China deinst er niet voor terug om vergaande maatregelen te nemen om het aantal coronabesmettingen in eigen land zo beperkt mogelijk te houden. Het plaatsen van afsluitingen is misschien wel de opvallendste maatregel die het land tot nu toe heeft genomen. Dat meldt Wall Street Journal.
China is niet bepaald het meest gastvrije land ter wereld. Het land lijkt zich zelfs meer te willen afzonderen van de buitenwereld. Zo heeft China de afgelopen twee jaar afsluitingen geplaatst om zijn grondgebied af te bakenen en buitenlanders te weren. Vorig jaar werd een 300 meter lang hek gebouwd aan de grens met Vietnam. Het doel? De verspreiding van het coronavirus een halt toeroepen.
Vandaag is de afsluiting in het zuiden van het land al zo’n 5.000 kilometer lang. Daarmee is er nu ook een fysieke grens tussen China en Myanmar. Het ziet er dan ook naar uit dat China werkt aan een hedendaagse versie van de Grote Muur. De barrière is uitgerust met prikkeldraad, bewakingscamera’s en sensoren.
Een streng coronabeleid
De staatsmedia noemen de afsluitingen “de Grote Anti-Covid muur.” Het komt weliswaar niet als een verrassing dat China met zo’n draconische maatregel over de brug komt om het coronavirus zoveel mogelijk buiten te houden. Zo heeft Peking de afgelopen maanden al meermaals een regio in quarantaine geplaatst omdat daar een coronabesmetting werd ontdekt. Ook tijdens de Olympische Winterspelen gelden er zeer strenge maatregelen voor de aanwezigen. Denk bijvoorbeeld aan de quarantaineplicht voor de Belgische skeletonracer Kim Meylemans.
Volgens Karin Dean van de Universiteit van Tallinn in Estland, die gespecialiseerd is in de dynamiek aan de grens tussen China en Myanmar, maken de hekken deel uit van China’s bredere campagne om zijn grenzen te beveiligen, infrastructuurprojecten te vergemakkelijken en te voorkomen dat vluchtelingen het land binnenkomen, zo meldt de Wall Street Journal.
In een brief aan de dorpelingen in de grensgebieden drong de Chinese president Xi Jinping er bij de mensen op aan “het heilige land te beschermen”. Hij gaf ook de opdracht aan ambtenaren en burgers om samen een onbegaanbare barrière te bouwen. Vorig jaar werd een fonds van een half miljard dollar uitgetrokken om de beveiliging van China’s grensafsluitingen met Myanmar, Vietnam en Laos te versterken. Meer dan 100.000 ambtenaren, politiemensen, militairen en burgers bewaken 24 uur op 24 uur de grenzen van de Chinese provincie Yunnan, die aan de drie landen grenst.
Een rem op de handel
De “Covid-muur” heeft niet alleen vergaande gevolgen voor de lokale bevolking, maar treft ook de toeleveringsketen. Vrachtwagens uit Myanmar moeten aan de Chinese grens stoppen, 48 uur parkeren en hun goederen desinfecteren. De goederen worden dan weggebracht door Chinese chauffeurs die ze opnieuw ontsmetten. Vervolgens moeten zij 24 uur wachten voordat zij die goederen kunnen leveren.
China probeert al jaren zijn grens met Myanmar te controleren om activiteiten als smokkel en drugshandel in te dammen. “Covid-19 zou de officiële rechtvaardiging kunnen zijn die China zocht voor het bouwen van de bufferzone,” vertelde David Brenner, een professor aan de Universiteit van Sussex, aan de Amerikaanse media. Volgens hem is de kans dan ook zeer klein dat de hekken aan de grens zullen verdwijnen na de coronapandemie. Peking kan op die manier immers beter controleren wie zijn grondgebied binnenkomt en verlaat.
(kg)