Noord-Korea telt 25 miljoen inwoners en zo’n 3 miljoen onder hen gebruiken Koryolink, het gsm-netwerk van het land. Voor een land dat dagelijks in de actualiteit komt vanwege de grote repressie tegen de eigen bevolking, zou dat op vooruitgang kunnen lijken, maar dat is het niet.
Integendeel, telkens een Noord-Koreaan telefoneert, krijgt het regime van dictator Kim Jong-un enkel meer controle over dat individu. Dat blijkt uit een studie van Intermedia (.pdf), dat zijn conclusies baseert op de informatie die het kreeg van 34 Noord-Koreanen die hun land wisten te ontvluchten.
Noord-Korea: Big Brother is nooit ver weg
- Elke Noord-Koreaanse gsm is voorzien van de “TraceViewer“-software. Die maakt om de zoveel minuten een foto van de browseractiviteit en exporteert deze screenshots naar de geheugenkaart. Ongemerkt surfen naar websites die niet door de Noord-Koreaanse overheid worden gecontroleerd is dus nagenoeg onmogelijk.
- Het regime vaart wel bij al deze technologie. Mensen moeten niet langer worden geschaduwd, het volstaat hun gsm-gebruik te monitoren. Omdat alle ISP’s in handen zijn van de staat heeft men – in tegenstelling tot wat in andere landen gebeurt – evenmin mensen nodig die de mensen bespioneren en de data aan de overheid doorspelen.
- Langsheen de Chinese grens zet Noord-Korea ‘jammers‘ in. Dat zijn apparaten die worden gebruikt om te voorkomen dat mobiele telefoons signalen kunnen ontvangen van een – in dit geval Chinese – gsm-mast.
Noord-Korea probeert zichzelf een imago aan te meten van een land in volle ontwikkeling naar een moderne maatschappij. De werkelijkheid is gans anders: steeds opnieuw worden nieuwe middelen ingezet om de mediaconsumptie van het volk te monitoren.
Volgens het rapport worden daarvoor middelen ingezet die ongezien zijn in andere autoritaire staten of gesloten media-omgevingen.
Een Noord-Koreaanse burger wordt gadegeslagen door gemiddeld 8 ministeries en instellingen.