Het Europees Parlement heeft vrijdag met ruime meerderheid het landbouwbeleid voor de komende 7 jaar vastgelegd. In de Green Deal was een belangrijke rol weggelegd voor landbouw om de ambitieuze ambitieuze klimaat-en milieudoelstellingen helpen te behalen. De europarlementariërs kozen echter voor een landbouwplan dat een bom legt onder de groene ambities van de EU. ‘Dit akkoord is een ramp voor natuur, klimaat en kleinschalige landbouw.‘
Het is geen geheim dat het Europese landbouwbeleid fel gericht is op export, monoteelt en industriële productie. Een derde van het geld van Europese belastingbetalers wordt gebruikt om landbouwpraktijken te ondersteunen die competitief noch economisch levensvatbaar zijn. Volgens gegevens van de Europese Commissie, komt maar liefst 90 procent van het inkomen van veeboeren uit subsidies. Hoewel de productie van zuivel en dierenvoeder minder afhankelijk is van overheidsgeld, hangen veel bedrijven uit die sector ook permanent aan de subsidieslurf.
De Europese landbouw is volgens critici dringend aan vernieuwing toe. Hoewel er steeds meer geproduceerd wordt, zijn er steeds minder boeren. De flinterdunne winstmarges dwingen hen om alsmaar groter te worden om hun brood te kunnen verdienen. Veel boeren gaan gebukt onder een zware schuldenlast als gevolg van overinvesteringen. Intussen kopen industriële landbouwgroepen aan een hoog tempo familiebedrijven op.
De intensieve landbouw en massaproductie van de grote landbouwbedrijven van de voorbije decennia zorgen voor verdroging, een verzuurde bodem, en een massale vogel- en insectensterfte. De veestapel zet het klimaat dan weer sterk onder druk.
Die ecologische afbrokkeling en klimaatdruk dan weer een existentiële bedreiging voor de toekomst van de landbouwsector, en dus ook voor onze voedselbevoorrading. Steeds stijgende temperaturen zorgen nu al voor mislukte oogsten. Insecten zijn als bestuivers een cruciaal onderdeel van de voedselketen.
Ambitieuze doelstellingen, doelloze plannen
Om onze landbouw leefbaar te houden is een verduurzaming van de sector dus broodnodig. Daar is de Europese Commissie ook heel duidelijk in. In de zogeheten Boer tot Bord-strategie van de Green Deal, Europa’s plan om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn, staan in dat opzicht zinvolle doelstellingen: het gebruik van pesticiden moet worden gehalveerd, een kwart van de Europese landbouwgrond moet biologisch worden, 40 procent van de landbouwsubsidies moeten een bijdrage leveren aan het tegengaan van de klimaatopwarming.
Maar dan moet er natuurlijk over geld gestemd worden. Deze week liet het Europees Parlement na om de doelstellingen van de Green Deal op te nemen in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
Daarin worden landbouwsubsidies verdeeld, en de krijtlijnen uitgestippeld van de regels die boeren moeten volgen. Door die massale subsidiëring vertegenwoordigt het GLB maar liefst dertig procent van de totale begroting van de EU. We spreken over een enveloppe van 387 miljard euro, en dat voor de komende 7 jaar.
Het leeuwendeel van dat budget is rechtstreekse inkomenssteun voor de boeren. Het parlement wil dat 30 procent van deze fondsen voortaan wordt voorbehouden voor zogenaamde eco-regelingen. Dat zijn milieumaatregelen die een landbouwer vrijwillig kan nemen, in ruil voor extra geld. Die zijn echter zeer vaag geformuleerd, en lidstaten mogen die zelf invullen. Zo bestaat er geen verplichte checklist voor wat zo’n ecodienst juist moet inhouden, of wat boeren juist moeten doen voor dat extra geld.
‘Dan loop je het risico dat je een race to the bottom krijgt waarin elk land het voor zijn eigen boeren zo makkelijk mogelijk maakt om aan dat geld te komen’, waarschuwt Europarlementariër voor Groen Sarah Matthieu. ‘De Europese rekenkamer heeft al voldoende aangetoond dat als je geen bindende voorwaarden aan het overheidsgeld de biodiversiteit verder achteruitgaat.’
Natuurbescherming afgezwakt
Het parlement heeft deze week dus nagelaten om die miljardensteun te verbinden aan doeltreffende voorwaarden om milieu en klimaat te beschermen. ‘Integendeel, verschillende natuurbeschermende maatregelen die in het vorige GLB stonden zijn afgezwakt’, aldus Matthieu.
Ze geeft het voorbeeld van de verplichte bescherming van veengebieden, dat in de tekst verandert is naar ‘verplicht onderhoud’. Ook een verbod op het omploegen van permanente graslanden in natuurgebieden is verdwenen. Zelfs als lidstaten op eigen houtje een groener landbouwbeleid willen vormen, worden ze gehinderd door dit GLB: Artikel 12 voorkomt dat EU-landen zelf beschermingsmaatregelen gaan formuleren. De lidstaten kunnen geen hogere minimumnormen definiëren voor dierenwelzijn, biodiversiteit etc. dan die vastgelegd in het Europese landbouwplan.
Ook de hectarepremie blijft overeind: hoe meer grond je hebt, hoe meer subsidies je krijgt. Ook krijg je per koe meer geld. Dat zorgde in het verleden net voor die schaalvergroting, en speelt rechtsreeks in het voordeel van de grote agrobedrijven.
Er staan geen initiatieven in het plan om de veestapel af te bouwen. Nochtans toont onderzoek aan dat de Europese vlees en zuivelproductie samen verantwoordelijk zijn voor 12 tot 17 procent van de totale uitstoot van de EU. Bovendien wordt momenteel zo’n 71 procent van de Europese landbouwgrond ingenomen door de productie van veevoeder.
Landbouwlobby
Het landbouwbeleid waar het parlement voor koos staat dus volledig haaks op de ambitieuze klimaat- en milieudoelstellingen van Europa, nochtans hét speerpunt van de het beleid van de Commissie-Von der Leyen. Ook in het parlement sprak een meerderheid zich vorige week nog uit voor de doelstelling om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 60 procent te verminderen. Hoe valt dat te rijmen?
‘Ten eerste werd de tekst nog opgesteld onder Juncker (de vorige commissievoorzitter, red.) De huidige commissie heeft zelf geen eigen tekst op tafel gezet. Dat was de eerste strategische fout’, legt Matthieu uit, die de opvolger is van minister Petra De Sutter. ‘Maar de drie grootste fracties (conservatieve en christendemocratische EVP, de sociaaldemocratische S&D en het liberale Renew, red.) hebben een heel slecht compromis gesloten onder druk van de gigantische lobby. Vorige week pas merkten we dat er een achterkamerdeal was gesloten tussen de landbouwcommissie en de drie grote fracties.’
Twee weken geleden kwam de ngo Corporate Europe Observatory met een rapport over hoe intensief er gelobbyd werd door de machtige Europese boerenkoepel Copa-Cogeca, de agrovoedingsindustrie en de producenten van pesticiden.
‘Met dit landbouwplan lijkt het mij heel moeilijk om de doelstellingen van de Green Deal te behalen’, denkt het Groene Europarlementslid. Wat de belangrijkste hefboom had kunnen zijn om de Green Deal te doen slagen, legt er net een bom onder.
Vlaamse boeren
Verbetert het dan tenminste de economische situatie van de Vlaamse boer? ‘Nee, absoluut niet. De hoogte van de subsidies is gelinkt aan het aantal hectaren en koeien die bedrijven bezitten. Dat speelt dus in op de grote industriële landbouw zoals we die in Frankrijk zien en in sommige Oostbloklanden’, aldus de jonge Gentse politica.
Van de bijna 400 miljard euro is voor België 4,11 miljard voorzien.
Die hectarepremie heeft bovendien nog een pervers neveneffect: boeren die al jaren niet meer actief zijn, maar wel nog premies binnenrijven voor hun grond. Ondertussen is het voor jonge boeren moeilijk om aan betaalbare grond te geraken.
Onder de Belgen in het Europese halfrond sloten enkel de christendemocratische en liberale leden zich aan bij het compromis van de drie grootste fracties. De twee socialistische en groene partijen, N-VA, Vlaams Belang en PVDA keerden zich tegen de plannen.