Wat met de begroting, die met een tekort van liefst 45 miljard kampt tegen 2029: de grote uitdaging voor de volgende federale regering? Het Planbureau rekende de plannen van elke partij na, en komt met resultaten vanmorgen. Die zijn best verrassend: het zijn de N-VA én de PS, die straks die begroting opnieuw het meest gezond maken. Alleen is de route daarnaartoe spectaculair anders tussen beide partijen. Bij de N-VA zet men fors in op besparingen en een kleine lastenverlaging. Bij de PS heeft Paul Magnette (PS) liefst 18 miljard euro aan nieuwe taksen voorzien, met wel 7,5 miljard nieuwe kortingen: het tekort wordt dus met 10,5 miljard extra fiscale druk verkleind. Verder opvallend: de MR (13,7 miljard), het Vlaams Belang (14,8 miljard) en cd&v (7,4 miljard) zwaaien allen met gigantische belastingverlagingen. Het effect op de begroting is volgens het Planbureau desastreus: met de MR zou het in 2029 met liefst 2 procent van het bbp erger worden, het Belang krijgt 1,95 procent extra tekort, cd&v 0,79 procent extra. Verschillende partijen bekritiseren opnieuw de methodologie van het Planbureau, maar als vergelijkingspunt kan het toch tellen.
In het nieuws: Eigenlijk doet haast elke partij alsof de Europese begrotingsregels niet hoeven.
De details: Iedereen in de Wetstraat erkent de ‘sense of urgency’ die nodig zal zijn voor de volgende federale regering, rond de begroting. Maar in de kiesprogramma’s zelf, die de partijen voorlegden aan het Planbureau, blijkt wel het tegendeel: de Europese norm van maximaal 3 procent tekort op de begroting, ten opzichte van het bbp, wordt gewoon door niemand gehaald.
- Nederland doet het al jaren, en ook Canada doet het: voor de verkiezingen de partijprogramma’s, en dus de dure beloftes van elke partij laten doorrekenen. De cijferaars van het federale Planbureau waagden er zich in 2019 al eens aan, maar dat liep toen af op een sisser: de partijen konden nauwelijks vergeleken worden.
- Deze keer kreeg het Planbureau steun van de OESO én ook input van de partijen zelf, om het model te verbeteren. Het resultaat was dat elke partij tot dertig voorstellen kon indienen, van nieuwe fiscale plannen over gezondheidszorg, tot sanering van de overheid of klimaat en milieu. Vandaag heeft dat Planbureau zijn cijfers klaar, en geheel volgens de traditie van dat huis, is het een lawine aan Excel-rekenbladen geworden.
- Maar één lijntje in die vergelijkingen doet er echt toe, het zogenaamde “vorderingsaldo van de overheid” in die Excel-sheet, als het gaat over de vraag hoe dit land straks nog in orde blijft met de regels van de Europese Unie en de eurozone: de fameuze nieuwe begrotingsafspraken van de EU. Dat cijfer, berekend voor de komende vijf jaar van de volgende regering, geeft aan wat de impact is van de plannen, per partij, op die toekomstige begroting.
- Daarbij belangrijk: het vergelijkingspunt van dat cijfer is het zogenaamde ‘ongewijzigd beleid’. Dat kleurt bloedrood voor de federale overheid, de komende jaren: van 4,8 tekort voorspeld in 2025, gaat het naar 5,6 procent tekort in 2029, of omgerekend liefst 45 miljard euro te kort.
De harde cijfers: Het Planbureau heeft de effecten per partij nu dus opgelijst, en ze toch spectaculair.
- Aan kop gaan N-VA en PS. Die eerste komt met een verbetering van 1,97 procent in 2029, met 0,785 miljard lastenverlaging. De partij bespaart vooral in de sociale zekerheid bij de niet-actieven, en gaat onder meer ook fors snoeien in Ontwikkelingssamenwerking.
- Zelf verklaarden ze dat ze met die cijfers heel nipt de 3 procent-norm in 2029 niet halen, met 3,05 procent tekort. De rest van de partijen haalt dat dus hoe dan ook niet. De overheidsschuld zakt ook het felst bij N-VA, met 8,11 procent ten opzichte van het bbp, tegen 2029. De partij zet de tering naar de nering: op vlak van koopkracht komt er netto amper iets bij.
- Opvallend dus: de PS scoort als tweede beste, in het verbeteren van de begroting. De partij komt met een verbetering van 1,12 procent in 2029. Daarmee halen ze die Europese norm van 3 procent tekort niet, maar het pad is er wel.
- Alleen is de weg daar naartoe is helemaal anders dan die van de N-VA. In totaal heeft Paul Magnette liefst 18 miljard nieuwe belastingen klaar, maar compenseert hij nog voor 7,5 miljard aan lastenverlagingen. Netto dus een extra fiscale druk van 10,552 miljard euro. Daarbij nieuwe vermogensbelasting, 30 procent meerwaardetaks op aandelen, zwaardere taksen op bedrijfswagens, winstpremies, fietsvergoedingen en dergelijke. Het effect op de overheidsschuld is tweede grootst, na N-VA: 5,33 procent eraf in 2029.
- Ook best opvallend: de PVDA heeft de derde grootste verbetering, van 0,75 procent in 2029. Ook zij zwaaien voor in totaal liefst 6,226 miljard nieuwe belastingen. Opvallend: de PVDA is de enige partij met wiens radicale plannen de Belgische economie zou krimpen, in plaats van groeien.
- Alle andere partijen hebben daar een positief effect, bij de PVDA is er een negatief effect van 0,33 procent op het bbp. Meteen is het ook de enige partij die zo een netto jobverlies van meer dan 20.000 jobs forceert.
- Volgende in de rij is Groen: ook zij verbeteren een beetje, 0,67 procent in 2029. Dat doen ze met zo’n 2,57 miljard nieuwe belastingen. Daarbij zitten onder meer een nieuwe vliegtaks en de kilometerheffing. Opvallend is dat Groen wel als derde beste de overheidsschuld afbouwt, met 3,66 procent. Tegelijk zwaait ze met forse koopkrachtverhoging: bijna 250 euro erbij per gezin, zeker voor de armsten.
- Ecolo heeft soortgelijke cijfers met Groen: een verbetering van 0,55 procent in 2029. het grote verschil is dat de Franstalige groenen veel meer leunen op extra taksen om dat te behalen: zij zitten in de grootorde van de PS, met liefst 10,292 miljard nieuwe belastingen.
- Open Vld is de eerste in het rijtje die zwaait met forse belastingvermindering, tot 3,057 miljard. Maar hun ‘Groeiplan’, wat op papier meer dan 24 miljard besparingen zou moeten opleveren, wordt door het Planbureau toch veel lager ingeschat: het gaat maar om een verbetering van 0,47 procent in 2029. De overheidsschuld daalt ook nauwelijks, met 0,96 procent bij de liberalen.
- Les Engagés komt met plannen die nauwelijks effect hebben, 0,18 procent verbetering van het bbp én nog een pakket nieuwe taksen van 1 miljard.
- Vooruit heeft naar eigen zeggen “een compleet becijferd globaal plan om de begroting op orde te krijgen” klaar, wat een inspanning van 20 miljard zou zijn. Maar in de cijfers van het Planbureau blijkt dat niet: ze komen uit op 0,1 procent verbetering, nauwelijks evolutie dus ten opzichte van die 45 miljard tekort die er in 2029 zal zijn. Ze hebben wel, anders dan de PS, voor nauwelijks 140 miljoen euro nieuwe taksen in totaal. De koopkracht gaat hier ook fors omhoog: bijna 200 euro per gezin.
- Daarna volgen onderaan de lijst cd&v, Vlaams Belang en de MR: drie partijen die plannen maakten die netto nog éxtra zouden wegen op de begroting, doordat ze de lasten zeer fors gaan verlagen. De effecten zijn er wel op de economische groei, die het sterkst zou stijgen onder de drie, net als de jobcreatie, die het meest toeneemt, én ook de werkgelegenheid zou omhoog veren. Alleen: wie gaat dat dan betalen? De overheid blijkbaar, op de poef dan.
- Bij cd&v leveren de plannen een verslechtering van 0,79 procent van het bbp, tegen 2029. In totaal verlaagt cd&v de belastingen veel meer dan Open Vld: met liefst 7,4 miljard. Daar zit de fameuze ‘fiscale hervorming’ van cd&v in, maar die blijkt vooral een fiscale vermindering volgens het Planbureau. Daarnaast trekt de partij ook fors meer uit voor de kinderopvang en voor gezondheidszorg, wat de begroting extra verzwaart.
- Bij Vlaams Belang gaat het nog dieper in de rode cijfers, tot 1,95 procent netto extra tekort, ten opzichte van het bbp. De partij heeft dan ook voor 14,8 miljard lastenverlagingen klaar. En er is evengoed een cadeau in de koopkracht, met 250 euro per gezin.
- En huidige regeringspartij MR maakt het meest financieel onhaalbare plan van allemaal: ze eindigden op een extra negatief effect op de begroting van 2,06 procent van het bbp. Niet toevallig schudt Georges-Louis Bouchez daarbij nog een lastenverlaging van 13,7 miljard uit zijn mouw, zonder dus te zeggen hoe dat betaald zal worden.
Waarom dit van belang is: De ‘portefeuille van de mensen’ lijkt toch centraal in de campagne te komen. En daarbij telt de begroting als afgeleide ook mee.
- Of het nu ‘koopkracht’ of ‘welvaart’ is als toverwoord: het komt in haast elk partijprogramma, maar ook bij elk debat terug, als hét kernthema waar de meeste partijen het over willen hebben. De overheidsfinanciën zijn daarbij uiteraard niet de hoofdbekommernis van de kiezers, wel het vermogen en het inkomen van de burgers zelf. En in de plannen zijn wel degelijk ook de financiële prioriteiten zichtbaar, die elke partij doorgaf: op welke beleidsdomeinen geeft men centen uit?
- Zeker op links volgen dan ook reacties in die zin, op de netto koopkrachtberekening voor partijen:
- “We zijn de partij van de koopkracht. Hogere lonen, lagere facturen. Wij zijn ook de enige partij die heel hard focussen op Vlaamse investeringen, de enige die plannen voor betere kwaliteit in onderwijs en voor Vlaamse zorg hebben laten doorrekenen”, zo reageert Melissa Depraetere (Vooruit), die verder wel stelt “dat een gezonde begroting super belangrijk is.”
- “We brengen het armoederisico naar nul, zorgen voor een eerlijk inkomen voor iedereen en meer mensen aan het werk, maken de ecologische keuze zoals het openbaar vervoer en renoveren goedkoper én verbeteren tegelijk ook nog eens het begrotingstekort doordat we de grote vermogens en grote vervuilers doen betalen’, was de boodschap bij Groen-covoorzitters Jeremie Vaneeckhout en Nadia Naji.
- Voor de N-VA speelt heel fel de onderliggende vraag over die portefeuille van de burger: wie vertrouwt de kiezer als ‘goede huisvader’ met de centen van de overheid. Want daar is de druk van Europa, dat België dreigt op het strafbankje te zetten, nauwelijks een week na de verkiezingen, wel degelijk een factor. Niet toevallig triomferen zij nu, omdat ze als ‘beste’ uit de beoordeling komen, wanneer het over de begroting gaat.
- “De andere partijen leven kennelijk allemaal in fabeltjesland. Open Vld komt met haar zogenaamd ‘becijferd groeiplan’ niet eens aan een vierde van wat er moet gebeuren, terwijl partijen als cd&v en Vlaams Belang er zelfs in slagen om met hun maatregelen het begrotingstekort nog fors verder te doen ontsporen”, zo reageert Bart De Wever.
- “We betalen nu al jaarlijks rentelasten ter waarde van zowat het gehele budget van Defensie, Politie en Justitie samen. Dat loopt straks fors op. De ruimte om te investeren in wat dan ook dreigt zo volledig te verdwijnen. Maar toch weigeren andere partijen de kiezer naar waarheid de uitdagingen te schetsen waarvoor dit land staat.”
Schiet op de pianist: De methode van het Planbureau blijft onder vuur liggen. Van alle kanten.
- Opvallend: bij toch een pak partijen is er onvrede over de manier waarop het Planbureau de vergelijking maakte. Meest radicaal in hun kritiek zijn PVDA en Vlaams Belang, misschien niet toevallig.
- “De gebruikte economische modellen zijn gebaseerd op een neoliberale logica”, zo laat David Pestieau, de directeur van de studiedienst van de PVDA, weten. Hij heeft het ook over “de arbitraire weigering om een reeks ingrijpende en belangrijke maatregelen door te rekenen”, bij het Planbureau. En de miljonairstaks en pensioen op 65 zijn volgens de PVDA op “een conservatieve en zelfs betwistbare manier benaderd geworden”.
- Bij Vlaams Belang hebben ze dan weer grootste moeite dat voorstellen die een (grond)wetswijziging of aanpassing van een internationaal verdrag vergen (zoals de “sociale zekerheid splitsen” of de “migratiefactuur schrappen”, twee besparingen die volgens het Vlaams Belang miljarden opleveren voor Vlaanderen) niet worden doorgerekend door het Planbureau.
- “De rol van het Planbureau moet zijn om voorstellen te becijferen, niet om te oordelen of een voorstel haalbaar, wenselijk of juridisch mogelijk is”, zegt het hoofd van hun studiedienst Tom Vandendriessche, die ook Europees Parlementslid is. “Ondanks alle nobele bedoelingen is deze doorrekening een arbitraire, onvolledige en eigenlijk manipulatieve oefening geworden”, zo verklaart hij.
- Maar niet enkel de radicalere partijen hadden bedenkingen. Ook cd&v ergerde zich aan het feit dat hun fiscale hervorming, die in totaal veel meer dan 30 voorstellen bevatte, niet in haar geheel kon worden doorgerekend.
- Bij Groen had men moeite met het feit dat veel voorstellen rond fiscale fraude niet konden, en dat ook klimaatmaatregelen, met terugverdieneffecten, ook maar heel zuinig in de modellen van het Planbureau pasten.
- En bij N-VA is heel het ‘confederalisme’, met een verregaande splitsing van bevoegdheden, dus helemaal niet opgenomen in de oefening. Plus: daar wijst men net, in tegenstelling tot de kritiek van PVDA, dat het model ‘neo-liberaal’ is, erop dat de modellen van het Planbureau eerder ‘Keynesiaans’ zijn. Wie meer uitgeeft, krijgt grotere economische effecten en wordt dus volgens de N-VA eigenlijk onterecht ‘beloond’ in de modellen.
Money, money, money: Straks wordt de 3 miljard in het gemeentefonds herverdelen een heftig debat, voor de volgende Vlaamse regering.
- Het is een kritiek die al langer loopt bij discussies over de overheidsfinanciën: de grote steden krijgen te veel geld. Zeker met de gemeenteraadsverkiezingen in het vooruitzicht is het een kreet die klinkt vanop het platteland: de verdeling van het gemeentefonds, waar nu zo’n 3 miljard per jaar aan opcentiemen en de personenbelasting uit komt dat richting de de 300 Vlaamse steden en gemeenten vloeit, zit niet juist.
- Want Antwerpen met 20 procent en Gent met 10 procent nemen het grootste deel van die pot voor zich. En dat komt door een systeem van zogenaamde ‘voorafnames’: nog voor er op basis van allerlei criteria zoals inwoners, fiscale draagkracht, open ruimte of sociale behoeften centen verdeeld worden, is er al 40 procent van heel de pot verdeeld, op basis van historische afspraken. Centrumsteden, provinciesteden en ook de gemeenten aan de kust krijgen daardoor proportioneel meer.
- Maar tegenover die historische deal stonden niet alleen lusten, maar uiteraard ook lasten: grote steden als Gent en Antwerpen trekken problematieken aan die nauwelijks op het platteland denkbaar zijn.
- Alleen, de hele zaak is een politiek geladen dossier geworden, onder meer omdat zowel cd&v (dat in Gent en Antwerpen electoraal nauwelijks nog bestaat) als Open Vld er in de Vlaamse regering wel in wilden gaan roeren in dat potje. Zeker omdat de grootste ‘verdiener’ uiteraard Antwerpen, met burgemeester Bart De Wever (N-VA) is.
- Binnen de Vlaamse regering was Bart Somers (Open Vld) als Mechelaar veel minder geneigd om echt de boel te laten overkoken, hij bestelde een studie, om de zaak toch te objectiveren. Die is nu klaar. De onderzoekers van de UGent, KULeuven en UAntwerpen hebben een rekenmodel met liefst 27 scenario’s. In zowat elk scenario vangen Gent en Antwerpen klappen, maar ook veel andere centrumsteden betalen het gelach.
- “Op basis van cijfers kunnen we nu beoordelen, maar het is uiteraard een politieke discussie”, zo erkende Gwendolyn Rutten (Open Vld), die Somers opvolgde op Binnenlands Bestuur.
- Rutten, zelf van het landelijke Aarschot, heeft duidelijk een andere lijn: “Het is nu heel moeilijk om nog te verantwoorden waarom er eerst geld uit de pot moet komen voor bepaalde steden wél en andere niet. Waarom in Aalst wel, en niet voor Ninove of Vilvoorde? Je kan niet meer uitleggen waarom sommigen wel uit de voorafname geld krijgen en anderen niet.”
- Of ze zich daarbij populair maakte bij haar partijgenoot Mathias De Clercq (Open Vld), de burgemeester van Gent, is maar de vraag: “Het is vandaag meer een grootstedenfonds dan een gemeentefonds, en dat is een scheefgetrokken situatie.”
- Tegelijk stelde Rutten diplomatisch dat “Gent en Antwerpen niet te veel krijgen, maar de anderen vooral te weinig”, ze wil dus de koek vergroten. “Maar als er geen euro bijkomt, zullen uiteraard de grote steden de verliezers zijn”. Dat wordt dus een stevige discussie voor de volgende Vlaamse regering.
Gevolgd: De eerste betoging tegen een nieuw onderwijsvoorstel gaat van start.
- In Antwerpen komen vandaag minstens 2.000 betogers samen om te protesteren tegen een voorstel van de Raad der Wijzen in het onderwijs. Die heeft een hervormingsplan klaar, maar drie van de vier vakbonden, de socialistische ACOD, de christelijke COC en de vrije VSOA, moeten daar niets van weten.
- De grootste kritiek komt er op de 38-urenwerkweek die men wil invoeren. Volgens de bonden zijn er geen garanties dat overuren beperkt zullen blijven in het nieuwe systeem. “Leerkrachten zijn niet van plan meer te werken voor hetzelfde loon om het lerarentekort op te lossen of om verlofstelsels te moeten inleveren terwijl dat ook aandacht vraagt in hun work-life-balance”, verduidelijkt Koen Van Kerckhoven van de COC tegenover de VRT.
- Tevens wordt er gevreesd dat de schooldirecties te veel macht krijgen. Met een minimaal kwalificatieniveau moet het makkelijker worden voor directies om leerkrachten aan te nemen, maar de bonden menen dat dit leidt tot willekeur. Ook de vaste benoeming voor directeurs stuit op verzet.
- De initiatiefnemers van de hervorming menen dan weer dat de bonden hun huidige macht vooral willen behouden. Mede-auteur Kristof De Witte van de KULeuven hekelt de staking “voor het behoud van de status quo en voor een centralistische visie”, zo schrijft hij op LinkedIn.
- Ook minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) veroordeelt de acties scherp. “Het is redelijk onuitgegeven dat men niet staakt tegen beleid, maar tegen beleidsaanbevelingen van een onafhankelijke commissie. De stakers maken op die manier elk gesprek onmogelijk”, vindt hij. “Je kan niet zeggen dat je openstaat voor een hervorming van de onderwijsorganisatie, als je dan bij de eerste aanzet tot debat in een kramp schiet.”
- Maar de bonden zijn vastberaden. Na Antwerpen volgen nog stakingen in andere steden. Morgen in Oostende, en daarna volgende week maandag in Leuven, dinsdag in Hasselt en tot slot op woensdag 15 mei in Gent.
Ook gevolgd: Felle kritiek op de benoeming van een nieuwe baas van de onderwijsinspectie.
- “Opgestapt, omwille van politieke druk”: bij zijn afscheid vorige maand, als baas van de Onderwijsinspectie, schopte Lieven Viaene nog wild om zich heen. De man, met een cd&v-stempel, haalde hard uit naar minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA). Die had hem het leven onmogelijk gemaakt, zo stelde de ambtenaar. De oppositie smulde ervan.
- Nu duwt Weyts door: de Vlaamse regering benoemde deze week Katrien Bonneux, de kabinetschef van Weyts, als nieuwe bazin van die inspectie. Ze kwam als beste uit een selectieprocedure, maar dat kan de kritiek nauwelijks stillen dat het om een pure politieke benoeming gaat.
- De lijst met kabinetards die in deze Vlaamse regering verkaste naar de administratie, die zo even politiek kleurt als in het verleden, wordt wel lang. Enig verschil: er zitten naar verhouding met de coalitie nu meer N-VA’ers tussen, die systematisch mensen met oranje, blauwe of rode stempel vervangen. Maar de ‘Belgische ziekte’ van politisering van de administratie, zet zich zo evengoed door op Vlaams niveau.
- Deel van het lijstje, deze legislatuur:
- Joy Donné, voormalig kabinetschef van minister-president Jan Jambon (N-VA), werd de nieuwe baas van Flanders Investment & Trade.
- Jan Smedts, ook van bij Jambon, werd de administrateur-generaal van het Agentschap Digitaal Vlaanderen.
- Bob Van den Broeck, voormalig kabinetschef van minister Zuhal Demir (N-VA), werd baas van Justitie en Handhaving.
- En ook van bij Demir was er Samir Louenchi, die de topman van het Vlaams Energieagentschap kon worden.
- Maar ook cd&v benoemde mensen: van op het kabinet van minister van Welzijn Hilde Crevits (cd&v) was er Patrick Poelmans die directeur-generaal van het Agentschap voor Onderwijsdiensten werd.
- En Lydia Peeters (Open Vld), de minister voor Openbare Werken, liet kabinetsmedewerker Kathy Vandenmeersschaut vertrekken om baas van het Agentschap Wegen en Verkeer te worden.
On the campaign trail: Tom Van Grieken (Vlaams Belang) keek naar de 505-concerten. En raakte zowaar ontroerd door poëzie.
- Tijdens een debat in Mechelen gisterenavond voor de Marnixring in Mechelen deed Vlaams Belang-voorzitter Van Grieken een opvallende ontboezeming: ja, hij had toch even naar de 505-concerten gekeken, afgelopen weekend in Antwerpen op het Sint Jansplein.
- “U weet wel, die concerten die eigenlijk tegen ons bedoeld zijn, maar ze durven het niet zeggen. Nu ja, ik wilde toch eens zien wat dat opleverde.”
- En kijk: Van Grieken bleef toch een stukje positiever achter. “Ik zag daar kunstenaar Jaouad Alloul een gedicht voordragen. En ik moet u zeggen. Die man deed dat in prachtig Nederlands. Ik heb daar met open ogen en mond naar zitten luisteren, die speelde met taal. Ik kan van die concerten niet warm worden, maar op zijn minst verbindt taal ons wel”, zo stelde Van Grieken.
Tenslotte genoteerd: De loonkosten per gepresteerd uur stegen vorig jaar met 9,1 procent.
- In 2023 betaalde een bedrijf in België per effectief gepresteerd uur gemiddeld 27,44 euro aan loonkosten. Dat is een stijging met 9,1 procent tegenover een jaar eerder (25,16 euro). De evolutie is gelijkmatig verdeeld over alle regio’s. Dat blijkt uit een steekproef van hr-dienstverlener Securex bij 20.847 bedrijven.
- Opvallend zijn de regionale verschillen. Een gewerkt uur kost bedrijven in Brussel met 31,45 euro het meest. Vlaanderen komt uit op gemiddeld 29,10 euro (+ 8,3 procent). In Wallonië betalen de bedrijven met 25 euro het minst per gepresteerd uur.
- Securex berekent de loonkosten per gewerkt uur door de totale jaarlijkse loonkosten te delen door het totaal aantal gepresteerde uren van alle werknemers die in dat jaar in dienst waren, inclusief flexibele contracten en studentenjobs.
- Dit toont hoeveel werkgevers gemiddeld betalen voor een gewerkt uur en omvat naast het brutoloon ook sociale zekerheidsbijdragen en andere arbeidsgerelateerde kosten. De stijging in 2023 is te verklaren door de loonindexaties die doorgevoerd werden en niet door minder gewerkte uren: het korte ziektepercentage daalde vorig jaar immers wat.