Nieuwe partijleiding SPD brengt Duitse coalitie van Angela Merkel in gevaar

Kopzorgen voor Duits bondskanselier Angela Merkel. De toekomst van de Duitse regering staat op losse schroeven nu coalitiepartner SPD een nieuwe partijleiding heeft.

Zondag vonden er voorzittersverkiezingen binnen de Duitse Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD) plaats. Die partij zit al sinds 2013 onafgebroken in een coalitie met de CDU van Angela Merkel. Maar het nieuw verkozen voorzittersduo, Norbert Walter-Borjans en Saskia Esken, pleit voor een ommezwaai.

De twee relatief onbekende politici wonnen met 53 procent van de stemmen het pleit tegen Klara Geywitz en Olaf Scholz. Die laatste is huidig minister van Financiën en vicekanselier. Waar dit laatste duo dus voorstander is van de Grosse Koalition tussen CDU/CSU en SPD, willen de nieuwe voorzitters de partij terug naar de linkerzijde brengen.

Vervroegde verkiezingen?

Als de SPD de coalitie verlaat onder impuls van Walter-Borjans en Esken, komt het tot vervroegde verkiezingen of een minderheidskabinet. Hoewel Esken daar al openlijk mee dreigde, is Walter-Borjans minder radicaal. Hij eist dan wel nieuwe onderhandelingen over pensioenen, minimumlonen en het klimaat.

Nieuwe verkiezingen kunnen een risico inhouden voor de SPD. In peilingen staan de sociaal-democraten op 15 procent. Bovendien heeft de partij nog geen lijsttrekker gevonden. Het nieuwe voorzittersduo mist de politieke ervaring om die taak op zich te nemen.

SPD wil investeren

Het partijcongres aan het einde van de week zal duidelijkheid scheppen. De meeste SPD-leden verwachten dat de nieuwe partijleiding de coalitie niet zal verlaten. Wel zal het duo aansturen op toegevingen van de CDU, zoals het laten vallen van de besparingspolitiek.

Vraag is nu hoe de CDU gaat reageren. Verschillende kopstukken lieten optekenen dat heronderhandelingen geen optie zijn. De partij is intern verdeeld en moet zijn positie zien te behouden, als Merkel binnenkort stopt. De bondskanselier maakte al bekend dat ze zichzelf in 2021 niet meer wil opvolgen.

Bron: Reuters, de Volkskrant

Meer