Fiscale illusies voor 1 mei

Hogere belastingen op kapitaal en/of vermogen blijft in sommige hoeken een opmerkelijk gemakkelijke oplossing voor onze budgettaire problemen. De realiteit is evenwel dat de belastingdruk op kapitaal in ons land vandaag al hoog is, en dat er niet veel ruimte is om die nog substantieel te verhogen. 

Zoals gebruikelijk voor 1 mei haalde PVDA ook dit jaar haar voorstellen voor hogere belastingen op kapitaal en/of vermogen uit de kast. De kern daarvan is een ‘miljonairstaks’ die 8 miljard zou moeten opleveren. Ook verschillende andere partijen zien belastingen op kapitaal en/of vermogen als hét antwoord voor allerlei problemen, en vooral voor onze begrotingsperikelen. Daarbij negeren ze gemakshalve de fiscale realiteit in ons land.

Al zware belastingdruk op kapitaal

In tegenstelling tot wat vaak gesuggereerd wordt, is het niet zo dat vermogen in België niet belast wordt. Volgens de Europese Commissie bedroegen de ontvangsten uit belastingen op vermogen in 2021 in ons land 4,2% van het bbp, de tweede hoogste in de Europese Unie, na Luxemburg. Die laatste haalt 4,5% van het bbp uit dat soort belastingen. Om het PVDA-voorstel wat in perspectief te plaatsen: 8 miljard extra aan ontvangsten uit belastingen op vermogen komt overeen met 1,4% van het bbp extra. Dat zou België in Europa los aan kop (met ruime voorsprong) zetten qua belastingen op vermogen. Of dat zou kunnen zonder belangrijke economische schade, bijvoorbeeld door kapitaal of investeringen die wegtrekken, is hoogst twijfelachtig. De eenvoudigste illustratie daarvan is dat geen enkel Europees land die piste van fors hogere belastingen op kapitaal en/of vermogen kiest. 

Het feit dat Luxemburg vandaag aan kop staat in de Europese lijst van ontvangsten uit belastingen op vermogen is op het eerste zicht allicht opmerkelijk. Het land staat immers niet bekend voor z’n zware belastingdruk op kapitaal. Hoge ontvangsten uit belastingen op vermogen kunnen evenwel op twee manieren: een zware belastingdruk met weinig of gemiddeld vermogen of een lage belastingdruk met heel veel vermogen. Luxemburg is een voorbeeld van de tweede manier. Volgens de Europese Commissie kent Luxemburg de laagste belastingdruk op kapitaal in Europa. Maar in combinatie met veel vermogen en vermogenstransacties levert dat toch relatief hoge ontvangsten uit belastingen op vermogen op. De Belgische situatie is helemaal niet vergelijkbaar. Niet alleen zijn de ontvangsten uit belastingen op vermogen relatief hoog in ons land, ook de belastingdruk op vermogen is hoog. In Europa ligt die belastingdruk enkel in Frankrijk nog hoger.

De illusie van de vele miljarden aan extra belastinginkomsten

De belastingdruk op vermogen is in België al hoog, maar het is wel zo dat die belastingdruk onevenwichtig verdeeld is. Sommige vormen van vermogen of vermogensinkomsten worden niet of nauwelijks belast, voor andere is de belastingdruk dan weer opmerkelijk zwaar. Net als ons hele belastingsysteem zijn ook onze belastingen op vermogen een kluwen van uitzonderingen en specifieke regelingen. Dat kan veel efficiënter met een gelijkmatigere fiscale behandeling van verschillende vormen van vermogen en inkomsten daaruit.

Maar het is een illusie dat de overheid daar enorm veel extra middelen kan halen. Mochten we naar de eerste plaats in Europa willen qua belastinginkomsten uit vermogen, dan betekent dat 0,3% van het bbp extra. Ter vergelijking, het begrotingstekort voor dit jaar zal in de buurt van 5% van het bbp uitkomen. Of ook nog, de overheidsuitgaven (exclusief rentelasten) zijn sinds 1990 met 13,7% van het bbp toegenomen. De belastingdruk op vermogen veel verder opdrijven, dreigt ten koste te gaan van ons economisch potentieel doordat dat bepaalde economische activiteiten kan wegjagen. Er is een reden waarom geen enkel land veel hogere belastinginkomsten uit vermogen haalt.

Symbooldiscussie

Belastingen op vermogen kunnen in ons land zeker efficiënter georganiseerd worden, maar dat kan onmogelijk een oplossing zijn voor onze budgettaire uitdagingen. In die zin is dat vooral een symbolische discussie. 1 mei zou beter gaan over hoe we veel meer mensen aan het werk krijgen en hoe we een veel performantere overheid krijgen. Dat is sowieso veel relevanter voor onze welvaart.


Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek Terug naar de feiten. 

Meer