Ouders die strikte grenzen willen stellen aan de tijd die hun kinderen aan mobiele telefoons en andere digitale apparaten besteden, dreigen de toekomst van de jongeren in het gedrang te brengen. Dat is de boodschap van het boek ‘The New Childhood: Raising Kids to Thrive in a Digitally Connected World’ door Jordan Shapiro, professor filosofie aan de Temple University in Philadelphia.
“De beperkingen die ouders aan de digitale tijdsbesteding van hun kinderen willen opleggen, zou eigenlijk als een problematisch gedrag moeten worden omschreven,” benadrukt Jordan Shapiro. “Wie zich zorgen maakt over het digitale leven van de jongeren, mag niet bang zijn, maar moet zich proactief gedragen.”
“Veel ouders weten minder over technologie dan hun kinderen. Vaak laten ze hun angst voor het onbekende en de nostalgie naar de eigen jeugd in de weg staan van de belangen van hun kinderen. Mobiele telefoons en videogames zijn het speelgoed van de kinderen van vandaag en zijn hulpmiddelen die ze hun hele leven lang zullen blijven gebruiken.”
Paradox
“Er is hier sprake van een fundamentele paradox,” beklemtoont de auteur. “Het spel is altijd de beste manier geweest om kinderen voor te bereiden op de toekomst. Wetenschappelijk onderzoek is hierover bijzonder duidelijk. Door het spel leren kinderen belangrijke sociale en emotionele vaardigheden.”
“De activiteit leert hen zelfregulering, vaardigheden en nog zoveel meer. Veel mensen lijken echter verkeerdelijk te denken dat het spel een neutraal concept is. Dat strookt niet met de werkelijkheid. Het is onmogelijk om het spel van de context van een bepaald tijdperk te scheiden.”
“Veel elementen die worden beschouwd als iconen van de beleving van de kindertijd – zoals de zandbak, het familiediner of de teddybeer – zijn in werkelijkheid tijdens het industrieel tijdperk ontwikkeld,” verduidelijkt Shapiro. “Deze concepten zijn ontwikkeld om kinderen voor te bereiden op de vaardigheden die nodig zijn voor de economische en technologische realiteit van de twintigste eeuw.”
“Kinderen moeten niet alleen kunnen spelen, maar ze moeten daarbij ook aan de slag kunnen gaan met het speelgoed dat past in de context waarin ze leven. De huidige generatie kinderen leeft in een geconnecteerde wereld. Kinderen hebben dan ook een geconnecteerd spel nodig.”
“Kinderen moeten deelnemen aan activiteiten die hen leren gemakkelijk door een wereld van netwerken te navigeren,” zegt de filosoof. “Videogames voldoen aan die vereisten. Ouders, leerkrachten en verzorgers moeten zich bij die activiteiten betrekken.”
“Wanneer men de technologie verbiedt, worden kinderen afgesneden van hun vrienden en krijgen ze geen gelegenheid om de ontdekken op welke manier gebruik gemaakt kan worden van technologie, die meer dan waarschijnlijk cruciaal zal zijn voor hun carrière. Een verbod zal ook leiden tot een geheim gebruik van de apparaten.”
Creativiteit
“Dit probleem heeft trouwens niet alleen betrekking op videogames,” benadrukt Shapiro. “Wanneer men in de geschiedenis terugkijkt, kan met overval voorbeelden vinden van volwassenen die over het spelgedrag van de kinderen klagen. Ze vinden het spel te frivool en een voorbeeld van zondige luiheid. Dit zijn de puriteinse waarden.”
“Deze verouderde manier van denken wordt ook nu nog steeds vaak gehanteerd. Ook op school krijgen leerlingen amper speeltijd. Zelfs op universitair niveau is er vaak kritiek op richtingen die geen directe return on investment opleveren. Die kritieken hebben vooral betrekking op de kunsten, de humane wetenschappen, muziek en poëzie, richtingen die sterk zijn in het spel met ideeën.”
“Onderzoek toont aan dat de meeste professionele vaardigheden bijzonder snel kunnen worden geleerd,” vervolgt de auteur. “Terwijl het speelse kritische denken in het vrije kunstonderwijs tot een echt succes kan leiden en de mens echt in staat stelt om vaardigheden en kennis tussen diverse sectoren te laten overhevelen.”
“De computerschermen zullen niet verdwijnen. Volwassenen hebben de opdracht kinderen te leren op welke manier optimaal met die realiteit kan worden gewerkt. Ouders die de schermtijd van hun kinderen beperken, lopen het risico om ook de toekomst van de jongeren in het gedrang te brengen.”