Key takeaways

• Friedrich Merz verwerpt het idee van een vennootschapsbelasting op Europees niveau.
• Hij is tegen meer gezamenlijke leningen binnen de EU.
• De EU zou prioriteit moeten geven aan efficiëntie van de uitgaven.

De Duitse kanselier Friedrich Merz heeft zich krachtig uitgesproken tegen twee belangrijke voorstellen in het plan van de Europese Commissie voor de volgende langetermijnbegroting van de EU. Hij verwierp het idee van een Europese belasting op grote bedrijven met het argument dat de EU niet de wettelijke bevoegdheid heeft voor een dergelijke maatregel.

Merz uitte ook zijn bezorgdheid over het toegenomen gebruik van gezamenlijke leningen binnen de EU. Hoewel hij erkende dat dit een aanvaardbare tijdelijke oplossing was tijdens de COVID-19-pandemie, benadrukte hij dat uitzonderlijke omstandigheden niet de norm mogen worden. Hij stelde ook dat het gebruik van schulden om reguliere uitgaven te financieren niet duurzaam is. Eerder op de dag stelde voorzitter Ursula von der Leyen het nieuwe begrotingsplan van 2.000 miljard euro voor. Ze omschreef het als een begroting die aansluit bij de ambities van Europa.

Duitse weerstand

De historische weerstand van Duitsland tegen een gedeelde schuld, die door alle 27 lidstaten wordt gegarandeerd, heeft een duidelijke oorzaak. Duitsland vreest de verantwoordelijkheid te moeten dragen voor schulden van andere landen. Tijdens de covidcrisis ging Duitsland als eenmalige maatregel wel akkoord met gezamenlijke leningen.

Het standpunt van Merz suggereert dat dit precedent zich waarschijnlijk niet zal herhalen. Hij is van mening dat de EU binnen haar huidige financiële beperkingen moet handelen en prioriteit moet geven aan efficiënte uitgaven in plaats van meer financiering te zoeken.

Kernelementen uit het Commissievoorstel

De Europese Commissie stelt een begroting voor van 1.816 miljard euro voor de periode van zeven jaar vanaf 2028. Dit is een forse stijging ten opzichte van de huidige begroting. Om dit ambitieuze plan te financieren, heeft de Commissie voorgesteld om drie nieuwe belastingen in te voeren: één op elektronisch afval, één op tabaksproducten en één op bedrijven met een hoge omzet.

De inkomsten uit deze belastingen zouden worden gebruikt om de post-covid schuld af te betalen. Men schat de jaarlijkse kosten van die schuld op 25 tot 30 miljard euro. Ondanks de ambitieuze toekomstvisie van de Commissie voorspelt Merz de komende twee jaar een moeilijk onderhandelingsproces. (uv)

Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!