Key takeaways
- De Tweede Kamer heeft gestemd voor het vervroegen van de datum waarop nicotineproducten alleen nog door tabaksspeciaalzaken verkocht mogen worden naar 2028.
- Een vergunningenstelsel voor tabaksverkoop moet worden onderzocht op het moment dat de verkoop wordt beperkt tot speciaalzaken.
- De overheid wordt gevraagd om tabaksverkooppunten op te sporen en te controleren door middel van een registratieplichtwet.
Regulering tabaksverkoop
De Tweede Kamer in Nederland heeft gestemd voor het vervroegen van de datum waarop nicotineproducten alleen nog maar verkocht mogen worden door tabaksspeciaalzaken van 2032 naar 2028. Daarnaast heeft de Kamer de regering verzocht om te onderzoeken of een vergunningenstelsel voor tabaksverkoop kan worden ingevoerd op het moment dat de verkoop wordt beperkt tot speciaalzaken. De VVD-fractie bekritiseerde het besluit als onbehoorlijk bestuur, terwijl het mogelijk jongeren kwetsbaar maakt.
Wetten en regels
De stemming volgde op debatten over moties over een wet die de registratieplicht voor tabaksverkopers regelt. Deze wet, die nu op 1 januari 2026 van kracht wordt (18 maanden later dan aanvankelijk gepland), is bedoeld om het aantal tabaksverkooppunten bij te houden en het toezicht door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit te vergemakkelijken.
De VVD, die aanvankelijk aarzelde over de wet, stemde uiteindelijk voor vanwege dit argument. De stemming voor de wet werd gesteund door 103 Kamerleden. De Kamer stemde ook voor een motie van Kamerlid Daniëlle Jansen (NSC) die er bij de regering op aandringt om de verkoop van nicotineproducten vanaf 2028 te beperken tot tabaksspeciaalzaken. Deze motie, met steun van verschillende partijen, behaalde een krappe meerderheid van 76 zetels.
Zorgen en bedenkingen
Zowel staatssecretaris Vincent Karremans (Jeugd, Preventie en Sport, VVD) als VVD-woordvoerder Judith Tielen uitten tijdens het debat hun bedenkingen over het voorstel, met als argument dat het in strijd zou zijn met principes van goed bestuur en betrouwbare overheid door terug te komen op toezeggingen en de verkoop via speciaalzaken met vier jaar te versnellen. Jansen stelde daar tegenover dat het stijgende aantal rokende jongeren ingrijpen rechtvaardigt en dat bedrijven drie jaar de tijd krijgen om zich voor te bereiden.
Wanda de Kanter, voorzitster van Rookpreventie Jeugd, bekritiseerde het standpunt van de VVD en stelde dat het laat zien dat hun ware loyaliteit bij tabaksfabrikanten ligt en niet bij jongeren, ouders, scholen of artsen. Ze wees erop dat het Nationaal Preventieakkoord, dat aanvankelijk ambitieus was, onder druk van de tabakslobby is afgezwakt, mede dankzij de VVD en VNO-NCW.
Andere moties
Een motie van Harmen Krul (CDA) die oproept tot een verkenning van een vergunningenstelsel voor tabaksverkoop wanneer deze beperkt blijft tot speciaalzaken kreeg ook de goedkeuring van 78 Kamerleden. Over dit onderwerp is al eerder gedebatteerd in het Huis, waarbij een soortgelijke motie in 2023 steun kreeg.
Tot slot werd een motie van Patrick Crijns (PVV) die er bij de regering op aandringt om illegale tabakshandel te bestrijden en het parlement op de hoogte te houden van de voortgang unaniem aangenomen door alle 150 Kamerleden. Opvallend is dat deze motie mede werd ingediend door leden van verschillende partijen, waaronder leden die eerder tegengestelde standpunten hadden geuit.
Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!