Middelbare scholieren spreken thuis steeds minder Nederlands

Een groeiend aantal leerlingen uit het middelbaar onderwijs in Vlaanderen spreekt thuis geen Nederlands. In vergelijking met 2008 gaat het om een forse toename. En het fenomeen doet zich bovendien niet alleen rond Brussel voor. Alle provincies krijgen ermee te maken, ook de landelijke gebieden.

Het aantal leerlingen in het secundair onderwijs in Vlaanderen dat thuis geen Nederlands spreekt, is de jongste jaren enorm gegroeid. Dat schrijft De Morgen. In het schooljaar 2008-2009 was dat voor nog maar 9,1 procent van de middelbare leerlingen zo, vandaag is er sprake van 14,4 procent. Dat blijkt uit cijfers van het Vlaams ministerie van Onderwijs.
Het terreinverlies van het Nederlands doet zich in elke Vlaamse provincie voor. Vlaams-Brabant is de koploper. Daar is een stijging vastgesteld van 9,5 procent van de leerlingen die thuis geen Nederlands praten in het schooljaar 2008-2009 naar 16,4 procent in 2015-2016. De provincie Antwerpen volgt met 15,1 procent. In Oost-Vlaanderen en Limburg in er sprake van respectievelijk 11,6 en 10,2 procent. West-Vlaanderen blijft de meest Nederlandstalige provincie met 7,3 procent. Toch is daar sprake van een verdubbeling, want in het schooljaar 2008-2009 sprak nog amper 3,6 procent van de West-Vlaamse leerlingen in het secundair onderwijs thuis een andere taal.

Statistieken kunnen misleiden

Directeur van het Steunpunt Diversiteit & Leren Piet Van Avermaet (UGent) wijt de recente stijgingen aan de vluchtelingencrisis. Dat is dan ook de reden waarom ook in de meer landelijke gebieden vaker andere talen gesproken worden in thuissituaties. Van Avermaet voorspelt wel dat de trend zich in de grootstedelijke gebieden zal voortzetten. Vlaams parlementslid Vera Celis (N-VA) benadrukte vorige week nog dat het broodnodig blijft om het Nederlands in het lager en het secundair onderwijs te verbeteren en om de taalachterstand weg te werken. Van Avermaet gaat akkoord met die uitspraak en stelt dat het de taak is van de overheid om daarop in te zetten.

Positief verhaal

Toch waarschuwt Van Avermaet om niet blindelings te vertrouwen op statistieken. Hij wijst erop dat leerlingen vaak moeten aangeven welke taal er dominant wordt gesproken thuis. Het komt dikwijls voor dat er meerdere talen gesproken worden in huis, waaronder dus ook Nederlands. Uit onderzoek blijkt verder dat er in veel anderstalige gezinnen Nederlands gesproken wordt als het over schoolwerk en het leven op de speelplaats gaat. Daarom is het volgens Van Avermaet belangrijk dat scholen positief omgaan met de verschillende talen, maar de thuistaal wel uit de klas proberen te weren. Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) zegt dat de Vlaamse regering 12,7 miljoen euro investeert in het kleuteronderwijs en in taalversterking van anderstalige leerlingen. Dankzij Dataloep, een nieuw dataverwerkingssysteem, wordt het vanaf nu ook mogelijk om op het gemeenteniveau cijfers te raadplegen over sociaaleconomische kenmerken van leerlingen, zoals de thuistaal en het opleidingsniveau van de ouders.