Malawi – een relatief klein landje in Zuidoost-Afrika – heeft heel wat meer te bieden dan je op het eerste gezicht zou denken. Betoverende landschappen, vriendelijke mensen, sublieme safariparken en natuurlijk Lake Malawi, een van de meest unieke zoetwaterbekkens ter wereld en de hemel op aarde voor snorkelaars. Jonathan Ramael (tekst en foto’s) trok voor Goodbye de evenaar over en ontdekte een van Afrika’s best bewaarde geheimen.
Noem me een volslagen idioot, maar volgens mij is Malawi niet meteen het meest gekende land ter wereld. Toen ik vrienden over mijn reisplannen vertelde, wist bijna niemand het precies liggen.
Ook bij aankomst in het absoluut minuscule luchthaventje van de zuidelijke stad Blantyre werd al snel duidelijk dat ik hier geen drommen toeristen moest verwachten. Er was maar één gate, en m’n vlucht zat vol thuiskomers, vrijwilligers van ngo’s en het soort vervelende white saviour-missionarissen dat niet doorheeft dat ze een paar eeuwen te laat geboren zijn.
Jammer genoeg niet aanwezig op het vliegtuig was mijn bagage. Die stond – met m’n malariapillen zorgvuldig in de toiletzak gepropt – samen met die van een twintigtal andere pechvogels nog te blinken op het al even kleine vliegveldje van de hoofdstad Lilongwe. Ze zou pas met de volgende vlucht meekomen.
Ondertussen loop ik samen met mijn medegedupeerden zonder enige controle vrolijk langs de douane binnen en buiten. Ah, Afrika: het is elke keer weer een beetje thuiskomen.
Wanneer ik een uur of twee later – mét bagage – in een taxi door de donkere straten van de stad rijd, vraag ik me af waarom Malawi niet de cijfers van populairdere buurlanden als Tanzania en Zambia kan voorleggen.
Het land heeft immers alles in huis om een fantastische toeristische bestemming te worden. Het is er naar Afrikaanse normen erg veilig en stabiel, de mensen zijn er op het ongelofelijke af vriendelijk (Malawi wordt niet voor niets het warme hart van Afrika genoemd) en het kan pronken met een hele catalogus aan prachtige landschappen. Ook als safaribestemming zit het in de lift, en het betoverende Malawimeer is volstrekt uniek en valt met geen enkele andere plek op aarde te vergelijken.
Maar waarom komt hier dan zo weinig volk? Geeft de politiek er niet om toerisme of is onbekend simpelweg onbemind? Sta me toe die laatste optie met dit verhaal een beetje weg te werken. Het loont de moeite.
De eerste twee dagen na aankomst draai ik mee met de mensen van Fisherman’s Rest: een groen domein ten zuiden van Blantyre waar je kan logeren, maar waar ook heel wat gemeenschapswerk wordt verricht. Het wordt geleid door een Poolse Brit die eind vorige eeuw emigreerde en ondertussen meer doet voor de plaatselijke bevolking dan de eigenlijke regering.
Samen met de locals bouwt hij scholen, bibliotheken, moderne waterpompen en ecologische kookvuurtjes. Rurale dorpjes die vroeger totaal geïsoleerd bleven, krijgen zo betere toegang tot onderwijs, werkgelegenheid, zuiver water en versleten voetbalshirts uit de jaren negentig. Bossen worden aangeplant, meisjes worden aangemoedigd school te blijven lopen en honderden mensen zijn ondertussen vast in dienst.
Toch is er nog enorm veel werk nodig. Vooral op het platteland is Malawi straatarm. Meer van dit soort door de gemeenschap zelf gedragen projecten in combinatie met verantwoord toerisme zouden alvast geen kwaad kunnen om de gemiddelde levensstandaard wat te verhogen. Hoop doet leven. Maar genoeg over de problemen van Malawi. Laat ik het vanaf nu hebben over alle dingen die het land zo mooi maken. En dat zijn er – je raadt het nooit – heel wat.
Een ecologisch succesverhaal
Wie mij zo een beetje kent, weet dat ik een ongelofelijke dierenvriend ben (behalve voor ganzen: smerige rotbeesten). Een reden te meer dus om een groot deel van m’n tijd in Malawi door te brengen in twee van ’s lands voornaamste safariparken.
Majete Wildlife Reserve is een reservaat dichtbij Blantyre en bestaat voornamelijk uit dichte Afrikaanse bush waar je lekker Hakuna Matata zingend met de jeep door kan hobbelen. Liwonde National Park ligt wat noordelijker en heeft meer open vlaktes en wetlands, die erg fotogeniek langs de Shire rivier uitgespreid liggen. Beide parken barsten van het leven, maar het feit dat ik hier vandaag überhaupt op safari kan gaan mag een half mirakel genoemd worden.
Voor Majete in 2003 onder beheer van het gerenommeerde African Parks kwam te staan, was het hele gebied zo goed als leeggeroofd. Buiten hier en daar een oude, over betere tijden mijmerende baviaan kwam je hier geen beest meer tegen. Ook in Liwonde werd lustig gestroopt, en omdat het park geen omheining had vraten de nog niet doodgeschoten olifanten – hoe zou je zelf zijn – de akkers van de dorpjes rondom leeg. Het waren er niet de vrolijkste tijden.
Sinds de overnames is er veel veranderd. Beide parken zijn nu volledig omheind en worden beschermd door goedgetrainde patrouilles die er niet mee lachen. Doorheen de jaren werden ook een heleboel diersoorten uitgezet. Bijna alle populaties zijn groeiende, in die mate zelfs dat er geregeld een hoop beesten moet worden weggevoerd naar minder florerende parken om het ecologische evenwicht te bewaren.
Je vindt hier nu in beide reservaten honderden olifanten, die zich trouwens verbazend goed kunnen verstoppen. Ook leeuwen en cheeta’s werden uitgezet, net als hele kuddes Kaapse buffels en zelfs zwarte neushoorns. Omdat er hier en daar ook luipaarden rondlopen, is Majete nu zelfs officieel een big five-reservaat. In de rivier is de overvloed nog groter: in Liwonde alleen al zitten 2.000 nijlpaarden en x-aantal gigantische krokodillen.
Antilopen zie je grazen in alle vormen en soorten en ook voor vogelspotters zijn de parken opnieuw een paradijs. Wat het allemaal nog iets leuker maakt, is dat je er tijdens de drives zo goed als niemand tegenkomt. Bijna alle lodges houden het qua kamers erg kleinschalig. Je zal hier dus nooit zoals in sommige parken in Zuid-Afrika of Kenia met tien overvolle jeeps rond dezelfde geïrriteerde leeuw komen te staan.
Je hoeft zelfs het kamp niet uit om dieren te zien. Plof jezelf neer op het terras van je hut en je ziet een hele dierentuin passeren. In het fantastische Mvuu Lodge komen de apen tijdens het ontbijt zelfs de kaas van je brood pikken. Leuk is anders, maar het is wel een unieke interactie met moeder natuur. Er zijn ergere manieren om voor lul te staan.
De riviercruises zijn een absolute must. Dan zie je – languit in je boot gelegen – de wereld aan je voorbijtrekken zonder dat je een poot hoeft te verzetten. Bij zonsondergang ga je aan wal en kan je met een pint in de hand de zon zien leegbloeden over een landschap vol termietenheuvels en onder baobabs grazende antilopen, terwijl vlakbij een twintigtal nijlpaarden vanonder een paar palmbomen in het water ligt te plonzen. Meer essentieel Afrikaans zal een tafereel niet snel worden.
Mijn gids wist me trouwens te vertellen dat, mocht er tijdens de picknick plots een leeuw uit de bosjes stormen, ik zonder een seconde te twijfelen luid gillend de tegenaanval moet inzetten om het te overleven. Ik heb de man bedankt voor de wijze raad en ben prompt wat dichter bij de boot gaan zitten. Niet met mij, vriend.
Hoog en relatief droog
Wie écht geen zin heeft in een safari – je zal maar eens allergisch zijn aan avontuur – kan in Malawi alsnog allerlei kanten uit. Ook wandelaars en bergbeklimmers komen hier ruimschoots aan hun trekken. In het zuiden van het land ligt bijvoorbeeld Mount Mulanje. Dat is een absolute kanjer van een granieten blok dat te midden van eindeloze glooiende theevelden uit het landschap steekt. Het geheel doet wat denken aan de Tafelberg in Kaapstad, maar dan veel hoger en zonder kabellift om de toeristen naar boven mee te hijsen.
Wie op de Mulanje van het uitzicht wil genieten, zal er op eigen kracht moeten geraken. Op zo’n tweeduizend meter hoogte eindigt de berg in een uitgestrekt plateau waar nog een aantal hogere pieken op te vinden zijn. Hier kan je indien gewenst een chalet huren om de nacht in door te brengen. Hoef je niet in het donker weer naar beneden te sukkelen.
Het volk dat al sinds mensenheugenis in de schaduw van de berg woont is – niet helemaal onlogisch – iets bijgeloviger dan de rest van het land. Er doen dan ook heel wat legendes de ronde over wat er zich zoal op de top verschuilt. Zo zou er een eenbenig, eenarmig monster rondwaren – geen idee hoe dat er in de praktijk uit zou moeten zien, maar het klinkt redelijk aandoenlijk – dat iedereen die er oogcontact mee maakt voor eeuwig in het niets doet verdwijnen. Naar je schoenen blijven kijken is de boodschap.
Ook op andere plekken kan je stevig wandelen. Rond Zomba bijvoorbeeld: in lang vervlogen tijden de hoofdstad van het land, vandaag niet meer dan een stoffig provinciestadje. Je vindt er een typische Afrikaanse markt en een aantal kleurrijke winkeltjes met grappige namen, maar verder valt er niet veel spannends te beleven.
Het landschap rondom is veel indrukwekkender: uitgestrekte vlaktes zover het oog reikt, waar hier en daar een imposante monoliet uit oprijst. Eén daarvan is het Zomba Plateau, dat hoog boven de stad uittorent. Op de top ligt een graslandschap verscholen waar je te voet of te paard door kan, en onderweg kan je ook een aantal watervallen bewonderen.
Vanop de duizelingwekkende kliffen aan de rand van het plateau – ze doen denken aan de Cliffs of Moher in Ierland, maar dan met gras in plaats van water aan de voet – kan je bij wijze van spreken het halve land zien liggen. Ook hier – uitkijkend over een fenomenaal panorama – zal je meestal moederziel alleen staan. Het valt bijna niet te geloven.
Ergens halverwege het plateau – enkel te bereiken via een verloederd zandpad – ligt de geweldige Zomba Forest Lodge: een kleurrijk oud huis met maar vier kamers, dat wordt uitgebaat door het oer-Britse koppel Tom en Petal. Van elektriciteit is hier geen sprake, wat betekent dat het er ’s nachts donkerder is dan in het gat van een koe. Alles wordt er verlicht met kaarsen en lantaarns. Op een heldere avond zie je hier de hele Melkweg boven het dak hangen – in België bijna onmogelijk waar te nemen.
Het eten dat je hier voorgeschoteld krijgt is simpele boerenkost, maar wat mij betreft het lekkerste dat ik de hele trip mocht proeven, en in de acht hectaren beschermd bos rond het huis dartelen honderden bonte vogeltjes van bloem naar bloem. Hier een paar dagen in de hangmat liggen met een gin-tonic op je buik is een vorm van therapie die de beste psychiater niet kan voorschrijven.
Een tuin van Eden onder water
Malawi ligt op een paar honderd kilometer van de dichtstbijzijnde zee, maar toch kan je er een strandvakantie boeken. Dat komt natuurlijk omdat een vierde van het landoppervlak wordt ingenomen door het gelijknamige meer.
Lake Malawi is ongeveer zo groot als België, maar er zwemmen meer verschillende vissoorten in rond dan op het hele Europese en Amerikaanse continent opgeteld. Een feest voor de biodiversiteit dus: voor aquariumfanaten is het meer letterlijk een natte droom. Van de meer dan 850 al ontdekte soorten – er zwemmen er nog heel wat meer incognito rond – zijn de meesten cichliden. Dat zijn visjes in allerlei vormen en kleuren die hun jongen beschermen door ze liefdevol in hun eigen bek te steken. Die van jullie ken ik niet, maar mijn moeder zie ik het niet meteen doen.
Wie in de beschermde delen van het meer op de juiste plaats uit de boot springt, kan ‘Diep in de Zee’ inzettend door hele scholen van tientallen verschillende soorten zwemmen. Dat is een snorkelervaring die je in zoet water nergens anders kan beleven. Ook goed om weten: nijlkrokodillen houden niet van helder water. De kans dat je tijdens je eerste duik door een monster van vijf meter in twee wordt gebeten is dus relatief gering.
Lake Malawi is het meest toeristische deel van het land, en dat uit zich in een iets groter aanbod van lodges en resorts. Sommige daarvan liggen langs de oever aan het strand, of in dichte bossen waarin visarenden hoog in de takken het water afspeuren naar hun volgende maaltijd. Andere liggen op door tropische jungles bedekte eilanden vol apen en twee meter lange varanen. Mumbo Island bijvoorbeeld, is een droomeiland waarop men een prachtige eco-lodge heeft gebouwd.
Op een apart rotseilandje dat je enkel via een houten brug kan bereiken, staan vijf luxehutten met zicht op het meer. Elke zonsondergang die je er meemaakt is een schilderij, en iedere avond trekt een vloot dorpelingen in zelfgemaakte kano’s het meer op om er vissend de nacht door te brengen. De sterrenhemel lijkt dan in het water gespiegeld te worden door de lampjes die ze meenemen om de duisternis te verdrijven.
Erg romantisch om naar te kijken allemaal, en een beeld dat perfect samenvat waarom iedereen die Malawi bezoekt er verliefd op wordt. Wel eerst wat muggenspray spuiten natuurlijk – zelfs het paradijs is niet perfect en het zou anders wel eens een lange nacht kunnen worden.
Praktisch
Erheen
Goodbye vloog met Ethiopian Airlines vanuit Zaventem naar Malawi, met een tussenstop in Addis Abeba. Ethiopian vliegt dagelijks met een Boeing 787 vanuit Brussel naar Lilongwe. De richtprijs is ongeveer 850 euro heen en terug in het laagseizoen, en 950 euro in het hoogseizoen. Ethiopian beschikt uiteraard over een uitgebreid netwerk van vluchten om ook de rest van Afrika te verkennen.
Ter plekke kreeg onze journalist logistieke hulp van Live To Travel – in België de specialist voor reizen naar Malawi en dit voor zowel avontuurlijke budgetreizen als luxueuze rondreizen. Op hun website krijg je alvast een voorproefje van hun aanbod voor Malawi.
Belgen die naar Malawi reizen kunnen hun visum bij aankomst in de luchthaven kopen.
Verblijf
Goodbye verbleef op de volgende plekken:
- Fisherman’s Rest: www.fishermansrest.net
- Mkulumadzi: avontuurlijke luxelodge in Majete Wildlife Reserve – www.robinpopesafaris.net
- Game Haven Lodge: golfresort in de buurt van Blantyre, waar je kan golfen tussen de wilde dieren – www.gamehavenmw.com
- Zomba Forest Lodge: www.zombaforestlodge.com
- Mvuu Lodge: sfeervolle lodge in Liwonde NP – www.mvuulodge.com
- Kuthengo: piepkleine luxelodge met maar vier tenten in Liwonde NP – www.robinpopesafaris.net
- Pumulani: luxeresort met gigantische kamers bij Lake Malawi – www.robinpopesafaris.net
- Domwe & Mumbo Island: prachtige eco-lodges op twee eilanden in Lake Malawi. Domwe is de budgetversie en is meer geschikt voor backpackers. www.mumboisland.com
- Blue Zebra Island Lodge: mooi eilandresort in Lake Malawi – www.bluezebra.mw
Meer info
Malawi is een tropisch land, en dat brengt altijd een zeker risico met zich mee. Ga ruim voor je vertrek langs bij de dokter of bij het tropisch instituut om zeker te zijn dat je inentingen up-to-date zijn. Malariapillen zijn sowieso een must, net als insectenspray met voldoende DEET.
In Lake Malawi heb je kans op schistosomiasis, een ziekte die verspreid wordt door minuscule beestjes in het water. De toeristische gebieden worden echter regelmatig getest en de kans op infectie is daar quasi nihil.
Voor meer informatie rond alles wat wil weten over Malawi als bestemming, check www.malawitourism.com.
Deze reportage werd eerder gepubliceerd in Goodbye #18. Wil je als eerste de knapste reisverhalen lezen? Met een abonnement op Goodbye krijg je vier nummers gratis bezorgd én geniet je van een mooie korting. Een nummer gemist? Haal jouw ontbrekende Goodbye in huis via BOL.com.