Manifest voor een andere maatschappij

Machiavelli stelt in zijn meesterwerk ‘De Vorst’ de vraag: Wat is voor de machthebber beter, geliefd te zijn of gevreesd? De conclusie is dat je in het eerste geval afhankelijk bent van de liefde die het volk je geeft. In het tweede geval heb je de macht in eigen hand. Daarom kan de machthebber beter gevreesd zijn dan geliefd. Maar om te vermijden dat hij gehaat wordt, is het te verkiezen dat de oorzaak van de angst van buitenaf komt.

Deze principes zijn de laatste decennia door verscheidene overheden met verfijning gebracht. Eens je als burger het mechanisme ervan herkent, open je de weg naar bevrijding ervan. Als we ons beperken tot de geschiedenis van West-Europa na de Tweede Wereldoorlog, zien we dat de bevolking eerst bang moest zijn voor de communisten in het algemeen, daarna voor de kernbom in het bijzonder. Toen de Sovjet-Unie implodeerde en dat gevaar opdroogde, kwamen de doemberichten over de zure regen en het gat in de ozonlaag. Af en toe werd er een naderende meteoriet gesignaleerd, de millenniumbug zou ons hele technologische systeem in elkaar doen storten. Na 9/11 was dan weer terrorisme het toverwoord dat iedereen verlamde en de overheden toeliet alle “veiligheidsmaatregelen” toe te passen die ze wenselijk achtten.

Diep doorgedreven controles, installatie van camera’s, verregaande opoffering van privacy

Alles was geoorloofd op een glijdende schaal van steeds erger: diep doorgedreven controles, installatie van camera’s, verregaande opoffering van privacy want “als je niets misdeed, had je toch niets te verbergen”. Nog maar enkele jaren geleden waren we opnieuw de Apocalyps nabij met een virus waarvoor heel de wereld op slot moest. Het nieuwste in de rij is de klimaatangst waarbij alweer doem opduikt aan de einder. De wereld zal vergaan, tenzij we op ongekende schaal ingrijpen, nog feller dan we voor al die andere dreigende rampen hebben gedaan.

Dat die aaneenrijging van draconische maatregelen doorheen de geschiedenis slechts marginaal hun doel hebben bereikt en vooral de brave burger tot last is, neemt niet weg dat een goed deel van de bevolking ze gelaten accepteert en een klein deel ze zelfs met vuur verdedigt. De Russen zijn niet binnengevallen, het communisme heeft de wereld niet veroverd, de bom is niet gevallen, je hoort niets meer over zure regen, het ozongat is gedicht. De millenniumbug heeft geen vliegtuigen uit de lucht doen vallen. 1 januari 2000 verschilde in niets van 31 december 1999, behalve dan dat niemand die dag durfde te vliegen. Er zijn niet meer of minder terroristische aanslagen gepleegd, na de golfoorlogen, na de antiterreurwetten. Corona heeft slechts gezorgd voor een lichte oversterfte en het klimaat: het is nog afwachten, maar de ijskappen zijn alvast niet zoals voorspeld gesmolten, de laaggelegen landen zijn niet ondergelopen.

De preventieparadox

Mensen die niet willen accepteren dat ze systematisch bang worden gemaakt in lijn met de leer van Machiavelli wijzen dan op de ‘preventieparadox’: die dingen zijn allemaal niet gebeurd net doordat we uit angst hierop hebben gehandeld. Ze zijn als de sjamaan die elke dag een ritueel opvoert om de zon op te laten komen en die erom wordt bewonderd als dat ook gebeurt. Elke dag weer. Dat hele aanjagen van angst als politieke strategie is geen detail. Het heeft een verregaande impact op de maatschappij. Het meest fundamentele gevolg is dat de overheid zich steeds meer heeft opgeworpen als de verdediger van de maatschappij in het algemeen en de burger in het bijzonder.

Op zich lijkt dat een nobel streven, maar in praktijk is het een illusie en het enige gevolg is dat de overheid steeds groter en machtiger is geworden. Dat merkt de burger vooral in de portemonnee. Een machtige staat heeft steeds meer middelen nodig en de burger staat die af in ruil voor de illusie van veiligheid. Die veiligheid kan echter niet gewaarborgd worden omdat er telkens nieuwe bedreigingen opdoemen, waarvoor ook weer meer middelen nodig zijn. Het absurde gevolg is dat de burger steeds meer gaat leunen op die overheid en de overheid steeds meer middelen vraagt om aan die verwachtingen van de burger te voldoen. Niet alleen voor zijn veiligheid, maar ook voor zijn inkomen, zijn gezondheid en zelfs zijn geluk.

Een vicieuze cirkel

Het is een vicieuze cirkel, waarbij de overheid zich steeds meer bemoeit met de burger, hiervoor torenhoge belastingen heft, waardoor de burger zelf steeds minder autonomie en middelen heeft om zijn leven in te richten zoals hij wil en voor zijn eigen welzijn en geluk te zorgen, waardoor hij mee verwacht van de overheid, enzovoort.

Maar belangrijker dan de materiële gevolgen zijn de psychologische uitlopers van dit beleid. De angstcultuur weegt zwaar op de levenskwaliteit van de mensen. We zijn er niet gelukkiger op geworden. Het permanente bombardement van hel en verdoemenis heeft ervoor gezorgd dat depressie de westerse ziekte bij uitstek is geworden, met één op acht mensen antidepressiva neemt en 12% van de jongeren zich depressief voelt .

Een lawine van regels

We moeten aan een lawine van regels voldoen die de beroepscrimineel gemakkelijk omzeilt, maar die het de gewone man in de straat alleen maar moeilijk maakt, bijvoorbeeld om een rekening te openen als ondernemer, het eigen geld van zijn rekening te halen, toegang te krijgen tot vervoer, gebruik te maken van de publieke ruimte. Hij wordt lastig gevallen met eindeloze formaliteiten van een controlerende in plaats van een ondersteunende overheid, die zijn burgers, om hun veiligheid te verzorgen, permanent bespiedt en de informatie gebruikt om te bestraffen en te beboeten, veelal op absurde regels die losgekoppeld zijn van hun doel.

Ook dat creëert zijn eigen vicieuze cirkel: een voorbeeld daarvan zijn snelheidsbeperkingen op plaatsen waar die niet in lijn zijn met het potentiële gevaar. Net daar worden de meeste overtredingen gemaakt, gewoon omdat de opgelegde maximum snelheid absurd is. Zelfs al is er op die plek nog nooit een ongeval gebeurd, toch zal de politie geneigd zijn om daar te gaan flitsen. Niet omwille van de veiligheid, maar wel omdat daar de kans het grootst is om overtreders te betrappen. Door de permanente geldhonger van de staat is het voor haar dan weer interessant om zoveel mogelijk van de veiligheidssituatie losgekoppelde snelheidsbeperkingen door te voeren. Ook dat draagt bij aan een angstcultuur waarbij je zoveel regels moet respecteren dat je altijd wel bang bent om een overtreding te begaan.

Buiten elke democratische besluitvorming de angstagenda doordrukken

In dit perverse spel zijn ook andere actoren actief, die de situatie van collectieve angst en depressie versterken. Misschien doen ze dat zelfs niet uit kwade wil, maar ze laten zich wel meeslepen in het verhaal van de overheid en zijn daardoor objectieve bondgenoten met een enorme verantwoordelijkheid. De pers natuurlijk, waar de regel al lang is dat goed nieuws niet verkoopt, waardoor de angst als een god wordt vereerd. Maar ook actiegroepen van doempredikers zien hun kans schoon om buiten elke democratische besluitvorming hun angstagenda door te drukken, ongevoelig voor de schade die ze daarmee aanrichten bij de mensen die al schuldgevoelens krijgen zodra ze geluk ervaren. De meest ontvankelijke doelgroep zijn de adolescenten en de actiegroepen hebben daarom hun pijlen op die ontvankelijke groep gericht.

Een zich uitbreidende depressieplaag

Het gevolg is een zich uitbreidende depressieplaag onder jongeren, defaitisme, een neiging tot geweld, wanhoop waardoor ze zichzelf uitroepen tot de laatste generatie en het nemen van radicale beslissingen zoals het verzaken aan hun kinderwens of zelfs zelfmoord plegen.

Hoe komen we hier uit? We zouden hier een heel betoog kunnen houden voor mindfulness, een boeddhistische kijk op het leven of allerhande therapieën, maar dat zijn individuele maatregelen die de oppervlakte bestrijken en het probleem niet maatschappijbreed aanpakken. Zodra we zien dat het creëren van steeds meer angst en ingrijpen van bovenaf desastreus is en het een monster is dat we zelf voeden, is de uitweg duidelijk.

Een maatschappij gebaseerd op vertrouwen

In plaats van een maatschappij gestoeld op angst, moeten we naar een maatschappij gebaseerd op vertrouwen. Niet het blind vertrouwen in een overheid en zelfs niet noodzakelijk dat in onze medemens. Maar wel een vertrouwen dat de angst ons niet verder helpt. Dat we evengoed vertrouwen kunnen hebben in de toekomst, in de vooruitgang, in het idee dat iedereen het beter wil hebben en dat dit niet ten koste van anderen hoeft te gaan. Het moet een fundamenteel principe zijn dat de overheid vertrouwen heeft in de burgers, in plaats van dat zij hen ziet als potentiële criminelen en als vee dat zo productief mogelijk gehouden moet worden om een maximum aan belastingen te betalen.

Wij zijn al zozeer geïndoctrineerd door de angstcultuur dat een visie van een maatschappij gestoeld op hoop en vertrouwen als naïef wordt gezien. Natuurlijk is het gemakkelijk om deze zienswijze op die manier weg te zetten. Elke dag zien we om ons heen voorbeelden van mensen die ons vertrouwen ondermijnen. Ik zeg ook helemaal niet dat we blind vertrouwen moeten hebben, maar net dat we moeten handhaven op wie het gegeven vertrouwen misbruikt.

De overheid: een belemmering in plaats van een hulp om gelukkig te worden

De voorstanders van een door angst gedreven steeds verdergaande controle zullen stellen dat dan alle remmen los gaan en dat er een grijze zone ontstaat die steeds verder zal worden uitgebreid door de mensen van slechte wil. Dat zou kunnen, maar de vraag is of de prijs die we daarvoor moeten betalen erin bestaat dat we de mensen van goede wil verdrukken. Het is heel goed doenbaar om alleen de excessen te beteugelen. Als we 90 km/u rijden op een weg waar 70 toegelaten is, kan dat perfect veilig zijn op een zonnige dag met weinig verkeer. Dat kan zelfs veiliger zijn dan wanneer iemand daar 75 km/u rijdt in een dichte mist op een drukke dag.

Toch krijgt nu die eerste een veel hogere boete dan de tweede. Meer nog: de politie doet niet eens de moeite om de tweede te pakken omdat de apparatuur niet is toegespitst op beperkte zichtbaarheid. Maar intussen laat iedereen zich in slaap wiegen door de illusie van de wet die gelijk zou zijn voor iedereen. Net dat soort formalisme zorgt ervoor dat mensen gefrustreerd geraken en zich afkeren van een overheid die ze ervaren als een belemmering in plaats van een hulp om gelukkig te worden.


De auteur Frank Wouters is jurist, strategisch marketeer en auteur van ‘De Bedrijfsnar’ en  ‘Honshitsu – De Essentie van Marketing/De Marketing van de Essentie’.

Meer