In het Brussels Gewest worden kantoren fors zwaarder belast dan elders in het land. Dat blijkt uit een analyse door consultancybureau Ayming.
Vastgesteld: Er zijn grote verschillen tussen regio’s en gemeenten als het gaat om de onroerende voorheffing op kantoorruimte. Die wordt berekend als percentage van het geïndexeerde kadastraal inkomen (KI). Dit zijn de gemiddelden per gewest:
- Vlaanderen: 46,4 procent
- Brussel: 54,6 procent
- Wallonië: 54,9 procent
Ingezoomd: In de Brusselse gemeente Schaarbeek loopt de onroerende voorheffing zelfs op tot 66 procent. En dat is nog niet alles. In het Brussels Gewest komen daar nog een heleboel belastingen bij:
- De Brusselse gewestbelasting: Het gaat om een belasting op oppervlaktes die niet voor woondoeleinden worden gebruikt. Deze belasting kost de belastingbetaler gemiddeld 24,6 procent van het bedrag van de onroerende voorheffing.
- Een gemeentelijke belasting op kantoorruimte, waarbij elke gemeente haar eigen regels toepast.
- Een gemeentelijke taks op parkeerplaatsen die door 12 gemeenten in Brussel wordt toegepast.
Vlaamse Rand rond Brussel
Conclusie: “De regio Brussel-Hoofdstad is economisch aantrekkelijk, maar fiscaal gezien is het voordeliger om kantoren in de periferie te vestigen”, besluit Ayming. “Het is dan ook geen wonder dat kantoren zich daar ontwikkelen, met name in Machelen-Diegem en Zaventem. De Vlaamse Rand telt immers 16 van de 20 minst belaste gemeenten in de Brusselse periferie.”
De grote vraag: Internationale bedrijven, grote Belgische ondernemingen en grote financiële instellingen verkiezen nog steeds de hoofdstad. “Maar zullen ze de hoge kosten nog lang kunnen weerstaan?”, vraagt Ayming zich af in zijn studie.
