De inplanting van microchips in mensen moet minstens worden gereglementeerd. Dat heeft de Amerikaanse senator Becky Harris gezegd.
Het voorstel heeft volgens haar veel minder met science-fiction te maken dan velen op het eerste gezicht zouden denken. Indien het voorstel van Harris zou worden goedgekeurd, zullen mensen niet meer kunnen worden gevraagd een microship te laten inplanten om zich gemakkelijk te kunnen identificeren. “Over de hele wereld neemt de verkoop van microchips voor inplanting op een spectaculaire manier toe,” betoogt Harris. “Een bedrijf in Australië verkocht al meer dan tienduizend pakketten die het voor een particulier mogelijk maken om de chip bij zichzelf in te planten.” Uit cijfers van The Wall Street Journal zou gebleken zijn dat er wereldwijd al tussen dertigduizend en vijftigduizend chips zijn verkocht. De senator voegde eraan toe dat de technologie in België en Zweden inmiddels door bedrijven al wordt gebruikt om werknemers te identificeren.
Stalkers
De technologie heeft volgens Becky Harris weliswaar diverse voordelen, maar doet tegelijkertijd een aantal belangrijke vragen rijzen. “De bedrijven merken op dat het met de microchips mogelijk wordt om deuren te openen of machines te gebruiken of aankopen te betalen,” erkent de senator. “De toepassing kan echter een bedreiging worden voor de privacy, maar roept bovendien een aantal ethische vragen op, zoals het eigendomsrecht op de chip en de opgeslagen informatie.” “Bovendien moet worden onderzocht wat er gebeurt wanneer de werknemer met inplanting beslist het bedrijf te verlaten of wordt ontslagen.” Daarnaast moet volgens Harris worden bekeken of de chips voldoende beveiligd kunnen worden, zodat de drager geen gevaar zou kunnen lopen het slachtoffer te worden van hackers of stalkers. Becky Harris zegt wel een vrijwillige microship niet te willen verbieden. Een aantal partijen wijzen erop dat de technologie onder meer nuttig zou kunnen zijn voor demente patiënten. (mah)