Er kan geen sprake zijn dat het kunstwerk Guernica van schilder Pablo Picasso uit het museum Reina Sofia in Madrid zal worden weggehaald.
Dat heeft een woordvoerder van de Spaanse regering gezegd in een reactie op een motie in de Baskische provincie Alava, die vroeg dat het schilderij naar de stad Guernica werd overgebracht. De Spaanse regering liet verstaan dat alleen al om technische redenen een verhuis onmogelijk is. Een verhuis zou de conservatie van het werk immers kunnen bedreigen. Er zijn echter vooral de wrijvingen tussen de Spaanse federale regering en het Baskenland, dat naar autonomie streeft. Picasso verhaalt in het kunstwerk de tragedie die de Baskische stad Guernica tijdens de Spaanse burgeroorlog trof. De stad werd immers het mikpunt van een zwaar bombardement door vliegtuigen van het Duits Condor-legioen. De Guernica is dan ook een symbool geworden van de onderdrukking van de Baskisch bevolking.
Ballingschap
Al langere tijd worden pogingen ondernomen om het schilderij naar de stad te brengen. Onder meer het Guggenheim Museum in Bilbao vroeg eind vorige eeuw tevergeefs het schilderij in bruikleen te krijgen voor een tijdelijke tentoonstelling rond de zestigste verjaardag van het bombardement op Guernica. Een nieuwe expositie in het museum Reina Sofia rond de creatie van de Guernica zette het provinciebestuur van Alava aan om die eis nog eens te herhalen. Tegenstanders merken echter op dat de Guernica niet exclusief tot het Baskische patrimonium behoort. Het werk werd immers door de toenmalige regering besteld voor het Spaanse paviljoen op de Internationale Tentoonstelling in Parijs. Nadat het schilderij tijdens de dictatuur van Francisco Franco in Spanje in ballingschap in het Museum of Modern Art (Moma) in New York was gebleven, werd het ruim dertig jaar geleden ook officieel teruggegeven aan de regering van de herwonnen Spaanse democratie. (mah)