Het recht op het dragen van een vuurwapen blijft heilig in de VS, zelfs al leidt dat met de regelmaat van de klok tot fatale drama’s. De meest recente lugubere statistiek: afgelopen jaar werd gemiddeld één keer per week een Amerikaan neergeschoten door een peuter.
Na een analyse van de statistieken van incidenten met vuurwapens bracht de krant The Washington Post deze week het nieuws dat vuurwapenincidenten waarbij erg jonge kinderen betrokken zijn steeds frequenter voorkomen.
Eén per week
In 2015 moesten de Amerikaanse politiediensten gemiddeld één keer per week uitrukken omdat een peuter tussen één en drie jaar oud op iemand had geschoten. En het gaat de verkeerde kant uit want in 2016 waren tot nu toe al “minstens 23 peuters betrokken bij vuurwapenincidenten, tegenover ‘slechts’ 18 incidenten in dezelfde periode vorig jaar”. De slachtoffers zijn meestal hun eigen ouders, broertjes en zusjes. Soms verwonden of doden de peuters ook zichzelf.
In het artikel merkt de redactie op dat “deze cijfers slechts een kleine fractie vormen van het vuurwapengeweld waar jonge kinderen slachtoffer van worden”. Elk jaar kostten vuurwapens het leven aan 32.000 Amerikanen. Twee derde van de overlijdens zijn zelfmoorden