Het einde van 2024 komt nu zeer dichtbij. Dat betekent dat je nog maar enkele dagen hebt om je pensioenspaarpotje te vullen. Via de zogenaamde derde pensioenpijler kom je in aanmerking voor een belastingvermindering. Hoeveel die bedraagt, is afhankelijk van het bedrag dat je je jaarlijks opzijzet.
Key takeaways
- Door jouw pensioenspaarpotje nu nog te vullen, zorgt je ervoor dat je optimaal gebruikmaakt van het fiscaal voordeel. Hoeveel die bedraagt, is afhankelijk van hoeveel je elk jaar stort.
- Op je 60e verjaardag, of de tiende verjaardag van het contract, ben je de fiscus een eindbelasting verschuldigd. De berekening is afhankelijk van het type spaarproduct.
Context: In ons land geniet je van een fiscaal voordeel als je spaart voor jouw oude via de derde pensioenpijler. Maar verlies de pensioenval niet uit het oog. De fiscus werkt namelijk met twee tarieven om te bepalen hoe groot de belastingvermindering is.
- Het tarief van 30 procent is van toepassing op alle stortingen tot 1.020 euro.
- Zodra je meer spaart, verlaagt de fiscus het fiscaal voordeel tot 25 procent. Er geldt daarbij een plafond tot 1.310 euro.
- Die opsplitsing zorgt er net voor dat sommige pensioenspaarders niet optimaal gebruikmaken van het extraatje dat ze van de belastingdienst krijgen.
- Het tarief van 25 procent is enkel interessant zodra je minstens 1.188 euro per jaar spaart via een pensioenspaarverzekering of -fonds. Indien je bijvoorbeeld 1.100 euro opzijzet, komt het effectieve voordeel uit op 275 euro. Dat is minder dan wat iemand krijgt die 990 euro spaart. In dat geval mag er 30 procent van de betaalde premies fiscaal ingebracht worden, oftewel 297 euro.
- Vorig jaar liepen 2.275 landgenoten in de pensioenval. Dat zijn er meer dan in 2022, toen 1.941 Belgen in de fiscale val trapten. In 2020 ging het nog om meer dan 2.900 Belgen.
Ga voor gespreide stortingen
Tip: Om te vermijden dat je vergeet je pensioenspaarpotje op te vullen, kan je aan je bank, verzekeraar of makelaar vragen om elke maand 1/12 van de jaarpremie te storten.
- Dat heeft een extra troef voor wie spaart via een pensioenspaarfonds of tak23-verzekering. Die producten hebben namelijk een blootstelling aan de beurs, en zijn dus afhankelijk van wat er zich afspeelt op de financiële markten. Door te werken met gespreide stortingen zorg je ervoor dat je op zowel dure als goedkope momenten effecten koopt.
- Wie spaart via een tak21-verzekering, doet er goed aan om het pensioenspaarpotje bij de start van het jaar vol te storten. Zo’n product bestaat uit een gewaarborgde rentevoet en eventuele winstdeelname. Die opbrengsten staan los van wat er zich afspeelt op de beurzen. Door bij de start van het jaar de volledige jaarpremie te storten, kan die onmiddellijk renderen.
Eindbelasting pensioenspaarpotje
Vergeet niet: Als je volgend jaar 60 jaar wordt, heft de fiscus een eenmalige belasting van 8 procent op het opgespaarde kapitaal. Wie na zijn 55e verjaardag is begonnen met pensioensparen betaalt die taks op de tiende verjaardag van het contract.
- Bij de pensioenspaarfondsen gaat de fiscus uit van een fictief rendement van 4,75 procent (per jaar) om de belasting te berekenen. Als je fonds meer heeft opgebracht, word je niet belast op alles boven 4,75 procent. Omgekeerd neemt die eindbelasting een grotere hap uit het spaarkapitaal als het rendement lager ligt.
- Opgelet: Het belastingtarief stijgt tot 6,25 procent voor stortingen die zijn gebeurd voor 1992.
- Voor tak21-contracten gaat de belastingdienst uit van het minimaal gegarandeerde rendement van het contract. Je betaalt dus geen taksen op de eventuele winstdeelnames. Voor tak23-contracten worden de pensioenspaarders belast op basis van de waarde van het contract op de dag zelf.