Het Catalaanse modemerk Mango heeft in 2016 voor het eerst in zijn bestaan verlies geleden. Dat blijkt uit de jaarcijfers die het bedrijf heeft gepubliceerd. Mango opende in 1984 zijn eerste winkel in Barcelona. Een jaar later werd de internationale expansie ingezet. De keten telt vandaag 2.217 winkels in 83 landen.
‘Fast fashion’
De keten moest vorig jaar een verlies van 61 miljoen euro incasseren, grotendeels het gevolg van een ommekeer in strategie, waarbij een ‘fast fashion’ productiemodel werd geïmplementeerd dat vergelijkbaar is met dat van concurrent Inditex (Zara, Massimo Dutti, Bershka, Pull & Bear,…) en waarbij de collectie sneller roteert.
[Zara introduceerde het begrip ‘ fast fashion’, dankzij zijn capaciteit om zich aan de eisen van zijn klanten aan te passen in ‘real time’. Sommige items hebben exact 25 dagen nodig om van de tekentafel in een van de meer dan 2.100 winkels in 88 landen te belanden.]
Mango investeerde daartoe in een nieuw logistiek centrum in Lliçà d’Amunt (Barcelona), dat toelaat om dagelijks en niet wekelijks de winkels van bestellingen te voorzien. Daar boven op wordt nu 30% van de kledij in ‘buurlanden’ geproduceerd (Marokko, Spanje, Portugal en Turkije), tegen 10% vroeger.
Ook de wisselmarkten speelden een rol. De opwaardering van de dollar (in 2016), de val van de Turkse lira – waarvan Mango sterk afhankelijk is – en van de Russische roebel speelden Mango parten.
Internetverkopen
Het bedrijf probeert verder zijn internetverkopen uit te breiden en streeft er naar om tegen 2020 ruim 20% van zijn inkomsten online te genereren, tegen 10,7% vandaag. In 2015 werden daarom zo’n 500 winkels gesloten, al werden sinds dan ook 24 megastores geopend.
Stichter-voorzitter Isak Andic is optimistisch over de toekomst. Volgens hem zijn deze historische verliescijfers éénmalig en wijzen alle indicatoren er op dat zijn bedrijf volgend jaar terug met winst aanknoopt.