De Nederlandse tuinbouwsector maakt zich grote zorgen over de stijgende tarieven voor gas en elektriciteit. De Nederlandse tuinbouwers werken immers massaal met serres, die tijdens de winter moeten worden verwarmd.
Gevreesd wordt dat de sector door de impact van de oplopende energieprijzen een grondige verschuiving zal kennen. Er wordt zelfs gewag gemaakt van een mogelijke delokalisatie naar andere landen.
Goedkoop gas
Het gebruik van serres heeft ertoe bijgedragen dat Nederland zich na de Verenigde Staten tot de tweede grootste exporteur van landbouwproducten in de wereld heeft opgewerkt. De industrie, die een jaaromzet van ongeveer 8 miljard euro vertegenwoordigt, is echter opgegroeid met goedkoop gas.
De voorbije maanden is de sector echter geconfronteerd met een energiecrisis die de omschakeling naar andere bronnen zal bespoedigen, maar tevens tot de faling van een groot aantal bedrijven dreigt te zullen leiden.
De aanval van Rusland op Oekraïne heeft de Europese gasprijzen explosief doen stijgen. Rusland heeft immers beslist de gasleveringen aan Europa drastisch te beperken. Dat is een vergelding voor de sancties die de westerse wereld aan Rusland wegens zijn agressie tegen Oekraïne heeft opgelegd. De Europese gastarieven liggen inmiddels twintig keer hoger dan een jaar geleden.
Industriegroep Glastuinbouw Nederland benadrukt dat 40 procent van zijn drieduizend leden in financiële nood verkeert. Een aantal tuinbouwers dreigt dan ook zijn activiteiten te zullen moeten stopzetten.
“Dit zou ertoe kunnen leiden dat er buiten het seizoen minder groenten, fruit en bloemen in de Europese supermarkten te koop zullen zijn”, wordt er opgemerkt. “Tevens moet worden gevreesd dat de productie naar warmere landen – zoals Spanje, Marokko of Kenia – zal verhuizen.”
Tot voor kort kende de Nederlandse glastuinbouw een gasverbruik van ongeveer 3 miljard kubieke meter per jaar. Daarmee nam de sector 8 procent van het totale Nederlandse gasconsumptie voor zijn rekening.
“Die consumptie kende door de toenemende beschikbaarheid van hernieuwbare alternatieven weliswaar al enkele tijd een afname, maar de inkrimping die dit jaar wordt opgetekend vormt volgens telers vooral een signaal van een noodsituatie”, merken analisten op.
Uit cijfers van het Nederlandse Centrale Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat het gasverbruik van de nationale tuinbouw tijdens de eerste helft van dit jaar met 23 procent is gedaald tegenover dezelfde periode vorig jaar.
“Een groot aantal telers kiest ervoor om hun bedrijf te sluiten omdat ze op korte termijn geen verandering verwachten”, zeggen woordvoerders van de coöperatie Royal Holland Flora uit Aalsmeer, uitbater van de grootste bloemenveiling van de wereld.
“Supermarkten hebben preventief de bestellingen voor bloemen met ongeveer een derde verlaagd. Ze verwachten immers dat de consumenten door de hogere kosten van het levensonderhoud hun bestedingen zullen beperken.”
Groningen
De Nederlandse glastuinbouw is nauw met aardgas verweven. Dat is te wijten aan het gasveld in Groningen, dat decennialang de grootste producent van Europa was, tot de activiteit vanwege een aantal aardbevingen het voorbije decennium werd teruggeschroefd.
Een aantal grote tuinbouwbedrijven heeft eigen installaties voor warmtekrachtkoppeling, die door het verbranden van gas zowel warmte als elektriciteit opwekken. Serres hebben echter vooral warmte nodig. Daardoor kunnen de ondernemingen hun overschot aan elektriciteit tijdens momenten met een piekvraag aan de energiebedrijven verkopen.
Andere uitbaters hebben geïnvesteerd in biomassa, hoewel ook hout duurder wordt of niet meer beschikbaar is. Een aantal exploitanten maakt gebruik van aardwarmte. Nagenoeg de hele sector doet beroep op zonnekracht.
“Elke teler is uniek, waardoor het erg moeilijk is om over de huidige crisis conclusies voor de hele sector te trekken”, benadrukt Cindy van Rijswick, analist bij Rabobank. “Maar de huidige crisis zal de Nederlandse glastuinbouw waarschijnlijk een nieuwe vorm geven.”
“Daarbij zal mogelijk de trend naar de lokale productie – die de glastuinbouwsector een sterke stimulans heeft bezorgd – worden omgekeerd. Dat lijkt op een terugkeer naar het verleden, waarbij tijdens de winter de productie vooral in Spanje is gesitueerd en de Noord-Europese landen tijdens de zomer hun eigen groenten produceren.”