Key takeaways
- Zwaarlijvigheid bij kinderen blijft alarmerend hoog in Europa en treft één op de vier jonge kinderen.
- Jongens lopen een groter risico op obesitas dan meisjes en veel ouders onderschatten het gewicht van hun kind.
- Slechte eetgewoonten en de tijd die voor beeldschermen wordt doorgebracht, dragen aanzienlijk bij aan het probleem.
Een nieuw rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) schetst een zorgwekkend beeld van obesitas bij kinderen in Europa. Hoewel de percentages in sommige landen een plateau hebben bereikt, blijven ze volgens gezondheidsdeskundigen “alarmerend”. Het onderzoek, dat gegevens bekeek van meer dan 470.000 kinderen tussen zes en negen jaar in 37 Europese landen, onthulde dat één op de vier jonge kinderen te zwaar is, en één op de tien zwaarlijvig.
Deze cijfers zijn vooral zorgwekkend in Zuid-Europa, waar bijna 20 procent van de kinderen zwaarlijvig is. Deze epidemie vormt een grote bedreiging voor de gezondheid, omdat ze het risico op chronische ziekten zoals diabetes, kanker, hartaandoeningen en beroertes op volwassen leeftijd verhoogt.
Jongens meer getroffen
Jongens lopen een groter risico op obesitas dan meisjes (13 procent vergeleken met 9 procent). Het rapport benadrukte ook een zorgwekkend verschil tussen de perceptie van ouders en de werkelijkheid: 66 procent van de ouders van kinderen met overgewicht of obesitas dacht ten onrechte dat het gewicht van hun kind normaal of ondergewicht was. Het is daarom noodzakelijk om ouders bewuster te maken en hen meer te leren over een gezond gewicht bij kinderen.
Eetgewoonten in heel Europa waren grotendeels ongezond, met slechts 32 procent van de kinderen die dagelijks groenten aten. Daarentegen werden ongezonde voedingsmiddelen zoals snoep (41 procent), suikerhoudende dranken (29 procent) en zoute snacks (16 procent) vaak geconsumeerd. Sociaal-economische factoren speelden een rol, waarbij kinderen uit beter opgeleide gezinnen gezondere eetgewoonten hadden.
Te veel schermtijd
Hoewel bijna alle ouders meldden dat hun kinderen minstens één uur per dag aan lichaamsbeweging deden en genoeg sliepen (minstens negen uur per nacht), kwam buitensporige schermtijd naar voren als een groot probleem. 42 procent van de kinderen besteedde doordeweeks minstens twee uur per dag aan beeldschermen en 78 procent in het weekend. Jongens en kinderen uit lager opgeleide gezinnen brachten meer tijd voor een scherm door.
De WHO dringt er bij de Europese landen op aan om strategieën te implementeren die een gezondere omgeving voor kinderen bevorderen. Deze aanbevelingen omvatten belastingen op suikerhoudende dranken en ongezond voedsel, strengere voedingsnormen voor schoolmaaltijden en beleid dat lichaamsbeweging aanmoedigt. (jv)
Volg Business AM ook op Google Nieuws
Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!

