Berkshire Hathaway roept bij veel beleggers de naam ‘Warren Buffett’ op. Het Amerikaanse bedrijf heeft echter een geschiedenis die veel verder teruggaat dan de intrede van Buffett. In 1955 smolten textielbedrijven ‘Berkshire Fine Spinning Associates’ en ‘Hathaway Manufacturing’ samen. De beide bedrijven gaan terug tot de 19e eeuw. Pas in 1965 kwam de firma in de handen van ‘Buffett Associates’, de investeringsgroep van Warren Buffett.
Toen Buffet Berkshire Hathaway overnam, was het bedrijf in slechte papieren. Het management ging dus op zoek naar meer winstgevende activiteiten om in te investeren. Dat zorgde ervoor dat de onderneming uitgroeide tot een holdingmaatschappij. Zo’n holding participeert in de aandelen van andere bedrijven om zo waarde te creëren voor haar aandeelhouders.
De portefeuille van Berkshire Hathaway bevat grote aandelenposities, maar ook kleinere. De eerste categorie bestaat uit ‘de vier reuzen’. Dat zijn bedrijven waarvan Berkshire de meerderheidsaandeelhouder is, met één uitzondering: ‘Apple’. De vier reuzen zijn:
- Een groep verzekeringsmaatschappijen met daarin: ‘Berkshire Hathaway Specialty Insurance’, ‘Berkshire Hathaway GUARD’, ‘Geico’…
- ‘BNSF Railway’ of ‘Burlington Northern and Santa Fe Railway’, een spoorwegmaatschappij.
- ‘BHE Renewable’: een bedrijf dat hernieuwbare energie produceert. Meer specifiek gaat het over zonne-, wind-, hydro- en geothermische energie.
- Apple: in dit bedrijf is de holding geen meerderheidsaandeelhouder, al is de aandelenpositie wel heel groot in waarde. Daarom behoort ze ook tot ‘de reuzen’
De andere participaties van de investeringsmaatschappij nemen een kleinere proportie van de beleggingen in. De waarde van die posities loopt toch in sommige gevallen op tot enkele tientallen miljarden dollars. Enkele voorbeelden zijn: ‘Coca-Cola’, ‘Bank of America’, ‘Chevron’, ‘Verizon’ en vele anderen.