Uit een rapport van het Belgische statistiekbureau Statbel blijkt dat 2,1 miljoen Belgen in 2024 het risico liepen op armoede of sociale uitsluiting. Dat komt overeen met 18,2 procent van de totale bevolking.
Key takeaways
- In totaal liepen 2,1 miljoen Belgen in 2024 het risico op armoede of sociale uitsluiting.
- Het gaat hier om een kleine afname in vergelijking met 2023. Toen liepen 2.150.000 landgenoten een risico op armoede of sociale uitsluiting.
- In Oost-Vlaanderen leven de minste mensen onder de armoedegrens (7,7% van de bevolking).
Duiding: Wanneer loopt iemand het risico op armoede of sociale uitsluiting (AROPE)? Volgens Statbel is dat het geval wanneer aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- Dat is onder meer het geval wanneer het beschikbaar inkomen onder de armoededrempel ligt (AROP). Voor een alleenstaande bedraagt die drempel 18.235 euro per jaar, oftewel 1.520 euro per maand. Voor een huishouden dat bestaat uit twee volwassenen en twee kinderen ten laste is dat 3.191 euro per maand.
- Volgens het rapport van Statbel ligt het inkomen van 11,5 procent van de Belgen onder die grens. Dat is een afname ten opzichte van 2023, ondanks een stijging van de armoededrempel. Toen had 12,3 procent van onze landgenoten een inkomen dat lager lag dan de armoededrempel.
- Ook wanneer een persoon van een gezin de afgelopen 12 maanden zeer weinig heeft gewerkt, is er sprake van een risico op armoede of sociale uitsluiting (LWI). “Dat komt overeen met minder dan 20 procent van hun potentieel”, aldus Statbel.
- Dat was het voorbije jaar voor 11,3 procent van de bevolking het geval. Het gaat hier wel om een lichte stijging tegenover 2023. Toen kwam dat cijfer uit op 10,5 procent.
- Tot slot loopt iemand een verhoogd risico op armoede of sociale uitsluiting als die persoon te kampen heeft met ernstige materiële en sociale deprivatie (SMSD). Dat betekent dat een gezin of individu niet in staat is om bepaalde dagelijkse uitgaven te doen, zoals rekeningen betalen.
- Dat is een realiteit voor 6,1 procent van de bevolking. Het gaat hier om een status quo ten opzichte van 2023.
In het nieuws: In totaal liepen 2,1 miljoen Belgen in 2024 het risico op armoede of sociale uitsluiting.
- Het gaat hier om een kleine afname in vergelijking met 2023. Toen liepen 2.150.000 landgenoten een risico op armoede of sociale uitsluiting.
Minst armoede in Oost-Vlaanderen
Details: Statbel gaat in het rapport dieper in op hoeveel inwoners onder de armoedegrens leven per gewest en provincie. Het gaat hier dus over de eerste indicator (AROP) uit de bovenstaande opsomming.
- Vlaanderen kan op dat vlak de beste cijfers voorleggen. Slechts 7,7 procent van de inwoners leeft onder de armoedegrens.
- Binnen Vlaanderen scoort de provincie Antwerpen het minst goed, met 10,9 procent van de bevolking die onder de armoededrempel leeft. De minst arme provincie is Oost-Vlaanderen (5,7 procent).
- In Wallonië leeft 13,5 procent van de bevolking onder de armoedegrens. En in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stijgt dat cijfer tot maar liefst 26,5 procent.