Een negatieve verrassing in de stroom aan macroeconomische cijfers van deze week: de Japanse economie, die recentelijk nog bewierookt werd, is in een recessie beland.
In het nieuws: geen groei, maar krimp in het vierde kwartaal voor het Japanse bruto binnenlands product (bbp).
- Het gaat om een krimp met 0,1 procent, tegen de groeiprognoses van analisten in. Zowel de gezinsbestedingen als de bedrijfsinvesteringen vielen tegen.
- Omdat er in het derde kwartaal sprake was van 0,8 procent, is Japan technisch in een recessie (twee opeenvolgende krimpkwartalen) verzeild, net als het Verenigd Koninkrijk.
- Over het hele jaar bekeken staat er wel nog een al bij al behoorlijke groei van 1,9 procent op de tabellen, zowat een verdubbeling van het groeiritme tegenover 2022.
De paradox: Op de beurs van Tokio steeg de Nikkei-index met ruim 1 procent, ondanks de economische donderwolken.
- Daar is een logische verklaring voor: beleggers speculeren erop dat de Japanse centrale bank nu langer dan voorzien moet doorgaan met haar goedkoopgeldbeleid, of op zijn minst een verstrakking van het monetair beleid in een trager tempo gaat doorvoeren.
- Grote renteverhogingen lijken uitgesloten, omdat dit de vertragende economie nog meer zou afkoelen.
- Dat alles betekent dat aandelen op korte termijn aantrekkelijk blijven tegenover vastrentende effecten zoals obligaties.
Kleiner dan Duitse economie
Nog dit: Volgens de Japanse cijfers heeft Duitsland Japan voorbijgestoken als op twee na grootste economie, na de Verenigde Staten en China.
- Dat lijkt vreemd, omdat Duitsland zoals bekend met nog veel grotere economische problemen kampt dan Japan en eveneens in krimpmodus is.
- Maar de statistieken zijn uitgedrukt in dollar en zijn door de recente verzwakking van de Japanse yen – ook een gevolg van het monetaire beleid – in het voordeel van Duitsland.
- Het bbp van Japan komt uit op 4.211 miljard dollar in 2023, tegenover 4.456 miljard dollar voor Duitsland.
