Steeds meer fietsers combineren bij hun verplaatsingen micromobiliteit met openbaar vervoer. Dat staat in een rapport van het bedrijf Beryl, een aanbieder van microbility-oplossingen die in september van dit jaar de gewoonten van meer dan 3.000 gebruikers van fietsen, e-bikes en e-scooters in het Verenigd Koninkrijk onderzocht. De onderzoekers stelden vast dat tot 53 procent van de gebruikers microbiliteit en openbaar vervoer combineert, tegenover 29 procent vorig jaar.
De gemiddelde afstand van deze verplaatsingen bleef onder de grens van 2,5 kilometer. Dit vormt volgens Beryl een bevestiging van het toenemende belang van deelfietsen en aanverwante vervoermiddelen als optie voor de eerste en laatste kilometers van een verplaatsing. “Onze bevindingen tonen aan dat de consumenten, in lijn met de stijgende kosten van het levensonderhoud, de waarde van oplossingen op het vlak van gedeelde micromobiliteit erkennen als een praktisch, handig en kostenefficiënt alternatief vormt voor het particuliere autobezit”,, benadrukte Phil Ellis, chief executive van Beryl, in een commentaar op het rapport.
De onderzoekers ontdekten tevens dat gebruiksgemak voor het publiek de belangrijkste reden is om zich bij een dienst voor microbiliteit aan te melden. Dit motief werd door 35 procent van de respondenten naar voor geschoven. Snelheid volgt met een score van 25 procent op de tweede plaats. Deze prioriteiten vertegenwoordigen een belangrijke verandering tegenover vorig jaar, toen ontspanning en novelty als de belangrijkste motieven naar voor werden geschoven. Hun score is nu gedaald tot respectievelijk 23 procent en 20 procent. Opmerkelijk is tevens dat 20 procent van de ondervraagden de kostprijs als een factor naar voor schoof. Dat betekende een verdubbeling tegenover vorig jaar.
Verder stelde Beryl vast dat 38 procent van de ondervraagden erkent sinds de aansluiting bij een dienst voor microbiliteit het gebruik van de persoonlijke auto te hebben teruggeschroefd. Vorig jaar werd hier een cijfer van 29 procent opgetekend. Bij respondenten die vervoersmiddelen voor zakelijke doeleinden gebruiken, is dat aandeel tot meer dan 50 procent opgelopen. Tevens wordt opgemerkt dat inmiddels 55 procent van de ondervraagden voor het woon-werkverkeer op micromobiliteit beroep doet, tegenover 27 procent vorig jaar. Beryl stelde tenslotte ook nog vast dat steeds grotere groepen consumenten van meerdere vormen van microbiliteit gebruik maakt. Vorig jaar bleek 7 procent van de ondervraagden zowel op fietsen, e-bikes als e-scooters beroep te doen. Dat aandeel is dit jaar echter al tot 15 procent opgelopen.
Ellis benadrukte dat de conclusies van de studie tevens aantonen dat het verzamelen van informatie belangrijk is. De data kunnen immers worden gebruikt om nieuwe vervoersregelingen, in overleg met gemeenschappen en andere belanghebbenden, te ontwikkelen en een geïntegreerd vervoersnetwerk uit te bouwen. “Hierdoor kunnen we blijven zorgen dat meer mensen op een duurzamer vervoer overstappen en daarmee helpen om de emissies en congesties van het wegverkeer te verminderen en tegelijkertijd de luchtkwaliteit en de volksgezondheid te verbeteren.”