De Raad van State heeft beslist dat inwoners van Sint-Joost-ten-Node opnieuw moeten gaan stemmen op 9 februari. Daarmee wijzen ze het verzoek van uittredend burgemeester Emir Kir (Lijst van de Burgemeester) af. Die wilde de nieuwe verkiezingen een maand vroeger laten doorgaan.
Key Takeaways
- Sint-Joost-ten-Node moet volgend jaar opnieuw stemmen omdat de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen ongeldig zijn verklaard na geknoei met volmachten.
- Die nieuwe stembusgang zal doorgaan op 9 februari. Dat heeft de Raad van State beslist, ondanks een verzoek van zittend burgemeester Emir Kir om die datum te vervroegen.
Wat ging eraan vooraf?
- Huidig burgemeester Emir Kir haalde op 13 oktober met Lijst van de Burgemeester in Sint-Joost-ten-Node met 50,5 procent een absolute meerderheid.
- Volgens Ecolo, PS en Team Fouad Ahidar is er echter geknoeid met volmachten. In twee stembureaus zijn die volledig onvindbaar, terwijl er in totaal bijna één derde van de volmachten fouten bevatten.
- Het rechtscollege van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest opende een onderzoek en vond inderdaad onregelmatigheden. Zij besloten daarom halverwege november om de verkiezingsuitslag nietig te verklaren. Emir Kir kon daartegen in beroep gaan bij de Raad van State, maar besloot dat niet te doen. Daardoor moeten de inwoners van Sint-Joost-ten-Node opnieuw stemmen.
- Brussel Plaatselijke Besturen en de Brusselse regering beslisten vervolgens om een nieuwe stembusgang te organiseren op 9 februari. Daarmee gaan ze wel in tegen het Gemeentelijke Kieswetboek, dat stelt dat nieuwe verkiezingen maximaal vijftig dagen na het ongeldig verklaren moeten gebeuren. Kir trok daarop toch naar de Raad van State en stelde zelf de datum van 5 januari voor.
Geen hoogdringendheid
Emir Kir stelde bij dat verzoek aan de Raad van State dat het Gemeentelijke Kieswetboek moet gevolgd worden en dat hij stilstand in Sint-Joost-ten-Node wil vermijden. De Raad van State is hem daarin niet gevolgd en wees het verzoek af. Dat meldt Bruzz.
Minister van Plaatselijke Besturen Bernard Clerfayt (Défi) had eerder al laten weten dat de datum van 5 januari niet realistisch was omdat de voorbereidingen niet tijdig zijn begonnen. De Raad van State meent nu ook dat er geen hoogdringendheid is om de nieuwe verkiezing vroeger dan zondag 9 februari te organiseren.