De Europese voetbalbond UEFA kondigt aan dat de Champions League vanaf het seizoen 2024/25 een nieuw format zal aannemen. Het nieuwe format is goedgekeurd op 10 mei 2022 en heeft veel weg van het eerder voorgestelde Super League-concept. Niet langer zullen 32, maar 36 teams deelnemen aan een competitiefase.
Het idee van dit format doet denken aan het plan van twaalf Europese topclubs om een ‘Super League’ op te richten, zonder akkoord van bestaande organisaties als UEFA en de Champions League. Na veel protest kwam die ‘Super League’ uiteindelijk toch niet tot stand, al zijn de plannen daarover nog niet definitief opgeborgen.
36 teams in competitiefase
Een van de belangrijkste veranderingen is de uitbreiding van de competitiefase van 32 naar 36 teams. Hiermee verdwijnt de vertrouwde indeling in acht groepen en wordt die vervangen door een minikampioenschap. In plaats van de huidige groepsfase zal er dus één competitie zijn waarin alle 36 teams tegen elkaar spelen. Met deze herstructurering zal er ook nooit meer een ‘groep des doods’ te zien zijn in de Champions League.
Elk team zal acht wedstrijden spelen (vier thuis en vier uit) tegen verschillende tegenstanders. Voorheen speelden clubs zes groepswedstrijden tegen drie teams. De top acht in het eindklassement plaatst zich direct voor de knock-outfase, terwijl de teams op de plaatsen 9 tot 24 strijden in play-offwedstrijden om de resterende acht plekken. Voor de teams op plaats 25 tot 36 eindigt het Europees avontuur, zonder het vangnet van de Europa League.
Vergelijkbare formatwijzigingen zullen ook worden doorgevoerd in de UEFA Europa League en de UEFA Europa Conference League, die vanaf 2024/25 zal worden omgedoopt tot UEFA Conference League. Beide competities zullen ook 36 teams in de competitiefase hebben.
Toewijzing van extra plaatsen
In het huidige systeem plaatsten de kampioenen van de top 10 landen op de UEFA-ranglijst zich automatisch voor de groepsfase. Het nieuwe systeem verzekert de toplanden (Engeland, Spanje, Italië en Duitsland) van minstens vier tickets, inclusief hun tweede, derde en vierde geplaatste teams. Ook de tweede geplaatsten van het vijfde en zesde land op de UEFA-ranglijst hebben een rechtstreekse toegang tot de groepsfase.
Huidige stand van de Europese prestatieplekken
De toekenning van Europese prestatieplekken is gebaseerd op de landencoëfficiënten van het voorgaande seizoen. Dit wordt berekend op basis van het totale aantal clubcoëfficiëntpunten dat elke ploeg uit een competitie heeft behaald, gedeeld door het aantal clubs uit die competitie.
Volgens de laatste cijfers hebben Italië en Duitsland de hoogste coëfficiënten voor het seizoen 2023/24, waardoor ze elk een extra plek zouden verdienen. België staat op een zevende plek.
2023/24 clubcoëfficiënten:
- Italië: 109,000 punten / zeven clubs = 15,571 gemiddeld
- Duitsland: 101,500 / zeven = 14,500
- Engeland: 111,000 / acht = 13,875
- Frankrijk: 79,500 / zes = 13,250
- Spanje: 105,500 / acht = 13,187
- Tsjechië: 51,000 / vier = 12,750
- België: 62,000 / vijf = 12,400
Clubs die de Europese prestatieplekken zouden innemen
Italië en Duitsland hebben vier automatische plekken voor het seizoen 2024/25, wat betekent dat de teams die in de top vier van respectievelijk de Serie A en de Bundesliga eindigen, verzekerd zijn van een plek in de competitiefase. De Europese prestatieplekken zouden dan naar de teams op de vijfde plaats in hun nationale competities gaan. Momenteel zouden dus AS Roma en RB Leipzig elk een automatische plek in de competitiefase claimen via dit systeem.