Panters en lynxen

In het nieuws: Terwijl de eerste Duitse Leopard-tanks in Oekraïne arriveren, wordt al gehint op de volgende modellen. Die zijn echter nog in ontwikkeling.

• Het was Armin Papperger, de CEO van defensieconcern Rheinmetall, die zelf de deur opende voor meer samenwerking. Hij gaf al regelmatig aan dat zijn bedrijf open staat voor de levering van extra tanks, zowel uit de eigen stocks als die van de verschillende Europese legers. Rheinmetall zou die tanks dan ook willen nakijken, op punt stellen en verschepen als dit gewenst is.
• Het nieuwe voorstel omvat echter geen Leopard-tanks, die ondertussen al geleverd werden aan Oekraïne, maar wel de gloednieuwe Panther KF51. Deze tank zit op dit moment nog in de ontwikkelingsfase, maar zou wel in de komende maanden kunnen worden klaargemaakt voor productie en inzet. Papperger zelf gaf eerder al aan dat de tank dan ook geleverd kan worden aan Oekraïne. Hij vertelde in februari aan Handelsblatt dat met de regering in Kyiv zelfs al wordt onderhandeld over een deal. Volgens hem zouden de eerste exemplaren “binnen 15 tot 18 maanden” kunnen worden geleverd.
• Nu onderhandelt het bedrijf met Oekraïne, om daar een nieuwe fabriek te bouwen. “Die zou zo’n 200 miljoen euro kosten, en zou jaarlijks tot 400 Panther-tanks kunnen produceren”, zo liet de CEO optekenen in Rheinischer Post. De Duitser hoopt in de komende twee maanden een Oekraïense handtekening onder het contract te zien.
• Daarnaast toont Oekraïne ook interesse in de Lynx-infanteriegevechtsvoertuigen. Deze voertuigen, eveneens uit de Rheinmetall-stal, zijn nog nergens in dienst: Hongarije werd in 2020 de eerste klant die dit type voertuig, 218 stuks in verschillende uitvoeringen, aankocht. Rheinmetall bouwde een fabriek in het Hongaarse Zalaegerszeg, waar op 12 januari gestart werd met de productie van de eerste Lynxen.

Nieuw kanon

De details: De Panther moet de toekomst worden van de Europese strijdkrachten. Althans, als het van Rheinmetall afhangt.

• Al in 2016 rijpte het idee om de Leopard 2-tank, waarvan de eerste exemplaren ondertussen al meer dan veertig jaar oud zijn, op te volgen. Rheinmetall startte met de ontwikkeling van een opvolger, die gebaseerd is op het chassis van de Leopard 2A4, de versie van de tank die het meeste in omloop is. Met de Panther wil Rheinmetall vooral de landen die eerder al Leopard 2’s aankochten verleiden om hun stocks te moderniseren. Het gaat om onder meer Duitsland, Oostenrijk, Spanje, Tsjechië en de Scandinavische landen. Nu de meeste van die landen enkele Leopard’s wegschenken aan Oekraïne, lijkt Papperger die leegte in de depots te willen gaan vullen, met de nieuwe Panther.
• De tank krijgt in vergelijking met de Leopard een nieuwe geschutstoren, die plaats biedt aan twee soldaten en een zelfladend 130mm-kanon bevat, een groter kaliber dan elke andere westerse tank. Speciaal voor de Panther ontwikkelt Rheinmetall dus ook nieuwe munitie. De nieuwe koepel maakt de Panther wel lichter tegenover de Leopard, 59 ton tegenover minstens 62.
• In een latere fase wil Rheinmetall de tank ook meer ‘ecovriendelijk’ maken: een krachtigere en efficiëntere krachtbron moet een eerste stap zijn; op termijn wordt ook nagedacht over een nieuw chassis.

(fjc)