N-VA herschikt aan de top: Valerie Van Peel kondigt haar vertrek uit het partijbureau aan en wil na 2024 zelfs niet meer op de lijst. Haar vertrek betekent dat naast Steven Vandeput straks nog een nieuw gezicht in het kopgroepje van de N-VA aanschuift. Maaike De Vreese, die vorige keer nipt tegen Vandeput verloor, mag zich warm lopen. Met de exit van Van Peel en eerder Lorin Parys, en de komst van Vandeput, komt het accent opnieuw wat meer op het sociaal-economische en het communautaire te liggen. Maar tegelijk bevestigt de partijraad van N-VA wat iedereen al langer wist: Bart De Wever zal ook na 2024 namens zijn partij de onderhandelingen leiden. En de deur naar Vlaams Belang zit daarbij meer dan ooit dicht.
In het nieuws: Een emotioneel afscheid voor Van Peel.
De details: Na een periode van “parlementaire vrijheid”, die van 2018 tot ruim in 2020 duurde, maken parlementsleden kennis met de harde logica van meerderheid en oppositie.
- Het was één langerekte cri de coeur, toen we Van Peel enkele weken geleden in de wandelgangen van de Kamer tegenkwamen. “Neen, het gaat niet meer“, zo klonk het toen. Ze was het allemaal “kotsmoe” en vooral haar boosheid over het mislukken van een parlementair initiatief rond Eternit, de vervuilende asbestfabriek in haar electorale achtertuin, zinderde nog na. Enkele dagen voordien was het Van Peel niet gelukt om de meerderheid te overtuigen om verder te gaan met het compenseren van de slachtoffers. Ze wees daarbij heel duidelijk naar één partij, die alles geblokkeerd had, achter de schermen: Open Vld. De schaduw van voormalig premier Guy Verhofstadt (Open Vld) hing hardnekkig over het dossier.
- Nu zou een dergelijk initiatief, waarbij de oppositie in de Kamer de pas wordt afgesneden door de meerderheidspartijen, een ervaren parlementslid niet meer mogen verbazen: traditioneel maakt een wat naïeve gedrevenheid om zaken aan te pakken na een paar jaar in de Kamer plaats voor de nodige dosis cynisme over het hele spelletje in de Wetstraat.
- Niet voor Van Peel dus, die in heel haar carrière al eens met “de regels” durfde te botsen en daarbij ook regelmatig een radicale en misschien wat impulsieve carrièrekeuze maakte: voor haar politieke loopbaan was ze journalist bij onder meer Het Nieuwsblad en Dag Allemaal.
- Toen ze uitgekeken was op dat mediawereldje, waagde ze in 2009 de sprong en bood zich aan bij N-VA-voorzitter Bart De Wever. Zijn reactie toen: “Als voorzitter doe ik een vreugdedansje. Als mens zeg ik je: begin er niet aan. Het is bikkelhard voor mensen zoals jij”, zo citeert Van Peel De Wever zelf in haar afscheidstekst nu dertien jaar later. Na woordvoerder werd Van Peel parlementslid, waarbij ze zich snel liet opmerken omwille van haar verbale vaardigheden en het atypische N-VA-profiel, dat veel “breder” appelleerde dan een klassieke Vlaams-nationalist. Zo schopte ze het tot ondervoorzitter van de partij en ook ondervoorzitter van de Kamer, waarbij ze brede steun kreeg van andere fracties.
- Van Peel slaagde er ook in een paar ad hoc coalities met andere parlementsleden te maken, over partijgrenzen heen. Zo was er een initiatief met John Crombez (Vooruit) om de verjaringstermijnen van kinderverkrachters uit te breiden.
- Maar tegelijk waren er een paar erg heftige optredens van Van Peel in de Kamer, in de periode van de regering Wilmès II tijdens de corona-crisis, waarbij steeds duidelijker werd dat de N-VA in een isolement raakte en een Vivaldi-coalitie dichter bij elkaar kroop. Die trend ging alleen maar verder, waarbij de media, tot ergernis van Van Peel, steeds vaker enkel aandacht had voor de relletjes van en rond de coalitie, dan voor gefundeerd parlementair werk van oppositie of meerderheid. Doe daarbij een reeks bagger op sociale media en de emmer raakte overvol. De druppel werd dan, naar eigen zeggen, de asbestaffaire.
- Dat ze uiteindelijk nu, enkele weken na de bittere nederlaag rond Eternit, de handdoek uiteindelijk toch in de ring gooit, blijft verbazend: na een vermoeiend politiek jaar is heel de Wetstraat toe aan vakantie, maar de daad bij het woord voegen en effectief de stap terug zetten, dat zag niemand binnen haar partij aankomen.
- Belangrijke nuance wel: ze blijft tot 2024 haar mandaat in de Kamer uitdoen. De deur is daardoor niet helemaal dicht: wie weet overtuigt de partijtop haar bij de lijstvorming toch nog, om zich andermaal te “gooien”? Al zal De Wever, als hij dat al zal willen dan, sterk uit de hoek moeten komen: “Voor mezelf is de strijd op“, zo schreef Van Peel. “Dit is een persoonlijke beslissing die met veel meer te maken heeft dan alleen met mijn job.”
- “Valerie zat in onze partij nog niet aan haar plafond, want iedereen zag in haar straks een sterke kandidaat om vanuit Antwerpen een minister te leveren”, zo klinkt droog de analyse aan de top. Maar voor Van Peel werd het allemaal te veel: “Het politieke systeem zit vast. Daarbinnen tegen onbeweeglijke muren blijven beuken, is voor mij niet meer gezond”, zo stelde ze. Het was op, het vat leeg. De partijraad en het partijbestuur konden zaterdag niet anders dan haar ontslag aanvaarden. “Je kon een speld horen vallen”, zo stelt een aanwezige.
- Daarbij wilde Van Peel niet natrappen naar de partij. Haar afscheid was communicatief goed doordacht aangepakt: enkel een lang bericht op Twitter, waarin ze duidelijk stelde dat het niet aan interne partijpolitiek lag, en daarna geen enkel bijkomende uitleg en geen vragen. Al bleef de timing meer dan vervelend, enkele weken nadat ook Lorin Parys, die andere N-VA-ondervoorzitter, de deur achter zich dicht trok.
Ten gronde: Heeft een parlement dan niets te zeggen?
- De analyse van Van Peel over het parlementaire systeem was niet min: “Voor vele parlementsleden is de onmogelijkheid van het systeem vandaag een barrière om echt het verschil te kunnen maken. Ik blijf hopen dat dit ooit weer verandert.”
- Daarbij hoort ontegensprekelijk de vaststelling dat de Kamer net uit een periode van relatieve “vrijheid” komt. Het Belgische politieke systeem kende immers een uitzonderlijke periode, te beginnen met de “doorstart” van de regering Michel na de exit van N-VA eind 2018.
- De regering Michel II was een minderheidskabinet, dat eigenlijk vrij snel in lopende zaken ging, maar dus gedurende zes maanden voor de verkiezingen, én nog eens tot maart 2020 na die verkiezingen van mei 2019, verder moest als minderheidskabinet.
- In tussentijd vertrok Michel en werd het Wilmès I. In maart 2020 vervelde die ploeg dan tot een “noodkabinet”, dat het zes maanden zou volhouden, maar opnieuw was dat een regering zonder meerderheid in de Kamer.
- Het gevolg was dat in heel die periode de regering systematisch op zoek moest naar meerderheden in de Kamer om zaken gestemd te krijgen. Maar bovendien was er, door een gebrek aan een duidelijke meerderheid, een trend om als parlementsleden meer zelf het heft in eigen handen te nemen: er ontstonden allerlei initiatieven van onderuit, de Kamer kwam tot leven, los van partij en coalitie.
- Het beste voorbeeld was misschien wel het dossier van de pensioenen van de mijnwerkers, dat er doorkwam met steun van een aantal Limburgse en Henegouwse Kamerleden, soms tegen de partijlijn in. Of evengoed een nieuw initiatief rond het uitbreiden van de regels rond abortus, tot grote wanhoop van cd&v-voorzitter Joachim Coens.
- In die periode van losse regeringscontrole kreeg de Kamer een breder speelveld en kon er duidelijk meer. Maar eens corona toesloeg, werd alles en iedereen door de pandemie overrompeld en viel elk initiatief – en zelfs deftige controle vanuit het parlement op dat minderheidskabinet – compleet stil.
- Vivaldi draaide vervolgens de dwangbuis van het parlement weer fors aan, ondanks grote verklaringen over “een nieuwe en respectvolle aanpak” en een reeks beloften over het hervormen van de politieke zeden. Want hoewel de meerderheid bijna systematisch al vechtend over de vloer van de Kamer rolde, doorbrak niemand van Vivaldi al de parlementaire tucht die traditioneel rond een regeringscoalitie heerst: van wisselmeerderheden of afwijkend stemgedrag is geen sprake.
- Integendeel: net omdat naast N-VA eigenlijk enkel Vlaams Belang en PVDA in de oppositie zitten, wordt met de “extremisten” haast zelden rekening gehouden, maar dat geldt dan voor heel de oppositie. Allerlei berichtjes op sociale media – zeker vanuit die Vivaldi-coalitie – waarbij men nu openlijk “treurt” om het vertrek van kamerlid Van Peel, smaken daarom toch een beetje hypocriet, zo is in de wandelgangen te horen.
En nu: De top van N-VA wordt zo op enkele maanden helemaal herschikt.
- Verrassend was dan weer allerminst dat de N-VA dit weekend in brede consensus besliste om voorzitter De Wever tot na 2024 als voorzitter te houden. Het is al langer kristalhelder dat de Antwerpse burgemeester ook de grote onderhandeling, federaal en Vlaams, na de verkiezingen van 2024 wil leiden. Die beloven lang te worden: in het najaar zijn er immers ook gemeenteraadsverkiezingen, wat betekent dat voor 2025 waarschijnlijk niet echt wordt doorgesproken.
- De vraag is nu met wie de Vlaams-nationalisten die dans gaan voeren, naast De Wever. Het politieke kloppende hart van de N-VA is in feite het “DB”, het Dagelijks Bestuur. Daarin zetelen naast De Wever ook de twee ondervoorzitters, de partijsecretaris Louis Ide, de penningmeester Eddy Vermoesen en partijdirecteur Piet De Zaeger. Hier worden de meest prangende politieke vraagstukken van de partij het eerst besproken.
- Bij een regeringsvorming en dergelijke is het hier dat de lijn wordt uitgestippeld: zij zijn vaak de enigen die over veel info beschikken en de eersten die De Wever vergezellen bij onderhandelingen. Ook communicatief springen ze in: zo was het Lorin Parys die als ondervoorzitter regelmatig bij de ellenlange onderhandelingen van 2019-2020 namens de partij het woord voerde, en niet De Wever.
- Van Peel legt wel meteen haar mandaat neer als ondervoorzitter van N-VA: in september moet daar dus alweer een nieuwkomer gekozen worden. Nog maar in het voorjaar vertrok plots Parys ook al uit de partijpolitiek, om CEO van de ProLeague, de professionele voetbalclubs, te worden. Dit maakt dat De Wever zijn “Pretoriaanse garde”, zoals hij ze zelf noemt, op enkele weken tijd drastisch herschikt wordt.
- Want in de plaats van Parys kwam bij een spannende interne verkiezing Steven Vandeput, voormalig minister van Defensie en Hasselts burgemeester, in het DB. Met Vandeput zit er zo opnieuw iemand die de sociaal-economische lijn strak wil bewaken. Eerder dan de “brede” of “softe” lijn van Van Peel en Parys, is Vandeput een begrotingsman, een cijferaar, die liever een stevige economische analyse maakt. Dat accent zal dus wat anders komen te liggen.
- Maar die interne verkiezing was zonder meer een thriller: uit West-Vlaanderen had Sander Loones, zelf jarenlang ondervoorzitter maar niet langer kandidaat, kamerlid Maaike De Vreese naar voren geschoven. Dat gebeurde in alliantie met Vlaams-Brabant: De Vreese is de voormalige medewerker van Theo Francken. Erg nipt moest zij de duimen leggen voor Vandeput. De kans is dus groot, als die alliantie zich opnieuw rond De Vreese presenteert, dat zij het deze keer wel haalt. Daarmee komt dan straks in het DB opnieuw iemand van de meer “harde” of rechtse lijn binnen N-VA.
Goed opgemerkt: De strategie van N-VA en Vlaams Belang over het communautaire kristalliseert zich steeds verder uit.
- In de zomer van 2019 verloren de federale onderhandelingen maanden tijd: het was wachten op wat aan het Martelarenplein voor de Vlaamse regering gebeurde. En evengoed was het bij de PS en MR wachten op “Namen“, waar de Waalse regering moest gevormd worden.
- Zowel PS als N-VA, de twee initiatiefnemers, exploreerden daarbij wekenlang een formule met extremisten: Vlaams Belang kwam praten en in Franstalig België schoof PTB-PVDA aan tafel. Voorstellen rond minderheidskabinetten, met gedoogsteun van extreemrechts of extreemlinks, lagen lang op tafel, al geloofde niemand ooit echt in de werkbaarheid daarvan.
- Zowel bij de PS als de N-VA bestond toen het gevoel dat het vooral voor de tribune “noodzakelijk” was om toch met de winnaars van de verkiezingen te gaan praten. Bij N-VA waren de grote pleitbezorgers van die strategie Theo Francken (N-VA) en Jan Jambon (N-VA). Voorzitter De Wever moest na één gesprek al vaststellen dat het Belang wel interesse toonde, maar tegelijk bijzonder pover voorbereid aan tafel kwam. En dat er dus op geen enkele manier een ernstige poging kon ondernomen worden.
- Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken legde dit weekend nog eens zijn “aanpak” voor 2024 op tafel. Die zou moeten bestaan uit een zogenaamd “Catalaans scenario”: een eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring in het Vlaams Parlement. Daarna zouden dan wel onderhandelingen met de Franstaligen volgen, en een splitsing in 2029. Maar dat impliceert dan wel een meerderheid van de zetels in het Vlaams Parlement voor Vlaams-nationale partijen, én de goedkeuring van N-VA voor zo’n scenario.
- Uitgerekend Theo Francken, de interne pleitbezorger in 2019, deed dit weekend hard de deur dicht voor zo’n idee. “Wat denkt hij dan? Dat ze in Namen, Charleroi of Brussel in paniek zullen schieten en plots wel met Vlaams Belang zullen willen onderhandelen? Neen hoor, ze zullen het gewoon negeren”, stelde Francken in De Zondag.
- Eerder had Bart De Wever zelf al lang zo’n optie afgewezen: de N-VA wil onderhandelingen op het federale niveau, om daar een “confederale doorbraak” te forceren. Met de Franstaligen dus. Dat is lang niet gek, omdat de Franstaligen hoe dan ook hun eigen winkel op orde willen brengen: een hertekening van de verhoudingen tussen de Waalse en Brusselse gewesten en de Franse gemeenschap dringt zich op.
- “Voor een intra-francofoon project zal ik op het juiste moment de Franstalige partijen bijeen brengen, te beginnen met die van de meerderheid”, zo stelde Paul Magnette (PS) dit weekend op RTL. Volgende week congresseert zijn partij daarover, Brussel in het najaar. De PS is al veel langer de zaak aan het voorbereiden, waarbij ze helemaal geen ‘demandeur de rien’ meer zijn.
- Tegelijk schoot Van Grieken met scherp op de uitspraken van Francken, die zijn idee van een Catalaans scenario dus bruut afwees: “Laat ons eerlijk zijn: mijnheer Francken is zich aan het warmlopen om minister te worden in een PS-regering.”
Opgemerkt: Een deeltje van het “zomerakkoord”, de onderhandelingen met Engie, schuiven plots op.
- Het was één van de zeven werven, en die zou volgens de timing ook afgerond worden deze maand: de gesprekken met Engie over het verlengen van de kerncentrales.
- Maar dit weekend gaf minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) aan dat de deadline toch wat opschuift: op Radio 1 klonk het plots dat “voor september de zaak rond moet zijn”.
- Niet echt een goed signaal over een onderhandeling die duidelijk niet echt vlot loopt. Want begin deze maand lekte dat Engie aan de Belgische overheid voorstelt om een participatie in de overblijvende kerncentrales te nemen. Maar dat zou impliceren dat ook de berging van het afval en de afbraak van de centrales gedeelde materie wordt. En ook over de duur van de verlenging willen ze spreken: meer dan de tien jaar die Vivaldi voorop stelde.
- Al die rode lijnen, die Vivaldi in maart in haar “Energieakkoord” vastlegde om de groenen het nodige comfort te geven de kerncentrales open te laten blijven, staan onder druk. Coalitiepartners cd&v en Open Vld willen net zoals de MR wel praten over dat voorstel van een participatie van de overheid. En ook de looptijd, eerder twintig dan tien jaar, ligt voor hen op tafel. Nog een heel lastige zaak dus voor Vivaldi.
En kijk: De PS roert de oorlogstrom.
- Dit weekend kwam PS-voorzitter Paul Magnette niet bepaald Van der Straeten, noch premier Alexander De Croo (Open Vld) helpen. Die voeren samen de onderhandelingen, maar Magnette wimpelde het harde spel van Engie helemaal af. Hij haalde een oud plan van zichzelf aan, toen hij nog minister van energie was. “We hadden dat kunnen uitvoeren, als Alexander De Croo toen niet de stekker uit de regering had getrokken”, zo gaf hij een prikje, over de val van Leterme II, door De Croo, die toen Open Vld-voorzitter was.
- En vervolgens legde Magnette zijn “zuiver” voorstel op tafel, in de studio’s van RTL: “Je verplicht Engie aan een vaste prijs een bepaalde hoeveelheid elektriciteit uit kernenergie te produceren. De overheid koopt die elektriciteit aan een prijs die de regulator vastlegt en verkoopt die dan door aan gezinnen en bedrijven aan een prijs die lager ligt dan de huidige prijs.”
- Die uitspraken kwam er na een interview van Van der Straeten in De Tijd, waarin ze stelde dat haar coalitiepartners “juist niets gedaan hebben, behalve tamtam gemaakt”. “Als je de situatie ernstig neemt, maak je dat ze wordt opgelost in plaats van, zoals partijvoorzitters, verklaringen in de media af te leggen”, zo had ze laten optekenen. Een dag later volgde dus Magnette, live op televisie, met zijn “plan”: zelden werden ministers meer te kijk gezet.
- Maar daarmee was de kous voor Vivaldi nog niet af: want vanmorgen trok Ahmed Laaouej, de PS-fractieleider in de Kamer, ook naar de studio’s van Bel-RTL. Hij haalde nog eens uit naar premier De Croo: “Als premier moet je naar de mensen luisteren die het sociaal moeilijk hebben en concrete stappen zetten, en het is de rol van de eerste minister om zijn ploeg samen te roepen en oplossingen uit te dokteren. We vragen hem zijn rol op te nemen.”
- De PS kwam midden mei met een straffe persconferentie, waarbij ze dertien eisen op tafel legden, en 6,5 miljard structurele uitgaven erbij voegden, op hun wensenlijstje voor Vivaldi. Daar is nog niets van in huis gekomen.
- Zo neemt de druk op Vivaldi weer toe, om snel met een “zomerakkoord” te komen en te tonen dat de ploeg nog functioneert. Voor de zomervakantie moeten nog zaken als de arbeidsdeal, maar ook de pensioenhervorming en evengoed maatregelen rond de koopkracht nog geregeld worden. En daar komt nog de discussie over de Defensie-uitgaven, voor de NAVO-top eind deze maand, bij.
Zoals voorspeld: Jeremie Vaneeckhout en Nadia Naji wonnen met een straatlengte.
- Groen had maar één stemronde nodig om een nieuwe voorzitter te kennen: het duo van Vaneeckhout en Naji won 57 procent van de stemmen. Outsiders Juan Benjumea en Elisabeth Meuleman stranden op slechts 35 procent, hoewel verschillende waarnemers op voorhand geschreven hadden “dat het razend spannend zou worden”. Niet dus. Jenna Boeve en Jad Zeitouni klokten af op 6 procent, te weinig om een tweede ronde te forceren voor Meuleman en Benjumea.
- Onlogisch was dat niet: het was wel duidelijk dat Vaneeckhout en Naji brede steun genoten van een hele reeks partijtoppers en ministers, wat veel minder het geval was voor de andere duo’s.
- Op papier is Naji nu de nieuwe voorzitter van Groen. Zij heeft geen mandaat in een parlement. Jeremie Vaneeckhout is de ondervoorzitter, al zullen ze “als duo opereren”. In de TV- en radio-studio’s doken ze tot nu toe steevast met twee op. Afwachten hoe ze dat gaan volhouden.
- Naji kondigt voor de partij tegelijk een stevig linkse koers aan: “Ongelijkheid is het grootste onrecht in onze maatschappij en de klimaatcrisis is bij uitstek een ongelijkheidscrisis. Naast de klimaatopwarming is de strijd tegen racisme en armoede mijn belangrijkste drijfveer om mij te engageren.”
- Vaneeckhout, die meer ervaring heeft, benadrukte de afgelopen dagen nog eens dat er “geen sprake van is dat iemand binnen het duo tweede viool zal spelen”.
- Meteen kreeg Naji vervolgens een flinke boost, waarbij zowat heel de partij en de sympathisanten zich verenigden rond haar persoon, door een interview op de Zevende Dag.
- Daar haalde VRT-host Lieven Verstraete het discours van extreemrechts aan: “Er wordt vaak naar Brussel verwezen als toonvoorbeeld van hoe wijken één na één veroverd worden door nieuwkomers”. “Veroverd, hoe bedoelt u?”, zo reageerde Naji. “Wel, dat er meer en meer mensen met een migratie-achtergrond komen wonen en hun plek opeisen. Dat is waar extreemrechts op kapitaliseert”, zo stelde Verstraete. “Maar is het een probleem dat mensen met een migratieachtergrond ergens gaan wonen”, stelde Naji, waarop Verstraete onderstreepte “dat het niet zijn mening was, maar ik zeg maar dat extreemrechts daar op kapitaliseert”.
- Meteen kreeg Verstraete, die een stevige journalistieke reputatie geniet, een stortvloed van kritiek over zich op sociale media, vanuit Groen. “Woorden doen ertoe”, en “Alle Brusselaars zijn Belgen”, kwam daarbij terug, ook op de officiële accounts van de partij. Naji werd ostentatief door heel de partij op het schild gehesen, door haar rustige en assertieve houding.
- Het geeft meteen aan hoe gevoelig Groen geworden is in de zogenaamde cultuuroorlog, waar de partij voorop wil gaan en er geen enkel probleem mee heeft om onder de banier “woke’” te vechten. Dat onderscheidt Groen meteen stevig van die andere progressieve partij, Vooruit, waar de voorzitter veel minder warm wordt van die opstelling.
- Overigens reageerde Verstraete vandaag ook, via Twitter: “Ik was tijdens het gesprek met de nieuwe voorzitters van Groen effe helemaal mijn draad kwijt … en heb me daar totaal knullig trachten uit te wrikken, in ongepaste bewoordingen. Heb dat naderhand ook aan betrokkene laten weten. Alle vragen mogen/moeten gesteld kunnen worden aan iedereen. Maar de manier waarop is ook van belang. “