Key takeaways
- De loonkosten per uur zijn in het tweede kwartaal van 2025 aanzienlijk gestegen in de EU, met een stijging van 3,6 procent in de eurozone en 4,0 procent in de hele EU.
- De bouwsector, de dienstensector en de industrie lieten de grootste stijging van de uurlonen optekenen, terwijl de vastgoedsector de kleinste stijging kende.
- De stijgingen van de arbeidskosten verschilden aanzienlijk tussen de lidstaten, met Bulgarije als koploper met 13,4 procent, terwijl Frankrijk met 1,4 procent de laagste stijging liet optekenen.
Volgens Eurostat, het bureau voor de statistiek van de Europese Unie, zijn de loonkosten per uur in het tweede kwartaal van 2025 aanzienlijk gestegen in de EU. De eurozone zag een stijging van 3,6 procent, terwijl de EU als geheel een stijging van 4,0 procent noteerde vergeleken met dezelfde periode vorig jaar.
Sectorale groei
Deze groei werd aangedreven door verschillende sectoren. De uurlonen stegen het sterkst in de bouwsector (4,8 procent), de dienstensector (4,6 procent) en de industrie (3,9 procent). Met name professionele, wetenschappelijke en technische activiteiten kenden een indrukwekkende stijging van 8,9 procent, gevolgd door de winning van delfstoffen (6,7 procent). Vastgoedactiviteiten noteerden de kleinste jaarlijkse stijging (1,6 procent).
Verschillen tussen lidstaten
Uit de gegevens blijkt ook dat de stijging van de arbeidskosten sterk varieert tussen de EU-lidstaten. Bulgarije ging aan kop met een opmerkelijke stijging van 13,4 procent, op de voet gevolgd door Hongarije met 11 procent. Roemenië, Estland en Griekenland noteerden allemaal stijgingen van meer dan 10 procent. Frankrijk daarentegen kende de kleinste stijging (1,4 procent), gevolgd door Denemarken (1,5 procent) en Malta (1,9 procent).
De arbeidskosten namen in de non-profitsector met 3,1 procent toe, terwijl ze in de commerciële sector met 4,4 procent stegen. (uv)
Volg Business AM ook op Google Nieuws
Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!

