kat uit de boom kijkt. Een te forse renteknip kan onder meer de euro onder druk zetten. Een zwakkere munt maakt producten uit de VS duurder, wat de inflatie opnieuw kan aanzwengelen. En dat is natuurlijk niet wenselijk.
Duiding: Een dalende rente is slecht nieuws voor ons spaargeld.
- Als de depositorente daalt, hebben de banken minder ruimte om hun spaarders een extraatje te geven. De voorbije maanden hebben al enkele financiële instellingen, in het bijzonder de internetbanken, het mes gezet in de spaartarieven. Bij de helft van de spaarboekjes (voor volwassenen) moet je vandaag tevreden zijn met een rente lager dan 2 procent.
- Kans is enorm groot dat nog meer banken de spaarrentes zullen verlagen in 2025.
- Ook wie belegt in andere vastrentende activa, zoals obligaties, ziet zijn kapitaalopbrengsten slinken.
Onvoldoende om koopkracht spaargeld te beschermen
Opgemerkt: Ondanks de afzwakking van de inflatie kunnen spaarboekjes en andere vastrentende activa door de lage rente onze koopkracht niet beschermen.
- Volgens Meier en Sitounis geeft een vaste rente de beleggers en spaarders een vals gevoel van veiligheid.
- We nemen de situatie in ons land als voorbeeld. De Belgische inflatie bedroeg afgelopen maand 3,2 procent. De gemiddelde spaarrente (voor volwassenen) bedraagt procent 1,7 procent, leert een berekening op basis van de gegevens van Spaargids.be.
- Als je nu 10.000 euro op jouw spaarboekje parkeert, en de inflatie en spaarrente wijzigen gedurende die periode nooit, behoud je nog 9.850 euro aan koopkracht over.
- “Hoewel de inflatie is afgezwakt, zal die nog een tijdje relatief hoog zijn als gevolg van demografische ontwikkelingen, mogelijke handelsconflicten en de aanhoudende stijging van de grondstoffenprijzen”, klinkt het. “Vroeg of laat zal het voor beleggers steeds duidelijker worden dat, ondanks intensievere spaarinspanningen, een andere allocatie noodzakelijk is om het enige doel van sparen te bereiken, namelijk het behoud van de koopkracht.”