Op 7 januari huldigde de Noorse premier Erna Solberg officieel het ‘Johan Sverdrup‘-olieveld in, op zo’n 140 kilometer ten westen van de stad Stavanger. Het gaat om een van de grootste olievondsten in de Noordzee ooit, dat genoemd werd naar een voormalig Noors premier. Eenmaal in productie zal het een kwart van de totale Noorse olieproductie vertegenwoordigen.
Een reeks oliemaatschappijen heeft zich al aangediend om het veld de volgende 50 jaar te gaan exploiteren. Dat tot grote ergernis van de milieubeweging, die maar niet begrijpt dat politici nog steeds niet de link tussen de klimaatwijziging en oliewinning zien, aldus Silje Lundberg, die voorzitter is van de Norwegian Society for the Conservation of Nature.
Ontginnen mits groene energie?
Tweederde van de reserves die de Johan Sverdrup herbergt zullen voor 2030 al worden opgepompt, waarna het productieritme zal dalen. Geschat wordt dat er zo’n 2,7 miljard vaten ruwe aardolie in de grond zitten. Als het op volle capaciteit draait zal het project 660.000 vaten per dag produceren. Ter vergelijking, dat is ongeveer wat een land als België dagelijks aan olie invoert.
Oliemaatschappijen zijn zich bewust van de paradox. Noorwegen, toch een pionier in de omschakeling naar groene energie, heeft zijn staatsfonds recent opgedragen alle investeringen in fossiele brandstoffen van de hand te doen.
Maar de wereld zal ook de komende jaren nog olie en gas nodig hebben. Equinor (ex-Statoil), het bedrijf dat het olieveld beheert, wil bij die exploitatie dan ook enkel groene energie gaan inzetten.
Alle stroom die zal worden ingezet bij de exploitatie is afkomstig van waterdammen en wordt via een onderzeese kabels aangevoerd. Dat moet de CO2-uitstoot per opgepompt vat met een factor 12 verminderen, zegt een woordvoerder. Informatie die de klimaatbeweging niet direct geruststelt. Daar wordt gesteld dat het gros van de CO2-uitstoot vrijkomt bij de verbranding van fossiele brandstoffen. Niet bij de winning ervan.
Tussen hamer en aambeeld
De Noorse regering staat dus voor delicate keuzes. In het land rijdt 1 op 2 voertuigen elektrisch. Verder profileert Noorwegen zich graag als een pionier in het gebruik van alternatieve energie. Maar nu moet dus worden beslist of het land alle, dan enkel de meest rendabele velden van ‘Johan Sverdrup’ gaat exploiteren. Een daarvan ligt op de Noordpool, die tot nog toe beschermd bleef tegen ontginning. Maar de inkomsten voor het land worden op 100 miljard dollar geschat in de volgende 50 jaar.
Geen eenvoudige opdracht dus voor een land dat afhankelijk is van olie en gas en met die activiteiten 200.000 mensen tewerkstelt. Of zoals David Boyd, de VN-rapporteur voor het Klimaat, recent nog in de Britse krant The Guardian schreef: ‘De paradox van Noorwegen is dat de voortdurende afhankelijkheid van de olie en gas zijn gidsrol op sommige vlakken van klimaatactie ondermijnt.’ Voor de Noorse kusten gaat de zoektocht naar nieuwe olie ondertussen gewoon verder.